Spookfiles oplossen met app
Gisteren begon de Automotive Week in Helmond. Tot 1 april worden de nieuwste snufjes voor snelweg en auto getoond. Een van die snufjes is een app om het aantal files op de A58 terug te dringen. Over deze app verscheen onderstaand artikel in het maartnummer van de Ingenieur.
'Op de A58 richting Eindhoven staat ter hoogte van St. Michielsgestel tien kilometer langzaamrijdend tot stilstaand verkeer.' Hoe vaak komt dit bericht niet langs op de radio? Het ergste is dat die files regelmatig geen enkele oorzaak hebben. Deze spookfiles, die zonder duidelijke oorzaak (een ongeluk, wegwerkzaamheden) ontstaan, vormen op de A58 een groot probleem: een derde van alle files zijn spookfiles, terwijl het landelijk gemiddelde op 22 procent ligt. Vandaar dat de A58 een perfecte testcase lijkt voor de spookfile-app.
De provincie Noord-Brabant laat, samen met het ministerie en Rijkswaterstaat, drie ontwikkelaars een smartphone-programma bouwen dat de data die infrastructuur en weggebruikers produceren vertaalt tot een file-voorkomend advies. Gepersonaliseerd, dus iedereen die tussen Tilburg en Eindhoven rijdt ziet waar hij of zij moet opletten, welke snelheid het slimst is om aan te houden en hoeveel afstand ze op hun voorganger moeten houden. 'De app laat mensen zo tien auto's vooruitkijken. Doordat als het ware je overzicht van de weg groter wordt, zullen mensen minder vaak plotseling remmen of van baan wisselen. Zo nemen de spookfiles af', beargumenteert Bram Hendrix, MSc, die namens de samenwerkende overheden projectleider is.
Apps kunnen via 3G niet realtime reageren
De apps zijn binnenkort verkrijgbaar, maar zullen in het begin nog niet optimaal werken. Ze baseren zich immers ook op gebruikersdata. Dat betekent dat hoe meer mensen ze gebruiken, hoe beter de software een voorspelling kan maken van iemands rijgedrag en hoe persoonlijker een advies kan worden. 'Die interpretatie van de data wordt overigens uitgevogeld door de appmakers; de overheden faciliteren het project Hoe de data, verzameld door marktpartijen, zich vertaalt naar een rijadvies, dat moeten de serviceproviders bepalen', vertelt Hendrix. Vandaar ook dat er apps van verschillende bedrijven uitkomen; zo kan de automobilist na gebruik kijken welk algoritme het best bevalt.
In het begin zullen de apps, hoe goed het algoritme ook werkt, een probleem hebben. Ze kunnen niet acuut reageren op veranderende situaties. Dat maakt het voorkomen van een spookfile, die vaak ontstaat door plotseling remmen of van baan wisselen, lastig. Daarom moet het in het begin vooral als waarschuwingsmechanisme dienen: let op, over een kilometer begint een file. Matig alvast uw snelheid. 'Die berichten zullen via de internetverbinding worden verstuurd, dus met 3 of 4 g. Dat is te langzaam om meteen auto's te informeren over een plotseling probleem. Maar als de file er al even staat, is het een goede manier om de file niet nodeloos langer te maken.' Bovendien zorgt het ervoor dat er meteen een gebruikerstest kan plaatsvinden; als de apps eenmaal uit zijn, zal regelmatige A58-rijders gevraagd worden of ze de app willen gebruiken. Zo hopen de afzonderlijke marktpartijen ieder op 1000 testers.
Kastjes
Ondertussen maken de overheden en bedrijven zich klaar voor de toekomst. 'Als auto's straks, dus na 2016, via een snelle wifi-verbinding (ITS-5) kunnen praten, wordt snelle berichtgeving wél mogelijk. Dan kunnen bestuurders binnen een seconde gewaarschuwd worden voor een auto een paar meter verderop die potentieel een file kan veroorzaken. Door langer van te voren geïnformeerd te worden, kan de bestuurder er rekening mee houden. Voordat álle auto's zulke apparatuur aan boord hebben, ben je zo een aantal jaren verder. Daar willen de partijen niet op wachten, dus zullen ze binnenkort kastjes langs de weg plaatsen. Die fungeren als een soort routers, om auto's met elkaar te laten praten zelfs als ze daarvoor honderden meters moeten afleggen. 'Als straks elke auto dit systeem heeft, zijn die kastjes misschien niet meer nodig. Maar in het begin zijn ze essentieel, want zelfs een paar bestuurders waarschuwen kan bij een spookfile al schelen', legt Hendrix uit.
Hoewel een investering in spullen lángs de weg typisch een overheidstaak is, ziet Hendrix dat ook zij zich steeds meer ín de auto begeeft. 'Als de communicatie tussen auto's en van auto naar bestuurder krachtiger is dan die tussen bestuurder en matrixbord boven de weg, is er eigenlijk geen reden meer om in die infrastructuur te investeren. Dan kunnen we investeren in veilige apparatuur in de auto.'
Of het pilotproject op de A58 gaat werken, moet nog blijken. Maar omdat er verschillende stappen inzitten (eerst waarschuwen met 3/4g, daarna voorkomen met het wi-fi-signaal) valt er nog genoeg aan te passen terwijl het project plaatsvindt. Bovendien is de data die de overheid aan de appmakers levert open source, zodat iedereen een manier kan bedenken om het goed te gebruiken. 'Als alles goed gaat op de A58, moet de app natuurlijk voor álle snelwegen bruikbaar worden. Dan kan het aantal spookfiles echt omlaag.' Inderdaad; een vijfde minder files klinkt niet verkeerd.