Dat schrijft radioastronoom Cees Bassa in De Ingenieur van oktober 2024.

 

Elke week brengt SpaceX dertig tot veertig nieuwe Starlink-satellieten in een baan om de aarde, om mensen overal in de wereld toegang tot internet te geven. Er zijn nog vier, vijf andere commerciële bedrijven actief die satellieten lanceren voor deze toepassing. Zo wordt het steeds drukker in de banen om de aarde. Tegen het einde van dit decennium draaien er volgens schattingen honderdduizenden satellieten rond de aarde.

Sommige van die satellieten geven onbedoeld straling af. Telescopen van (radio)astronomen ondervinden daar last van. Vorig jaar al publiceerde ik met collega’s onderzoek dat liet zien dat radiotelescopen last ondervinden van de straling van onder meer Starlink-satellieten. Uit nieuw onderzoek blijkt nu dat de hinderlijke straling van de nieuwste versie van deze satellieten nog eens 32 keer zo sterk is. Het is hoog tijd dat er regelgeving komt voor satellietbedrijven, opdat die worden gedwongen de vrijkomende radiostraling binnen de perken te houden. Want als het zo doorgaat, hebben we straks de situatie dat telescopen zoals de Nederlandse LOFAR-radiotelescoop nooit meer een waarneming doet zonder dat er een stralende satelliet het beeld binnenschuift.

Ik doe een beroep op de International Telecommunications Union (ITU) om regels hiervoor te ontwikkelen. Tegelijk realiseer ik me dat die nog jaren op zich zullen laten wachten. Tot die tijd doen we als radiosterrenkundige gemeenschap een dringend beroep op de ingenieurs bij SpaceX en andere bedrijven om in nieuwe ontwerpen van satellieten rekening te houden met de radioastronomie. En dat kán ook, want die technische mogelijkheden bestaan. Onze metingen aan de satellieten van OneWeb en Iridium Communications laten vooralsnog geen hinderlijk vrijkomende straling zien. Als deze bedrijven het kunnen, dan kan SpaceX het ook.

We realiseren ons dat bedrijven zoals SpaceX niet direct zitten te wachten op onze oproep. Aanpassingen aan de ontwerpen van hun satellieten leiden vermoedelijk tot hogere productiekosten. Ook kunnen verbeterde versies zwaarder zijn, waardoor de lanceerkosten oplopen. Wij zijn bereid om mee te werken met SpaceX aan oplossingen voor deze onbedoelde straling, door de eigenschappen van de straling in kaart te brengen. Zo zouden we kunnen onderzoeken of het stralingsprobleem zit bij de zonnepanelen, door zowel metingen te doen wanneer die panelen zonnestraling opvangen en als wanneer ze in de schaduw zitten. Ook zijn we benieuwd of de straling van de satellieten afhangt van hun positie aan de hemel.

Mijn pleidooi is belangrijk voor het voortbestaan van de radioastronomie, maar het werk dat wij doen aan de onbedoelde straling van satellieten is ook deprimerend. Híervoor ben ik geen radioastronoom geworden; ik besteed mijn tijd liever aan het bedrijven van wetenschap op basis van nieuwe metingen met onze LOFAR-telescoop. Maar dan moet die wel ongestoord zijn data binnenkrijgen. En dat staat nu op de tocht.
 

Cees Bassa is astronoom en werkt bij ASTRON.

Dit artikel verscheen eerder in de editie van oktober 2024 van De Ingenieur.

Openingsbeeld: een rijtje Starlink-satellieten die op het punt staan om in hun baan gebracht te worden. Foto: Official SpaceX Photos