Slimme fietsverlichting
Om de broze relatie tussen wielrenners en andere weggebruikers niet verder te schaden, kan de verlichting maar beter in orde zijn. Met de slimme lampjes van Lumos, zijn fietsers voorzien van richtingÂaanwijzers en remverlichting in het donker.
Â
Voor autoâs en brommers is het de meest logische zaak van de wereld, maar fietsers kunnen in het donker geen richting aangeven. De startup Lumos uit het Amerikaanse Boston maakte al helmen waarmee fietsers dat wel kunnen. Nu introduceert het bedrijfje, op verzoek van de gebruikers, ook ĂŠchte fietsverlichting: de Lumos Firefly.
Bedienen met knoppen op het stuur
De fietser kan kiezen hoe geavanceerd de verlichting moet worden. Elk lichtje kan zowel rood, wit als geel licht uitzenden. Om richting aan te geven zijn vier lichtjes nodig, twee voor en twee achter.
De achterlichten kunnen op de uiteinden van de handvatten van een gebogen racestuur worden gemonteerd. Of met een extra opzetstuk op de zadelpen.
Met twee knoppen op het stuur kan de fietser de lichten bedienen. Remverlichting gaat automatisch via een snelheidssensor op de fiets.
Synchroon knipperen
De lampjes kunnen synchroon knipperen met de andere lampjes op de fiets. Volgens Lumos zijn synchroon knipperende lampjes extra veilig, omdat ons brein ze makkelijker herkent. In Nederland is flikkerende fietsverlichting alleen verboden.Â
Op de felste stand gaan de lampjes drie uur mee. Hoeveel lumen de lampjes hebben â een maat voor de hoeveelheid licht die de lamp uitstraalt â weet Lumos niet precies.
âOnze producten zijn erop gericht fietsers zichtbaar te maken vanaf achthonderd meter. Meer lumen draagt niet altijd bij aan veiligheid. Te veel licht kan tegenliggers verblinden.â Het zijn dus geen âzienâ-lampjes, maar âgezien wordenâ-lampjes.Â
Veiligheid vraagt investering
In december gaat de Firefly in productie. In een optimistisch scenario levert het bedrijf in februari al de eerste lampjes, schrijft Lumos op de website.
Veiligheid vraagt wel om een investering: de vier lampjes kosten samen 179 euro.
Tekst: Sija van den Beukel
Foto: Lumos