
Samenwerken aan jezelf
Ingenieurs leren op de hogeschool en de universiteit vooral rekenen, ontwerpen en analyseren. Maar waar ontwikkelen ze hun leiderschapskwaliteiten, communicatievaardigheden en reflectievermogen? Het nieuwe YKE Talentprogramma van KIVI legt de nadruk op eigenschappen waar de ingenieur van nu onmogelijk nog zonder kan.
Een ingenieursdiploma op zak en aan de slag voor een mooie werkgever: het is voor velen de klassieke start. Maar wie niet uitkijkt, raakt vervolgens al snel verstrikt in de dagelijkse sleur van projecten en deadlines. Die routine kan de passie voor het vak langzaam uithollen. ‘Je rolt na je afstuderen ergens in en vervolgens rol je steeds verder, op een weg die misschien wel helemaal niet de jouwe is’, zeg Celina van den Bank, voorzitter van Young KIVI Engineers (YKE). ‘En dan vraag je je vijf jaar later ineens af: wat doe ik hier eigenlijk?’ De beste remedie daartegen? Persoonlijke ontwikkeling. Daarom heeft YKE, de afdeling voor jongere KIVI-leden, het YKE Talentprogramma opgezet.
Waar universiteiten zich richten op harde technische vaardigheden, daar wil het Talentprogramma jonge ingenieurs (van onder de 36) juist ook laten groeien in de zogeheten soft skills. Niet via een vrijblijvend workshopje hier en een cursusje daar, maar met een relatief intensief traject dat een jaar duurt en waarvoor behoorlijk wat inzet van de talenten wordt gevraagd: vijf coachingsessies en vijf masterclasses bijwonen, en met een duidelijk plan met persoonlijke doelen en mijlpalen komen. Het doel: via zelfreflectie een betere, completere ingenieur worden.
Spiegel
Kevin Tuinte behaalde als werktuigbouwkundige zijn ingenieurstitel aan de hogeschool en ging daarna verder aan de Universiteit Twente. Onlangs switchte hij naar een master techniekfilosofie, ook in Enschede. Hij behoorde tot de eerste lichting deelnemers van het talentprogramma en zijn motivatie was helder: ‘Op de universiteit leer je vooral de inhoud, maar voor soft skills is nauwelijks aandacht. Dit programma bood me de kans om juist die kant te ontwikkelen.’ Zijn persoonlijke doel op korte termijn was het bouwen van een portfolio, in de vorm van een website die zijn projecten en groei zichtbaar maakt. Maar minstens zo belangrijk was de wens om kritischer te leren kijken naar zijn eigen handelen. ‘Ik wil over tien jaar niet verbaasd zijn over waar ik ben beland. Daarom zoek ik bewust momenten van reflectie. Een coach fungeert daarbij als spiegel. Dat is waardevol, omdat zo iemand niet je docent of beoordelaar is, maar wel eerlijk teruggeeft wat je gedrag teweegbrengt.’
Die spiegelfunctie hielp hem bijvoorbeeld bij groepsopdrachten. ‘Ik ben natuurlijk nog student, dus werkervaring heb ik nog niet. Maar gesprekken met de coach hielpen me bijvoorbeeld in te zien dat het niet altijd zinvol is mijn eigen gedrag of dat van anderen koste wat kost te willen veranderen. Soms is het verstandiger dingen te laten gaan, er even geen energie in te steken.’
Tuinte ziet coaching vragen niet als een teken van zwakte, maar van kracht. ‘Waarom honderd uur zelf worstelen als je in twee uur met iemand sparren richting kunt vinden? Het vraagt wel om je kwetsbaar op te stellen, maar juist daardoor groei je.’
Dat hij ambitieus is, geeft Tuinte meteen toen. ‘Ik wil tien jaar werken en dan kunnen stoppen, zeg ik wel eens met een knipoog.’ Tegelijkertijd is hij de eerste om toe te geven dat die wens misschien niet erg realistisch is. ‘Maar hoe dan ook wil ik gewoon veel groei doormaken. Nu ik nog een jonge student ben, merk ik dat iedereen me graag wil helpen. En stiekem ben ik ook wel een beetje bang dat ik later voor vergelijkbare coachingsgesprekken vierhonderd euro per uur moet betalen. Dus waarom zou ik het niet nu doen, via KIVI?’
Wat je niet weet
Ook Yorben van der Eijk, afgestudeerd in luchtvaarttechniek en werkzaam als mechanisch ingenieur, deed mee aan het talentprogramma. Voor hem sloot het aan op het Groeiprogramma dat hij eerder bij YKE volgde, een avondvullende instapcursus die ook op persoonlijke ontwikkeling is gericht. ‘Ik wil niet stilstaan. Naast mijn werk en plannen voor vervolgopleidingen zoek ik naar manieren om mezelf te blijven ontwikkelen.’
