Simon Weersma is civiel ingenieur en manager van het ingenieursbureau van HTM in Den Haag. Hij verzamelt spreuken over ingenieurswerk ter inspiratie.

ā€˜Tien jaar werkte ik boven de grond, aan grote utiliteitsprojecten. Bij de bouw van de verkeerstoren op Schiphol was ik werkvoorbereider. De projectleider daar beschouw ik als een van mijn leermeesters: hij liet me zien hoe je een project draait, met mensen omgaat, de zaak na tegenslag weer op de rit krijgt, dat soort dingen. Vorig jaar brachten we een laatste bezoek aan de toren. Zijn kleindochter had dat voor hem geregeld. Vorige week overleed hij.

Vervolgens werkte ik tien jaar onder de grond, ook voor Visser & Smit Bouw, een werkmaatschappij van VolkerWessels. Ik leidde funderingsprojecten en was betrokken bij de aanleg van een tramtunnel, om een voorbeeld te noemen. Daarop stapte ik over naar de woningbouw, maar dat bleek een ongelukkig huwelijk.

Ā 

Simon Weersma is Ć©Ć©n van de sprekers bij het event Inspirerende Ingenieurs, dat op zondag 6 oktober plaatsvindt bij KIVI in Den Haag. Interessant? Lees hier meer en kom langs!

Teamgevoel

Repetitieve bouw bleek me minder aan te spreken dan unieke projecten. Ik heb geprobeerd te analyseren waarom. Bij eenmalige projecten is het belangrijk veel aandacht te besteden aan de organisatie en de kwaliteit, terwijl het bij woningbouw vaak om grote aantallen en inkoop draait, bijvoorbeeld om toch nog een halve cent te besparen op een baksteen. De rol van onderaannemers is ook veel groter in die sector: ik was gewend dat we veel zelf uitvoerden. Het teamgevoel op een groter project speelt een belangrijke rol, daar ben ik goed in.

Als zzpā€™er belandde ik bij de HTM, het openbaarvervoerbedrijf in de Haagse regio. Het lukte me de afdeling projectvoorbereiding door een reorganisatie te leiden. Zonder schokkende filosofieĆ«n: gewoon standvastig zijn, de tijd nemen om het als team te begrijpen en de techniek laten zegevieren.

Ā 

Project stilgelegd

De sleutel voor mij is het besef dat iedere techneut in de basis wat moois wil maken waarop trots kan worden teruggekeken. Als je dat gevoel bij de werknemers weet te stimuleren, dan motiveert dat enorm.

Ik werd verantwoordelijk voor de renovatie van honderden oude trams. Ik had de ballen verstand van rijdend materieel, maar een planning maken en een organisatie opzetten kan ik en het lukte me ook om een goed team te vormen met de mensen die er wel verstand van hadden. Het eerste wat ik deed, was het project een maand stilleggen. Niemand begreep dat, maar ik wilde eerst alles goed organiseren, om vervolgens de operatie in een logische volgorde en een verantwoord tempo te kunnen uitvoeren. We waren uiteindelijk vier maanden eerder klaar dan gepland en hadden miljoenen bespaard.

Ā 

Spreuken

Spreuken helpen mij het enthousiasme voor het vak te delen en te behouden. Ik verzamel ze al dertig jaar en heb ze nu gebundeld in een boekje. Ze houden de geest fris, mensen herkennen zich erin. Ingenieurs hebben vaak de neiging het eigen werk te bagatelliseren. Wanneer hun een probleem wordt voorgelegd antwoorden ze: ā€œIk kijk wel even.ā€ Niks even! Onze manier van kijken omvat vakmanschap, kennis en ervaring en daarvan mogen we ons best wat bewuster zijn.

Wat technische vakmensen bindt, is het zoeken naar objectieve waarheden, via de wetenschap of als resultaat van praktisch onderzoek. We zijn in staat ver vooruit te denken, risicoā€™s in te schatten en reĆ«le modellen te maken. Die ā€˜stip op de horizonā€™ moet wel haalbaar zijn en geen politiek wensdenken. En toch zijn we ook creatief en blijven we ons verwonderen.

Ik hoop dat de bundel helpt om de techneut de waarde van zijn werk in te laten zien. Als we zelf al doen alsof het niets voorstelt, dan maken we het vak ook niet aantrekkelijk voor jongeren. Die jonge millennials hebben we natuurlijk keihard nodig. Zelf enthousiast en trots zijn op het werk helpt zeker om ze binnen te krijgen en te behouden.ā€™

Ā 

Portretfoto: Bianca Sistermans

Ā 

Het boek Wat drijft een ingenieur? van Simon Weersma kost ā‚¬ 22,95 en is te bestellen via TeDaRo.boek@gmail.com.