Scepsis over nut internet
Met zijn nieuwste documentaire Lo and Behold. Reveries of the connected world wil de Duitse filmmaker Werner Herzog voor eens en altijd doorgronden wat het web precies is en kan.
‘Denkt u dat het internet droomt?’ Het is een van de verrassendste vragen die Herzog in zijn onmiskenbare, troosteloze accent stelt aan de vele wetenschappers en filosofen die hun opwachting maken in zijn nieuwste film.
Herzog begint de documentaire op de University of California, Los Angeles (UCLA), een van de geboorteplaatsen van het web. Een enthousiaste professor op leeftijd laat de hardware zien die voor het eerst een verbinding met een andere computer tot stand bracht. Een paar andere wetenschappers leggen uit hoe de infrastructuur werkt en waarom het internet zo snel kon groeien.
Vlak na deze wetenschappelijke verklaring van het web zitten we plotseling in de huiskamer van een gezin, waar ouders vertellen over het gruwelijke auto-ongeluk dat hun dochter overkwam. Niet lang na dat ongeluk kregen ze foto’s van haar verminkte lichaam, genomen vlak na de crash en gelekt op het web, vergezeld van akelige bijschriften. ‘Het web’, concludeert de moeder, ‘is de antichrist. Het brengt het kwaadaardige in mensen naar boven, omdat ze geen verantwoordelijkheid hebben.’
Het web brengt het kwaadaardige in mensen naar boven, omdat ze geen verantwoordelijkheid hebben
Weer later zien we een ‘stralingsvrije zone’. Door de aanwezigheid van een radiotelescoop is het essentieel dat er geen mobieltjes of andere stoorzenders in de buurt komen. Gevolg: een aantal mensen met ‘stralingsziekte’ ziet hier een walhalla om eindelijk aan de moderne wereld met alle mobieltjes, computers en wifi te ontsnappen.
Mars
Tegen het einde spreekt Herzog ook met internetondernemer, autobouwer en ruimtepionier Elon Musk, die ons waarschuwt voor de komst van een (onbedoeld) kwaadaardige kunstmatige intelligentie. Maar hij schetst ook hoe een internet op Mars, als de eerste kolonisten daar eenmaal zitten, verrassend eenvoudig is op te zetten om een lijntje met de thuiswereld te bewaren.
Wat wil Herzog zeggen met deze scènes? Hij maakt in zijn films nooit een geheim van zijn eigen standpunt. Aan de andere kant vraagt de kritische kijker zich af waarom hij mensen, zoals de ouders van de verongelukte dochter, zonder repliek aan het woord laat. Is het internet de antichrist, of zit het kwaad vanzelf in mensen? Herzog is op zijn minst geïnteresseerd in die vraag. En de scènes met dat soort mensen – of je ze nou serieus neemt of niet – zijn het boeiendst.
Veel interviews met wetenschappers volgen wat bekender terrein, ook al gebruikt Herzog ook die gesprekken om zijn eigen punt – een soort scepsis over het nut van een compleet verbonden wereld – kracht bij te zetten. Dat hij daardoor niet het internetjubellied zingt dat anderen al decennialang herhalen, maakt zijn blik origineel. Dat je het er waarschijnlijk niet mee eens bent, maakt niet uit, want dat werkt juist verfrissend.