Nasja Geertjens is adviseur duurzame gebouwen bij architecten- en ingenieursadviesbureau Sweco. Aan De Ingenieur vertelt ze wat haar drijft. 

DRIVE

De wereld een beetje beter maken, dat is de ambitie van veel ingenieurs.
In DRIVE vertellen ze over wat hen beweegt. Fotograaf Bianca Sistermans maakt het portret.

‘Mijn opa werkte in de bouw, eerst als timmerman, ­later als bouwkundig opzichter. Als dat een rol bij mijn beroeps­keuze heeft gespeeld, was dat onbewust. Dat ik de duurzaamheidskant ben opgegaan, hangt misschien wel samen met mijn opvoeding. Mijn ouders hamerden niet op duurzaamheid, maar deden er wel aan. Tot mijn negende jaar hadden wij geen auto. Ik vond dat normaal, maar achteraf gezien was het best bijzonder.  

In vriendenboekjes schreef ik dat ik brandweervrouw of wielrenster wilde worden. Op de middelbare school was ik goed in de exacte vakken, vooral natuurkunde vond ik superinteressant. Het leek me zonde daar niets mee te doen. Ik heb nog wel bij fotografie gekeken, maar het werd uiteindelijk bouwkunde bij de Hogeschool van Rotterdam. Dat bleek een goede keuze.  

In het derde jaar deed ik mee aan een leerwerktraject. In de Rotterdamse wijk Heijplaat had je toen het concept house village. Daar werden tijdelijke huizen ontworpen door studenten van onze school en de TU Delft en gebouwd door het Albeda College, een mbo. Iedereen had een rol, zoals architect, constructeur of bouwer. Mijn rol was bouwfysicus en duurzaamheidsadviseur. We mochten de gekste dingen bedenken, we keken gewoon of het lukte. Alle mogelijkheden lagen open. Het meedoen aan dit praktijkproject en inspirerende docenten zijn bepalend geweest voor mijn afslag richting duurzaamheid.  

Na mijn studie werkte ik ruim vijf jaar bij ingenieursbureau Nieman, dat advies geeft over bouwfysica en -regelgeving. Dat was een goede basis, maar ik wilde meer met circulariteit doen. Daarom ben ik naar Sweco gegaan. 

Alleen alarmeren gaat de omslag niet teweeg brengen

Nasja Geertjensadviseur duurzame gebouwen Sweco

Sweco heeft duurzaamheid echt in zijn DNA zitten. Het bureau wil in 2035 zelf ook klimaatneutraal en 100 procent circulair zijn in de bedrijfsvoering. Inmiddels ben ik hier adviseur duurzame gebouwen. Ik houd me bezig met de samenhang tussen energie, materiaal­gebruik, gezondheid, het gebruik van het gebouw, klimaatadaptatie en ecologie. Ik ben zo de spin in het web.  

Ook in mijn privéleven draag ik het duurzaamheidsideaal uit. Alleen alarmeren gaat de omslag niet teweeg brengen. Ik wil anderen ook niets opleggen, maar probeer wel zelf zo bewust mogelijk te leven. Ik ga bewust om met spullen en kijk of ik dingen kan repareren. Anders koop ik ze tweedehands. En ik ben vegetariër geworden. Het is inmiddels wel in alles doorgesijpeld.

Ooit had ik de droom in een tiny house te gaan wonen. Daardoor ben ik terechtgekomen in een duurzame woonwijk die we met 24 huishoudens zelf ontwikkelen. Beslissingen nemen we op een sociocratische manier – dat is een overleggende manier van besluitvorming. Ik kreeg er de kleinste woning, van 46 vierkante meter.  

Ik probeer anderen te laten zien dat duurzamer leven niet altijd moeilijk hoeft te zijn. Daar zet ik ook LinkedIn voor in. Dat vond ik eerst heel spannend, maar mensen reageren positief, dat is bemoedigend. Ik wil laten zien wat de mogelijkheden zijn. Sweco geeft mensen ook de kans om op de voorgrond te treden met wat ze belangrijk vinden. Ik heb bijvoorbeeld een keer een workshop minimalisme gegeven aan jonge Sweco-collega’s, dat was tof.

Het heeft best lang geduurd voor ik met mijn duurzaamheidsverhaal naar buiten durfde te treden, en niet meer dacht: o, dat past niet binnen het maatschappelijke plaatje, dat vinden mijn vrienden of familie vast raar... Maar dit is waar ik intrinsiek in geloof. Ik sta wat dat betreft nu veel meer in mijn kracht dan voorheen. Vroeger dacht ik: Moet ik mensen wel belasten met mijn idealen? Nu denk ik: ja, hier sta ik gewoon voor.’