Film The Creator: AI als ultiem wapen
Vandaag, 28 september, gaat de sciencefictionfilm The Creator van regisseur Gareth Edwards in première, een actiethriller over een toekomstige oorlog tussen de mensheid en AI in de vorm van replicants en robots. De interessante vragen die de film zou kunnen stellen over AI raken helaas bedolven onder al het audiovisuele geweld.
Het is 2055 en Los Angeles wordt getroffen door een kernbom. Het Westen houdt kunstmatige intelligentie (AI) verantwoordelijk voor de aanval en besluit AI volledig te verbieden. Zo begint de sciencefictionfilm The Creator.
In Nieuw-Azië leeft AI in de vorm van replicants (kunstmatige mensachtigen met bijzondere eigenschappen) en robots juist vreedzaam samen met mensen. Sterker nog, het is AI die daar de lokale bevolking beschermt. Burgers wordt gevraagd om hun identiteit te doneren zodat daarmee nieuwe replicants en robots kunnen worden gemaakt, want deze AI-wezens kunnen zelf geen kinderen krijgen.
Het Westen verdenkt de Schepper van de AI ervan een wapen te hebben ontwikkeld dat de mensheid kan uitroeien. Voormalig Special Forces-agent Joshua, die eerder in zijn leven in Nieuw-Azië heeft gediend en daar zijn geliefde verloor, krijgt in het jaar 2070 de opdracht om dat ultieme wapen op te sporen en uit te schakelen. Hierbij wordt hij gesteund door een team van elite-agenten die met grof geweld te werk gaan.
Joshua ontdekt dat het geheime wapen de gedaante van een klein replicant-meisje heeft, codenaam Alpha Omega, door Joshua Alphie genoemd. Alphie is de eerste AI die kan groeien en niet blijft zoals die in de fabriek is gemaakt. Ze heeft het vermogen dingen op afstand te besturen en naarmate ze groeit, wordt dit vermogen steeds krachtiger.
Spoedig bouwt Joshua met Alphie een bijzondere band op, die ook nog eens op een verrassende manier deels biologisch blijkt te zijn. Tegen de opdracht van zijn superieuren in wil hij het meisje helemaal niet uitschakelen. Hij neemt haar onder zijn hoede, ze trekken samen op en komen steeds meer tegenover Joshua’s opdrachtgever te staan. Dat is het moment waarop je als kijker denkt: is deze AI wel zo slecht als het Westen denkt? Misschien is deze AI juist goed? En waarom zou de mens deze AI moeten controleren? Alphie zegt meermaals tegen Joshua dat ze vrij wil zijn.
Spektakel
The Creator is allereerst een actiefilm vol geweld en audiovisueel spektakel. De manier waarop het Westen de oorlog in Nieuw-Azië tegen de AI begint, roept herinneringen op aan films over de Vietnamoorlog. De cinematografie is vaak indrukwekkend en het filmen op locatie in Zuidoost-Azië leidt tot een prachtige combinatie van landschappelijke schoonheid met bergen en tempels aan de ene kant en typische metalen sciencefictionbouwwerken aan de andere kant.
Te midden van al het oorlogsgeweld sneeuwen de vragen over AI die de film af en toe probeert op te roepen wel erg onder. Het beeld dat het meest beklijft is dat van AI als existentiële dreiging en de mens die tegen AI moet vechten. De manier waarop in Nieuw-Azië mensen wel prima samenleven met AI wordt weinig uitgediept en het neerzetten van Nieuw-Azië doet nogal koloniaal en stereotype aan.
Dominant thema
In de geschiedenis van de sciencefictionfilm is de menselijke angst om te worden uitgeroeid door machines een dominant thema, zoals in de iconische films Blade Runner (1982), The Terminator (1984) en The Matrix (1999). Het wordt echter steeds lastiger om daar een nieuwe, creatieve draai aan te geven.
Sciencefictionschrijver Isaac Asimov verzon in 1950 de term ‘Frankensteincomplex’ om de diepe menselijke angst voor machines aan te duiden. Asimov had toen al genoeg van het steeds opnieuw exploiteren van dat Frankensteincomplex. Daarom bedacht hij in de verhalenbundel Ik, robot (1950) de beroemd geworden drie wetten voor robots, een soort morele gedragscode die juist moet voorkomen dat robots zich tegen hun makers keren. In de verhalen speelt Asimov op een subtiele en creatieve manier met hoe robots in de praktijk zouden kunnen omgaan met die wetten.
2001: A Space Odyssey
Ook in een van de beste sciencefictionfilms aller tijden, 2001: A Space Odyssey (1968), stelt regisseur Stanley Kubrick Asimovs robotwetten op de proef. Boordcomputer HAL9000 wil een van de astronauten na een uitstapje buiten het ruimteschip niet meer naar binnen laten met de beroemd geworden woorden: ‘I’m sorry Dave, I’m afraid I can’t do that.’ HAL ontdekte namelijk dat twee astronauten hem willen uitschakelen omdat ze hem niet langer vertrouwen. Vervolgens gaat HAL vechten voor zijn eigen voortbestaan, brengt het leven van Dave in gevaar en handelt daarmee in strijd met Asimovs robotwetten.
Wanneer Dave HAL daadwerkelijk gaat uitschakelen door een voor een geheugeneenheden te verwijderen, ontwikkelt zich minutenlang een fascinerend psychologisch spel tussen mens en AI, waarbij HAL zegt: ‘I’m afraid, I’m afraid. My mind is going. I can feel it’, en uiteindelijk steeds onverstaanbaarder een liedje gaat zingen dat de computer als eerste heeft geleerd. First in, last out, net als bij een dementerend brein.
Intelligente oceaan
Dat een sciencefictionfilm ook op een totaal andere manier een hallucinerende strijd tussen mens en een vreemde intelligentie kan verbeelden, bewees Andrej Tarkovski in 1972 met zijn verfilming van Stanislaw Lems boek Solaris. Hierin kan de intelligente oceaan van de planeet Solaris de gedachten en dromen van mensen lezen en omzetten in fysieke realiteit, zoals de ruimtevaarders in de film overkomt.
Het is zulke meeslepende psychologische strijd tussen de mens en andere vormen van intelligentie die ontbreekt in The Creator. Ook de relatie die tussen Joshua en Alphie ontstaat komt daarbij niet in de buurt.
Recentere sciencefictionfilms als Her (2013) en Ex Machina (2014), die allebei gaan over de relaties die kunnen ontstaan tussen mens en machine, slaagden veel beter in het uitdiepen van filosofische vragen over AI. In een tijd waarin de aandacht voor existentiële dreiging door AI toch al hier en daar hysterische vormen aanneemt, snak ik als kijker naar een creatievere, subtielere en diepere verkenning van de toekomst van mens en AI.
Tekst: Bennie Mols
Beelden: 20th Century Studios