‘Waar zijn de Googles van Europa?’
De wereld draait voor een aanzienlijk deel op de platforms van bedrijven als Google, Facebook en Apple. Die ontstonden in een klein hoekje van de Verenigde Staten: Silicon Valley. Ex-Facebookwerknemer en schrijver Antonio García Martínez verklaart waar dat succes vandaan komt en waarom Europa achterblijft. ‘Het kapitalisme van Silicon Valley is echt een levenshouding, bijna een religie.’
Tijdens zijn promotie in de natuurkunde aan de University of California, Berkeley knapte Antonio García Martínez MSc af op de academische wereld. Hij ging op Wall Street aan het werk en maakte na een paar jaar de ongewone overstap naar Silicon Valley, het gebied met hightechbedrijven rond San Jose in Californië. Hier begon García Martínez een paar start-ups en kende enig succes voor hij werd weggekocht door Facebook. Daar schreef hij slimme software voor advertenties. Al snel klom hij op naar het niveau waarop hij af en toe vergaderde met CEO Mark Zuckerberg zelf.
Over zijn avonturen in Silicon Valley schreef hij de beststeller Chaos Monkeys, in het Nederlands uitgebracht als Start-upmania; geld en gekte in Silicon Valley. Daarin bekijkt hij het technologiewereldje met een kritische blik en een flinke dosis humor. García Martínez, die onlangs in Nederland was als hoofdspreker op een congres, praat snel en denkt al net zo snel. Terwijl hij zijn zinnen formuleert, schieten zijn ogen heen en weer.
U ging van Wall Street naar Silicon Valley. Zag u daartussen parallellen?
‘Ja, veel. Software is eating the world is een gevleugelde uitdrukking in Silicon Valley. Hele stukken van de waardeketen zijn inmiddels geautomatiseerd en in software gegoten. Dat is natuurlijk ook gebeurd in de financiële wereld. Bij het verhandelen van financiële producten stonden eerst jonge mannen tegen elkaar te schreeuwen, nu praten computers met elkaar. Toen ik in Silicon Valley ging werken aan systemen voor online advertenties, trof ik ongeveer dezelfde technologieën aan.’
Dat moet u even uitleggen.
‘In beide gevallen probeer je de menselijke psychologie te modelleren, namelijk de perceptie die iemand heeft van waarde. Bij Goldman Sachs op Wall Street ging dat over de waarschijnlijkheid dat een bedrijf zijn schuld zal terugbetalen aan de bank. Bij online adverteren heb je een fractie van een seconde iemands aandacht en wil je weten wat de kans is dat diegene op je advertentie klikt. Die problemen lijken behoorlijk op elkaar. De advertenties die je te zien krijgt op een website, zijn het resultaat van razendsnelle veilingen die voortdurend achter de schermen plaatsvinden. Eigenlijk wordt jouw aandacht verkocht aan de adverteerder die er op dat moment het meeste voor over heeft, en dat gebeurt duizenden keer per seconde. Het is ongelooflijk, maar zo werkt het.
Een van de redenen waarom ik mijn boek heb geschreven, is omdat veel mensen niet weten hoe internet wordt betaald. Ze denken dat het een gratis dienst is, maar uiteindelijk betalen de gebruikers het zelf met hun klikgedrag. There’s no free lunch. Er zit een hele hoop technologie achter en ik heb een deel daarvan mogen bouwen.’
Wat voor wereld trof u aan in Silicon Valley?
‘Er hangt altijd een sfeer van positiviteit, van onbeperkte mogelijkheden. De mensen werken er onredelijk hard; hebben echt allemaal oogkleppen op. Zolang je eraan meedoet, voelt dat helemaal niet raar; je gaat er bijna vanzelf in mee. Je beseft pas hoe bijzonder het is wanneer je er uitstapt. Het geld klotst er vaak tegen de plinten, tenminste als je de juiste contacten hebt. Maar het is niet zo dat het geld altijd op de juiste plekken terechtkomt. Het inzamelen van geld voor investeringen voelt vaak meer als een populariteitswedstrijd. Het gaat erom wie je kent en of ze je aardig en cool vinden – het lijkt wel alsof je weer terug bent op de middelbare school. Soms komen er echt rare dingen bovendrijven, zoals het bedrijf Juicero, dat 130 miljoen dollar aan investeringen ophaalde voor een apparaatje dat vruchtensap uit een zakje kneep (in september ging de stekker uit het bedrijf, red.). Dat laat volgens mij zien dat een hoop investeerders niet echt zelf nadenken, maar gewoon ook instappen als er eenmaal een bekende hoofdinvesteerder zich aan een bedrijf verbindt.’
Waarom lijken alle succesvolle technologiebedrijven uit Silicon Valley te komen en blijft Europa achter?
‘Twee dingen. Ten eerste is het ecosysteem met durfkapitaal in Silicon Valley veel verder ontwikkeld. Er zijn simpelweg veel meer mensen die geld uitdelen. Ten tweede is de aard van het geld anders. Het kapitalisme van Silicon Valley is echt een levenshouding, bijna een religie. Stel dat je een van de eerste tweehonderd medewerkers van Google bent, dan kom je daar met een fijne zak geld uit. De gemiddelde Europeaan zou het dan een tijdje rustig aan gaan doen: een villa kopen in Marbella en meer tijd doorbrengen met zijn vrouw en kinderen. Maar in Silicon Valley zeg je dan: fuck that! En je stopt die miljoenen meteen in een eigen start-up of je wordt met dat geld een angel investor, een durfkapitaalverstrekker. Al het geld dat is verdiend met succesvolle bedrijven, stoppen we op deze manier terug in het ecosysteem. Dat levert weer een berg nieuwe, interessante bedrijven op – en af en toe een debiel bedrijf dat sap uit een plastic zakje wil persen, haha.'
Ik zie in Europa niet hetzelfde niveau van meedogenloosheid als in de VS
'Begrijp me goed, in Europa hebben jullie echt goede, hoogopgeleide ingenieurs en in veel landen een door de overheid opgezet start-up-ecosysteem, met meetups en bootcamps enzovoort – aan jullie zakelijke jargon ligt het niet. Ik was er zelf onderdeel van in Barcelona. Maar de vraag is of het werkt. Want waar zijn jullie Googles? Vergis je niet, Amerikanen zijn eigenlijk gek. Als ze ergens voor gaan, dan gaan ze er ook helemaal voor. In mijn start-up besteedde ik elk uur dat ik wakker was aan mijn bedrijf. Naar huis gaan om zes uur was er echt niet bij. Ik zie in Europa niet hetzelfde niveau van meedogenloosheid. Dat is ook best logisch, want in Europa is het leven in het algemeen van hogere kwaliteit en je hebt er een sociaal vangnet. Als je bedrijf niet slaagt, heb je toch nog een prettig leven. In de Verenigde Staten is het veel harder: gaat je bedrijf op de fles, dan sta je op straat, soms ook letterlijk.’
In De Ingenieur van december staat het volledige interview met García Martínez. Het decembernummer is hier te koop.
Foto García Martínez: Facebook