Welke rol speelt windenergie in de energiemix van de toekomst en welke technische uitdagingen liggen er nog? Die vragen staan deze week centraal op de grote conferentie WindEurope in Kopenhagen. Een groep studenten en jonge wetenschappers van de TU Delft doet verslag voor De Ingenieur. Deel 3 van een blogreeks.
 

Dag 3: Peter Schmidt
 

Windenergie op zee is complex. Offshore wind – het opwekken van elektriciteit door middel van windparken op zee – is een ambitieuze maar noodzakelijke stap voor de energietransitie, maar zal het gebeuren? Hoe gaat het gebeuren? Wie zorgt ervoor dat het gebeurt? Dat zijn de vragen die ik mezelf blijf stellen als ik 's ochtends een kop koffie zet voordat ik me voor mijn laptop installeer en aan mijn scriptie begin.

Mijn passie voor duurzaamheid bracht me in 2021 van Duitsland naar Nederland om Engineering and Policy Analysis te studeren aan de TU Delft, en daarmee te kunnen bijdragen aan de energietransitie.

Deze maandag heeft diezelfde passie me naar de WindEurope-conferentie in Kopenhagen gebracht, waar ik van de ene sessie naar de andere hop en interviews met experts in het veld probeer af te nemen, in een poging om het inherent complexe probleem van de energietransitie met offshore wind uit de Noordzee te begrijpen.
 

In 2050 moet Europa het eerste klimaatneutrale continent zijn: de Europese Unie mag dan niet meer bijdragen aan de opwarming van de aarde. Om dat te verwezenlijken, is een routekaart opgesteld met maatregelen. Welke rol speelt windenergie daarin? Welke grote obstakels moeten nog worden overwonnen? De rol van windenergie in het versnellen van de energietransitie wordt besproken tijdens WindEurope: een conferentie van 25 tot en met 27 april in Kopenhagen. Een groep TU Delft jonge wetenschappers en studenten is daarbij aanwezig en doet verslag op De Ingenieur.



Potentieel voor offshore windenergie is enorm

Blogger Peter Schmidt

Hier in Kopenhagen waait de wind, net als in Nederland, voortdurend in mijn gezicht. Het voelt dus logisch om die te gebruiken voor energieopwekking. Tot zover niks aan de hand. Maar waarom juist mijn fascinatie voor offshore wind?

Offshore wind geniet hogere maatschappelijke acceptatie, omdat de Noordzee niet direct in de achtertuin van bewoners ligt. Het potentieel voor offshore windnergie is enorm, met alle beschikbare ruimte, de mogelijkheden om grotere turbines te plaatsen en de constante wind. En misschien is het ook omdat ik zelf zo van de zee houd, en gefascineerd ben door complexe problemen.


Vogelperspectief

Mijn proefschrift bekijkt het offshore energiesysteem in de Noordzee vanuit een vogelperspectief. Het kijkt naar de relevante actoren zoals exploitanten van windparken, transmissiesysteembeheerders, leveranciers en overheden.

Ik analyseer hun onderlinge afhankelijkheid en ontleed relevante factoren die het offshore energiesysteem beïnvloeden, zoals marktontwerp, beleid of regelgeving. Het doel is dat de Nederlandse transmissiesysteembeheerder TenneT, bij wie ik het proefschrift schrijf, betrouwbaar energie kan leveren. Betrouwbare levering houdt het licht aan.


Energietransitie is een uitdaging voor hele samenleving

En dat licht laten branden lijkt eenvoudig, maar als ik me één ding heb gerealiseerd hier in Kopenhagen, dan is dat het allesbehalve eenvoudig is. Contracts for Difference, Power Purchasing Agreements, niet-prijsgebonden criteria en vergunningen. Buzzwords die je in bijna elke sessie hoort.

Deze mechanismen onthullen dat de energietransitie een uitdaging is voor de hele samenleving. Niet alleen voor de industrie of de overheid, en niet alleen voor Nederland of België.

Wat we nodig hebben van het offshore systeem van de Noordzee is driehonderd gigawatt aan opgewekte stroom in 2050, zoals maandag is besproken op de Noordzeetop in Oostende. Dat is een vertienvoudiging ten opzichte van de huidige dertig gigawatt; en dus een enorme uitdaging. Gelukkig zijn alle belangrijke spelers bijeengekomen op de WindEurope-conferentie in Kopenhagen om dit voor elkaar te krijgen.


Hoe vertienvoudigen we het offshore systeem?

Toch blijft de prangende vraag: hoe komen we daar? Het is namelijk ook een maatschappelijke uitdaging. Volgens het Grid Renewables Initiative – dat zijn TSO's en NGO's in Europa die zich richten op een duurzame netwerkontwikkeling – moeten we ‘van het minst dure project naar het meest waardevolle project’. Hiermee wordt ook bedoeld dat we rekening moeten houden met de behoeften van de samenleving.

Publieke participatie is cruciaal. Buren die samenkomen en collectief stroom afnemen van een windmolenpark, om de individuele energiekosten te drukken, dat soort dingen. Een ander belangrijk criterium is natuurbehoud.

De industrie en de regeringen zijn het erover eens dat we ons eerst moeten voorstellen waar we in 2050 willen zijn, en dan redeneren hoe we daar kunnen komen. De ambities zijn duidelijk zichtbaar, maar de route ligt nog niet klaar.

Tegelijkertijd is het heel hard en snel nodig. Daarom wil ik mijn steentje bijdragen. Het begrijpen en bijdragen aan de oplossing van dit complexe probleem motiveert mij om elke dag op te staan. Om helemaal naar Kopenhagen te rijden in een elektrisch busje. Naast koffie, waarvan er gelukkig genoeg is op de conferentie. 
 

Peter Schmidt volgt een MSc in Engineering and Policy Analysis en schrijft zijn scriptie over een conceptuele analyse van het offshore energiesysteem in de Noordzee met TenneT. Het transport van elektriciteit van offshore naar het net op land, is een cruciaal knelpunt in de energievoorziening en de energietransitie. Schmidt benadert dit knelpunt vanuit een socio-technisch perspectief. Zo analyseert hij niet alleen de impact van technische factoren zoals marktontwerp, energie-eilanden of waterstof, maar ook wat de impact is van maatschappelijke acceptatie en publieke participatie op de offshore activiteiten van TenneT.


Foto: Depositphotos