Opinie

Niemand is echt tegen verduurzamen en het aanpakken van de klimaatcrisis. Maar wie wil er nu windmolens in zijn achtertuin, of als eerste van het gas af? Betrek burgers actief bij energietransitie en geef ideeën en bezwaren een plek in het uitvoeringsplan, stelt Arjen Brander van het Fries Sociaal Planbureau. Dat is een sleutel voor draagvlak. 

De energietransitie is letterlijk het overgaan van het ene energiesysteem naar het andere systeem. De belangrijkste uitdagingen hiervoor liggen volgens het Fries Sociaal Planbureau (FSP) niet op het gebied van de technologie, maar op het sociale vlak. Want wie is straks de eigenaar van dat windmolenpark of zonneweide en profiteert ervan, de omwonenden of de projectontwikkelaar? Welke rol krijgen burgers überhaupt toebedeeld in de transitie? Hoe groot is hun zeggenschap? En hoe wordt ervoor gezorgd dat echt álle inwoners mee kunnen doen aan de transitie?

Deze vragen zijn fundamenteel voor ‘draagvlak’. Want om de energietransitie te laten slagen, is draagvlak essentieel, is een veelgehoord mantra. Vooral omdat er van burgers veel wordt verwacht zoals het verduurzamen van de woning. Beleidsmakers en bestuurders die betrokken zijn bij het formuleren van de Regionale Energie Strategie (RES) worden daarom door de overheid aangemoedigd aandacht te hebben voor het draagvlak onder de inwoners. Daarbij is niet altijd duidelijk wat precies onder dat ‘draagvlak’ wordt verstaan. Bij wie, waarvoor en waarom zou er draagvlak moeten bestaan?

Om invulling te kunnen geven aan draagvlak is het belangrijk inzicht te hebben in het burgerperspectief op de energietransitie. Het FSP heeft daar in Fryslân onderzoek naar gedaan. Ruim driekwart (78 procent) vindt het belangrijk om klimaatverandering tegen te gaan, maar er zijn ook twijfels over de uitvoering van het klimaatbeleid. Bijvoorbeeld als het gaat om het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving. Waarom moet dat zo snel? Is het betaalbaar? En wat zijn de alternatieven?

De verbondenheid met het landschap leidt tot terughoudendheid wat betreft de aanleg van windparken en zonneweides. Dat mensen de beleidsdoelen onderschrijven, betekent niet automatisch dat zij ook de manier steunen waarop aan die beleidsdoelen invulling wordt gegeven.

 

Participatiepraktijk

Voor het creëren van draagvlak bestaat geen blauwdruk. De overgang naar een ander energiesysteem raakt ieders woon- en leefomgeving. Veel burgers willen daarom graag meedenken, meepraten en meedoen. Daarvoor moet het participatieproces wel helder en duidelijk zijn. Wat zijn de spelregels en wanneer is het belangrijk om een bijdrage te leveren?

Dat traject moet de komende jaren duidelijk worden voor iedereen. Dat is eigenlijk gewoon een burgerrecht. Want als het volgens burgers schort aan eerlijke en rechtvaardige processen en uitkomsten, dan raakt dat ook de besluitvorming en ontstaat er al snel een neerwaartse spiraal van weerstand en verzet. Burgers willen inspraak in de beleidsvorming, en dat hun zorgen serieus worden genomen.

Meerdere studies laten zien – ook als het gaat om transitiebeleid – dat het gevoel van rechtvaardigheid het beste voorspelt of mensen iets acceptabel vinden of niet. Mensen moeten het idee hebben dat het beleid eerlijk is – dat het iedereen in gelijke mate treft of dat degene die dat kan een stapje meer doet.

Aan de overheid de taak om tot een transparant en duidelijk proces in de energietransitie te komen, een waarin de wensen en zorgen van álle burgers worden meegewogen. Deze inclusieve participatiepraktijk in de energietransitie is van cruciaal belang. Ook al kost het betrekken van burgers tijd, het zal zich op de lange termijn zeker uitbetalen.


Auteur Arjen Brander is projectleider ‘Sociale staat van de Friese energietransitie’ bij het Fries Sociaal Planbureau (FSP), een onafhankelijk kennisinstituut in Friesland dat trends en ontwikkelingen in de provincie in kaart brengt, analyseert en ontsluit voor een breed publiek.

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.