‘Ga door het hek naast het milieuplein en dan zitten we daar vlak voor de waterzuivering.’

De locatieomschrijving biedt weinig hoop, maar tussen de containers voor restafval aan de ene kant en de bassins voor vies water aan de andere kant, blijkt de mooiste kleine racebaan van de wereld te liggen.

Ik ben op bezoek bij Model Auto Club Heemstede (MACH). Met de ogen wijd ogen zie ik hoe de op afstand bestuurbare auto’s op het 250 meter lange circuit op het rechte stuk snelheden tot wel 120 kilometer per uur halen.

Ik hou van het ‘wow, ik wist niet dat dit bestond’-gevoel wanneer ik ergens een voor mij nieuw stukje wereld ontdek waar mensen mooie dingen doen met techniek. 

Het zijn niet alleen de auto’s waar techniek in zit. De leden van MACH, allemaal vrijwilligers, hebben een professionele tijdmeting in hun circuit ingebouwd, en een omroepinstallatie en pitstraat aangelegd.

Via de webcam kun je zelfs live meekijken hoe er wordt geracet. Terwijl ik deze column schrijf, zie ik een clublid wat testrondjes doen met zijn rode raceauto.

Het grappige is dat de leden van MACH die de racebaan aanleggen en die hun auto’s in optimale technische conditie houden, in hun werkleven helemaal niet allemaal met dit soort techniek bezig zijn. Er zitten accountants en geluidsmensen tussen, en Rutger die me uitnodigde te komen kijken, werkt in de ICT.

Waarom moest ik de liefdesverklaringen van een vierhonderd jaar dode poëet doorspitten?

Ik moet terugdenken aan de technieklessen op de middelbare school. Klasgenoten met minder affiniteit voor techniek die hardop het nut van het vak betwisten, kregen als standaardantwoord: ‘Hiermee kun je later een baan in de techniek krijgen.’

Gek genoeg hoorde ik dat argument nooit bij Engels toen ik zelf luid verzuchtte waarom ik de liefdesverklaringen van een vierhonderd jaar dode poëet moest doorspitten. Dan was het antwoord altijd: ‘Dat is goed voor je algemene vorming, en nooit: ‘Misschien word je later wel vertaler van Engelse literatuur.’

Tegenwoordig lees ik in de vakantie graag een Engels boek en ben ik blij als ik een verwijzing naar Shakespeare herken. Die algemene vorming heeft mijn leven verrijkt. Op dezelfde manier vind ik dat we blij moeten zijn met alle accountants die nu zelf de elektromotoren in hun op afstand bestuurbare auto’s aan het solderen zijn. 

De technieklessen waar ze dat geleerd hebben zijn geen weggegooid geld omdat ze er niets economisch mee doen, maar juist hartstikke waardevol omdat die kennis hun leven heeft verrijkt. 

Tekst: Rolf Hut, universitair hoofddocent aan de TU Delft, maker en spreker
Foto: Rob Lagendijk