Zonnepanelen domineren de markt om thuis energie op te wekken. Eenzelfde investering in windenergie kan volgens Aeromine ­Technologies echter anderhalf keer meer elektriciteit opleveren.
 

Kleine windturbines op daken van woonhuizen en gebouwen zijn nog altijd geen groot succes. Er is in Nederland ook geen subsidieregeling voor en het installeren vergt een bouwvergunning. Daarnaast mag er geen sprake zijn van geluid- of zichtoverlast, zoals hinder door de slag­schaduw van draaiende wieken.

Aeromine Technologies uit de Verenigde Staten ontwikkelde daarom een alternatief systeem dat stil werkt en geen zichtbare bewegende delen heeft.





Generator met turbinebladen

Het systeem werkt met parallel aan elkaar opgestelde verticale spoilerbladen. Daar tussenin staat een verticale buis met openingen in de zijkant. Door de luchtstroming langs de bladen ontstaat in het midden een lagedrukgebied dat een luchtstroming door de buis opwekt. 

De lucht wordt aangezogen door het voetstuk van de buis waarin een generator met turbine­bladen is gemonteerd. Om dit goed te laten werken, moeten de bladen wel tegen de wind in staan.


Hybride systeem van zonne- en windenergie

Een groot voordeel van het systeem is dat het vrij simpel is, goedkoop te produceren en eenvoudig te installeren. Volgens Aeromine Technologies levert het de helft meer elektriciteit dan een zonne­paneleninstallatie van dezelfde prijs, waarbij de Nederlandse subsidie niet is meegerekend.

Bovendien neemt het slechts 10 procent van het dakoppervlak in beslag. Dat maakt het dus ook goed mogelijk om een hybride systeem te realiseren van wind- en zonne-energie.


Vermogen zo groot als van 20 zonnepanelen

De windturbine van Aero­­mine Technologies is in verschillende varianten en afmetingen te bouwen. Een van de beoogde uitvoeringen heeft een ver­mogen van vijf kilowatt, wat vergelijkbaar is met een installatie van meer dan twintig zonnepanelen.

Voor meer opbrengst kunnen meerdere windturbines naast elkaar op een dak worden gemonteerd op een onderlinge afstand van zo’n 4,5 meter.


Tekst: Paul Schilperoord
Beeld: Aeromine Technologies