EyeContact maakt videobellen met oogcontact mogelijk voor medewerkers van banken en zorginstellingen. Dat is een stuk persoonlijker en minder vermoeiend, belooft de Delftse startup.

‘Wanneer we elkaar in de ogen kijken, krijgen we daar een do­pamineshotje voor terug’, vertelt oprichter van startup EyeContact, Boudewijn van Sambeek. ‘Bij het videobellen hebben we geen oogcontact, want dan kijkt de beller ofwel naar de camera, ofwel naar het scherm. Dat maakt het vermoeiend.’


Schuine plaat met coating

Is bellen mét oogcontact dan ook mogelijk? Ja, weet de Delftse startup, en het werkt als volgt. Voor het beeldscherm staat een schuine glasplaat met een speciale coating die zowel doorzichtig is als weerspiegelt. Onder de glasplaat zit een camera, die het spiegelbeeld van de medewerker registreert. Zo kan de beller zijn gespreks­partner tijdens het videobellen in de ogen kijken. 

De systemen komen in vier soorten: als apart scherm waarop een computer kan worden aangesloten, maar ook als de net gelanceerde EyeContact ­Portable die voor een laptop kan worden geplaatst.


Ingebouwd oogcontact

Ondernemer Eckart Wintzen vroeg in 1999 al een patent aan op het videobelapparaat de EyeCatcher, met ingebouwd oogcontact. Met een prijskaartje van zo’n dertig- tot liefst zestigduizend gulden was het apparaat onbetaalbaar en het werd al snel achterhaald met de opkomst van MSN en Skype. 

Later probeerden twee partijen het nog eens, maar de producten bleven te duur. ‘Wat wij anders doen, is dat we gebruikmaken van bedrijven die ook kleine batches staal en aluminium leveren’, zegt Sambeek. ‘We besteden de productie niet uit, maar hebben ons eigen fabriekje in Delft waardoor we ons product goedkoper dan onze voorgangers konden maken, voor een prijs van duizend tot vijftien­honderd euro.’


Gezondheidszorg

Op het moment is die prijs nog altijd te hoog om het voor particulieren aantrekkelijk te maken. Naast de vaste klanten zoals zorginstelling DigiContact en ING, richt EyeContact zich daarom nu op poliklinieken en geestelijke gezondheidszorg­instellingen. 


Tekst: Sija van den Beukel
Beeld: Eye Contact