âAls hij ooit stukgaat, koop ik weer een Fiat Panda'
Kunstenaar Jan Dirk van der Burg is overtuigd Pandist. Een paar jaar geleden schafte hij zich voor 1200 euro in een garage bij Eindhoven een bordeauxrode Fiat Panda uit 2003 aan, waarmee 70 000 km was gereden.
‘Als hij ooit stukgaat, koop ik weer een Fiat Panda – en wanneer ik Fiat Panda zeg, bedoel ik het klassieke model en niet de zogenaamde Fiat Panda’s die na 2003 zijn geproduceerd en die bekendstaan als nieuwe Panda’s.’
We reden van Amsterdam naar Hoogeveen in Drenthe, waar Van der Burg moest zijn voor een opdracht.
‘Ik fotografeer voor de site De Correspondent het leven dat zich dagelijks onder het systeemplafond afspeelt.’
Van der Burg vond het belangrijk om te laten zien hoe zijn Fiat Panda zich hield op een weg waar het ook eventjes wat harder kan dan 120 km/h. Zijn Fiat Panda haalde, ondanks de rukwinden van opzij, met gemak de 150 km/h. Onderweg vertelde hij over zijn auto.
‘Je kunt je in een Fiat Panda manoeuvres permitteren die normaal gesproken alleen voor een BMW zijn weggelegd, met dien verstande dat je bij medeweggebruikers sympathie opwekt.'
Van der Burg, nadat we een Mercedes hebben gepasseerd:
‘Ik ontmoet regelmatig een opgestoken duim. Mensen denken in eerste instantie toch dat ze in worden gehaald door een oud dametje. Pandisten groeten elkaar sowieso. Je voelt je verbonden en drukt even op de toeter, vaak gevolgd door een korte zwaai of de opgestoken duim.’
Mensen denken in eerste instantie toch dat ze worden ingehaald door een oud dametje
Voor Van der Burg begon het allemaal toen hij als jongetje de beroemde Fiat Panda reclame zag: ‘Met een Fiat Panda lach je iedereen uit.’ Voor hem is het nog steeds de enige commercial waarin geen woord is gelogen.
‘Ik vind het de mooiste auto ooit gemaakt. Het is namelijk exact het autootje wat je krijgt als je een kind een auto laat tekenen. De Fiat Panda is gemaakt volgens het principe: wat er niet op zit, kan ook niet stuk. Het is een soort koekblik op wieltjes. Het lijkt als je erin rijdt ook meer op karten dan op autorijden. Er zit een klein krachtig motortje in, waaruit de meeste kinderziektes zijn verdwenen. Tegelijkertijd is de auto veel ruimer
dan je denkt; ik heb er bijvoorbeeld mijn vriendin mee verhuisd.’
Van der Burg wees naar het ontbreken van een dashboard voor de bijrijdersstoel.
‘Echt een vondst, vind ik. Je mist het niet en de bijrijder kan zijn knieën kwijt.’
Om zijn enthousiasme te kunnen delen en kanaliseren werd hij kort na de aanschaf van zijn Fiat Panda lid van Fiat Panda Club Pandissimo, waarvan de voorzitter elke nieuwsbrief afsluit met een welgemeende ‘Pandistische groet’ aan de leden. Het clubleven viel Van der Burg zwaar, vooral omdat nogal wat leden een nieuwe Panda reden, terwijl het Van der Burg nu juist ging om het klassieke model.
‘Mensen met sleutelposities binnen de club, de voorzitter en de penningmeester, rijden in nieuwe Panda’s. Nieuwe Panda’s hebben niets met klassieke oude Panda’s te maken, dat zijn gewoon Nissan Micra’s.’
Nieuwe Panda's hebben niets met klassieke oude Panda's te maken, dat zijn gewoon Nissan Micra's
Twee keer reed hij mee tijdens een showrit op de clubdag.
‘Dan rijd je in een lange sliert Fiat Panda’s over de wegen. Op zich niet zo bijzonder. Je ontmoet de mensen die je op het Fiat Panda-forum kent als Pipo Panda en Panda Mobilisation. Na afloop klapte er een de motorkap van zijn Panda open. Heel erg overdreven vond ik dat. Het kenmerk van een Fiat Panda is juist dat daar heel weinig is te zien. Ik vond die club eigenlijk een beetje een natte scheet.’
In Hoogeveen parkeerde Van der Burg zijn Panda op een enorm parkeerterrein in de buurt van het station.
‘Moet jij straks maar eens opletten’, zei hij, toen we het parkeerterrein afliepen, ‘hoe makkelijk wij onze Fiat Panda terug gaan vinden straks. Het is het enige afwijkende model.’
tekst Marcel van Roosmalen foto Elmer van der Marel