Onze steden zijn ontworpen door mannen en voor mannen. Hoog tijd voor vrouwelijke input. Maar is er nog ruimte voor verandering?

Onze steden zijn prachtige plekken om te werken, uit eten te gaan, vrienden te ontmoeten en te wonen. Dat laatste doen we in toenemende mate. Wereldwijd leeft meer dan de helft van de bevolking in stedelijk gebied; in 2050 stijgt dat tot ruim tweederde volgens cijfers van de Verenigde Naties. In Nederland leeft nu al ruim 90 procent van de bevolking in stedelijk gebied.

Toch sluit het ontwerp van steden lang niet altijd goed aan bij de behoeften van alle inwoners: man en vrouw, jong en oud. Dit komt onder andere doordat de stad in de decennia na de Tweede Wereldoorlog minder een plek voor vrouwen en kinderen was, schrijft socioloog Marguerite van den Berg van de Universiteit van Amsterdam in haar proefschrift.

Wonen en werken waren toen ruimtelijk gescheiden. Vrouwen woonden in een buitenwijk om er het huishouden te doen en voor de kinderen te zorgen. Mannen waren de kostwinner en pendelden tussen hun huis en hun werk middenin de stad. ‘De modernistische stadsplanning was eigenlijk seksistisch en patriarchaal’, schrijft Van den Berg.
 

Mannenberoep

Tegenwoordig wonen en werken veel mensen in een genderfying city, een term die Van den Berg bedacht voor de stad waarin de economie minder industrieel is geworden en meer gericht op dienstverlening, waarin ook vrouwen betaald werk doen, tweeverdieners leven en hele gezinnen wonen. Welke gevolgen die emancipatie precies heeft voor de inrichting van de stad is nauwelijks onderzocht. Dat heeft weer een andere oorzaak.

Hoe kunnen architecten goed ontwerpen als ze het vak maar vanuit één perspectief geleerd krijgen?

Steden worden nog steeds vooral ontworpen, bedacht en gebouwd door mannen. Het zijn voornamelijk mannen die het beroep van architect, stedenbouwkundige, projectontwikkelaar en bouwvakker uitvoeren. Zo is 77 procent van de architecten in het architectenregister man; in 2003 was dat nog 85 procent. ‘In dit tempo duurt het nog vijftig jaar eer de helft van de ingeschreven architecten vrouw is’, aldus de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus. Bij stedenbouwkundigen is de verhouding nauwelijks evenwichtiger, met 32 procent vrouw.
 

Feministische stad

Wel studeren er al jaren evenveel mannen als vrouwen af aan de technische universiteiten en academies van bouwkunst. Deze studenten worden echter voornamelijk opgeleid door mannen, valt op te maken uit de podcast van UN Studio met architect Afaina de Jong. ‘Ik heb nooit een vrouwelijke docent gehad toen ik – dit was rond de eeuwwisseling – bouwkunde studeerde aan de TU Delft. En ik ben nog steeds de enige vrouw van kleur die daar lesgeeft. Hoe kunnen architecten goed ontwerpen als ze het vak maar vanuit één perspectief geleerd krijgen?’

Als vooral mannen onze steden bedenken, leidt dat tot problemen, is de kritiek. ‘Mensen ontwerpen nu eenmaal op basis van hun eigen ervaringen’, zegt Ellie Cosgrave, directeur van het Urban Innovation and Policy Lab van University College London, in een TED-talk waarin ze pleit voor een feministische stad. Om te garanderen dat bij het bouwen van stedelijke omgevingen ook rekening wordt gehouden met ervaringen van vrouwen, hebben we ook vrouwelijke vertegenwoordiging en input nodig. ‘In een feministische stad heeft iedereen vrijheid en toegang tot de kansen en middelen van de stad, ongeacht geslacht, geaardheid, ras, klasse en fysieke bekwaamheid.’
 

Luchtfoto van superblokken in Barcelona. Een 'superblok' wordt gevormd door een vierkant van negen conventionele stadsblokken samen te voegen en af te sluiten voor het meeste autoverkeer zodat er meer publieke ruimte is om te zitten, wandelen en spelen. Foto: Depositphotos


Vaker te voet

Toch is het gros van de steden ongelijk toegankelijk. Hoe kan dat? Als mannen een stad ontwerpen, dan denken ze eraan hoe ze in de ochtend met de auto naar hun werk rijden en in de avond weer terugkomen. Ze hebben geen idee van wat er in de tussentijd in een stad gebeurt, zei Sabina Riss, een architect die les geeft aan de Technische Universität Wien, in The Guardian. Anders zouden ze weten dat mannen en vrouwen hun metropool verschillend gebruiken: zo is tweederde van de autorijders man en tweederde van de voetgangers vrouw, bleek uit onderzoek in de stad Wenen in de jaren negentig.

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2017 is dat nog steeds zo. Mannen en vrouwen verplaatsten zich anders; zo besturen mannen een kwart vaker een auto dan vrouwen, en vrouwen verplaatsen zich vaker en gaan dan ook vaker te voet, met de fiets of het openbaar vervoer dan mannen.
 

MEER LEZEN OVER HOE VROUWEN EEN STAD VOOR IEDEREEN ONTWERPEN?

Lees het hele verhaal in het oktobernummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

 

Tekst: Desiree Hoving
Openingsfoto: Aspern, een nieuwe wijk in Wenen die door vrouwelijke architecten is ontworpen. Foto Depositphotos