Ex Machina is een broeierige robotthriller
De film ‘Ex Machina’ over kunstmatige intelligentie verzandt aan het einde in een clichéthriller, maar stelt onderweg daar naartoe veel boeiende vragen.
Wanneer is kunstmatige intelligentie echt intelligent? Het is een vraag die filosofen, programmeurs en wetenschappers al decennia lang bezighoudt. Alan Turing, de beroemde wiskundige en computerpionier, bedacht er zelfs een test voor: als een mens met een computer praat en niet doorheeft dat de gesprekspartner een computer is, dan is het ware kunstmatige intelligentie. De film Ex Machina maakt echter vrij snel duidelijk dat die vorm van kunstmatige intelligentie achterhaald is. Hoofdpersoon Caleb, een wat nerdige jongen die als programmeur voor zoekmachine Bluebook werkt (een doorzichtige parodie op Google, die in veel bedrijfsactiviteiten akelig goed overeenkomt), moet face to face met een robot praten. Deze robot, Ava, is overduidelijk een stukje techniek met kippengaas in plaats van huid en blauw glanzende batterijen en draadjes waar normaal ingewanden zitten. ‘Als ze je nu nog kan overtuigen dat ze mens is, dán is deze Turingtest pas echt geslaagd’, zegt Bluebook-baas Nathan.
Daarmee is de uitdaging van de film duidelijk: is Caleb, samen met de kijker, te overtuigen van Ava’s menselijkheid? In een paar door Nathan in de gaten gehouden ontmoetingen vormt zich snel een band tussen Caleb en Ava, die van verlegen naar verliefd gaat. Calebs achterdocht en wetenschap dat hij met een machine praat, verdwijnt als sneeuw voor de zon wanneer Ava meer dan menselijk blijkt t zijn. Ze tekent, heeft wensen en dromen, en kan zelfs verleidelijk zijn. ‘Waarom heb je haar seksualiteit gegeven’, vraagt Caleb na afloop wat verward aan zijn baas. ‘Waarom niet? Kan iets überhaupt menselijk zijn zonder seksualiteit?’
Met dat soort korte momenten stipt de film precies genoeg aan. De grote vragen over wat kunstmatige intelligentie betekent voor het begrip ‘menselijkheid’ en voor onze toekomst, passeren allemaal de revue, maar worden niet overdreven uitgelegd of benadrukt. Ze lijken op natuurlijke wijze in het gesprek voor te komen. Zo lijkt het einde van de mensheid een voldongen feit als de robots eenmaal geperfectioneerd zijn, maakt een dronken gesprek tussen de twee mannelijke hoofdpersonen duidelijk.
Vermomd
Hoewel de film grote thema’s aanpakt en er gelikt uitziet, is het geheel verrassend klein. De film speelt zich op één locatie af, in het grotendeels ondergrondse, modern ontworpen en ingerichte huis van de Bluebook-baas. De film telt slechts drie hoofdrolspelers en verder nauwelijks andere rollen en bestaat uit een heleboel gepraat voor de camera. Toch is het continu spannend. Van elke dialoog van Caleb, of die nou met Nathan of Ava is, gaat een dreiging uit waar de kijker zijn vinger niet op weet te leggen. Ex Machina is een filosofisch relaas over menselijkheid, machtsverhoudingen en zwakheden vermomd als broeiende thriller. Tijdens de film is de kijker zich niet bewust van de aangekaarte ideeën, maar na afloop blijven ze wel hangen.
Wanneer de film zich precies afspeelt, blijft vaag. Er bestaat technologie die nu nog onrealistisch is. Zo is Ava’s brein zogeheten wetware, een vloeibare harde schijf die werkt als een stel hersens. Maar verder lijkt alles hedendaags, dus Ex Machina speelt zich in de nabije toekomst af. En dat die toekomst er ook echt aan komt, is duidelijk door waarschuwingen van onder meer Stephen Hawking, die opriep om op te passen voor kunstmatige intelligentie. De film is echter niet echt geïnteresseerd in het aanwijzen van een schuldige of het benadrukken van gevaren. Regisseur Alex Garland liet in verschillende interviews weten dat het stellen van vragen vaak interessanter is dan het beantwoorden ervan: het gaat om de weg ernaartoe en om de discussies die de film doet oplaaien.
Zo beschouwd laten de laatste momenten van de film te wensen over. Als conclusie van de broeierige thriller zijn ze adequaat: er zijn een paar al dan niet voorspelbare twists en er is een definitief einde. Maar de laatste twintig minuten laten ook zien dat de film plots klaar is met het stellen van interessante vragen. Daarmee zal alles volgens sommigen uit de bocht vliegen en alle geloofwaardigheid verliezen. Voor anderen kan het een einde zijn dat precies past bij datgene wat we tot dan toe zagen.
Het einde is echter niet het deel dat blijft hangen. Wat wel blijft hangen is het spel tussen Caleb en Ava, de vraag wie precies wie aan het testen is en hoe dat precies te zeggen is, en de spanning tussen Caleb en Nathan, die doen alsof ze maatjes zijn, maar waarbij de verhoudingen zo krom zijn dat er een constant wantrouwen heerst. Hoewel het een film is, raakt ook de kijker snel overtuigd van zowel de machinale natuur van Ava als de menselijkheid van haar brein. En omgekeerd weet Caleb na een tijdje niet zo zeker of híj wel zo menselijk is als hij denkt. Op het moment dat ook de gevaren van kunstmatige intelligentie duidelijk worden – of beter, de gevolgen van het experimenteren ermee – voel je ook als kijker de morele, technologische en filosofische problemen van echte kunstmatige intelligentie.