
Groene waterstof in Duitsland: hoge ambities, weerbarstige praktijk
Meer geld, meer onderzoek, meer bedrijven. Gaat het om waterstof, dan zijn onze oosterburen verder dan wij. Maar ook daar verloopt de energietransitie met horten en stoten. Eerste deel in een Duitsland-drieluik.
In 2020 presenteerde de toenmalige Duitse regering een behoorlijk ambitieuze waterstofstrategie. Over tien jaar moest het land een elektrolysecapaciteit hebben van tien gigawatt, oftewel tienduizend megawatt – nu staat er nog slechts tweehonderd megawatt.
Vorig jaar produceerden onze oosterburen 42 terawattuur waterstof, waarvan 94 procent ‘grijs’, dus geproduceerd met fossiele energie, en 0,4 procent ‘groen’. Groene waterstof is een factor vier à vijf duurder dan aardgas.
Verder dan Nederland
De Verein Deutscher Ingenieure (VDI) hield in dat kader op de onlangs gehouden Hannover Messe een debat over de vraag: ‘Waterstof in Duitsland: fragiel kaartenhuis of stevig fundament voor de toekomst?’ De conclusie zat al in de vraag verborgen: ook al praten we al decennialang over waterstof, de huidige situatie is nog steeds fragiel.
Van een degelijk fundament onder de toekomstige energievoorziening is nog allerminst sprake. Veelzeggend detail: elk van de vier sprekers in het debat van de Duitse ingenieursvereniging rijdt elektrisch, maar geen van hen kent ook maar iemand met een waterstofauto.
Toch is Duitsland duidelijk verder dan Nederland. Er is meer geld beschikbaar voor de energietransitie inclusief de inzet van waterstof – honderd miljard euro tot 2045. Er wordt meer onderzoek gedaan, met name bij Fraunhofer, en er is meer industriële activiteit.

Veelbelovende, maar lastige energiedrager
Groene waterstof is een veelbelovende, maar ook lastige energiedrager. Bij verbranding ontstaat er alleen water en bij beschikbaarheid van voldoende zelf opgewekte groene stroom geeft het enige zelfstandigheid in de energievoorziening.
Maar bij productie van waterstof gaat ongeveer een derde aan energie verloren, en – na opslag – bij de omzetting van waterstof terug naar stroom nog eens een derde. Bovendien is waterstof explosief en, zoals gezegd, hoe groener. hoe duurder.
Waterstofstrategie
Duitsland wil in 2045 energieneutraal zijn en zonder waterstof gaat dat niet lukken. Onder Olaf Scholz, die van 2021 tot begin vorige maand bondskanselier was, werkte de regering verder aan de nationale waterstofstrategie.
De nieuw aangetreden regering van bondskanselier Friedrich Merz zet het ingezette beleid waarschijnlijk grotendeels voort, met slechts enkele nieuwe accenten. Zo krijgt het opzetten van kleine, regionaal gespreide productie-installaties meer nadruk, omdat deze gemakkelijker te financieren zijn dan hele grote projecten.
Lees verder
Lees het hele verhaal over groene waterstof in Duitsland, en de rest van het juninummer, in de app-versie van De Ingenieur! Dat kan nu nog gratis en zonder inlog. Lees hier meer.