De waarde van het talentprogramma zit ’m voor Van der Eijk vooral in de coach, ‘dat je iemand hebt die tegen je zegt: heb je hier al eens aan gedacht?’ De verrassende invalshoeken die dat opleverde bleken waardevol. Van der Eijk noemt de cursus ‘patronen doorbreken’ als ander voorbeeld van een verrassend waardevolle ervaring binnen het programma: ‘Zo’n workshop is nou niet iets waarvoor ik me normaal gesproken zou inschrijven. Juist daardoor bleek het een eyeopener.’ Ook de sessie over het opstellen van een carrière-roadmap maakte indruk. ‘Zo werd ik gedwongen concreet na te denken over waar ik naartoe wil.’
Een ander belangrijk onderdeel van het Talentprogramma is het opbouwen van een portfolio. Waar Tuinte koos voor een eigen website, daar maakte Van der Eijk een dynamische PowerPoint: voor elk afgerond project of cursus een dia, met zijn rol, gebruikte technieken en geleerde vaardigheden. ‘Zo zie je niet alleen je prestaties, maar ook de gaten in je ontwikkeling. Het maakt zichtbaar dat je meer leert dan je dacht en geeft richting voor de volgende stap.’
Het Talentprogramma leverde hem meer op dan verwacht. ‘Ik heb geleerd dat ik mezelf open moet opstellen. Niet met een houding van “ik weet het al”, maar met nieuwsgierigheid. Dan ontdek je dat het programma je veel meer kan brengen dan je vooraf verwacht.’
Coach als klankbord
Waar de deelnemers spreken over groei en reflectie, ziet coach Jeroen Rust zijn rol vooral als katalysator. ‘Ingenieurs zijn geneigd om zich te focussen op techniek. Ik help ze breder naar zichzelf en hun loopbaan te kijken. Niet door antwoorden te geven, maar door vragen te stellen en structuur te bieden.’
Volgens Rust zit de kracht in het opdelen van grote vraagstukken in kleine, hanteerbare stappen. ‘Wat voor de deelnemer voelt als een onoverkomelijk probleem, blijkt vaak een ui die je kunt pellen. Dan zie je ineens wat je eerste prioriteit is en wat later kan. Dat geeft rust én richting.’ Belangrijk vindt hij dat de deelnemers zelf verantwoordelijk zijn voor hun portfolio en ontwikkeling. ‘Het certificaat dat ze aan het eind ontvangen, is geen eindpunt. Het is een erkenning van de tijd en energie die ze in zichzelf hebben geïnvesteerd. De echte waarde zit in het proces: leren reflecteren, leren keuzen maken en leren jezelf presenteren.’
Groeicultuur
Wat de verhalen van Tuinte en Van der Eijk gemeen hebben, is dat het programma hun niet alleen nieuwe vaardigheden opleverde, maar ook een andere instelling. Persoonlijke ontwikkeling is daarin niet langer vrijblijvend, maar een essentieel onderdeel van een geslaagde ingenieursloopbaan, met zelfreflectie en het vragen van feedback als vaste onderdelen.
Ingenieurs zijn bij uitstek probleemoplossers, zegt Van den Bank, zelf een jonge ingenieur en als YKE-voorzitter initiatiefnemer van het talentprogramma. ‘Maar je moet ook leren om jezelf als professional te ontwikkelen, anders wordt werk een eindeloze rij projecten zonder richting.’ Met het YKE Talentprogramma laat KIVI ook zien verder te kijken dan de techniek alleen, en oog te hebben voor de mens achter die techniek. Voor een generatie die opgroeit in een tijd van snelle veranderingen en complexe maatschappelijke vraagstukken, is dat geen luxe, maar noodzaak.
Masterclasses, workshops, webinars, excursies: alles wat bij KIVI toch al op het menu staat, kan worden verwerkt in het Talentprogramma, afhankelijk van de specifieke stip op de horizon die het betreffende talent zelf heeft bepaald. ‘Zo vormt het Talentprogramma een combinatie van het beste wat KIVI te bieden heeft, waarbij we zelfs op de dienst van de echte KIVI-coaches mogen rekenen’, zegt Van den Bank.
En nog mooier: de talenten leren ook van elkaar. ‘We koppelen steeds twee talenten aan elkaar, op basis van woonplaats of interesses bijvoorbeeld. Daar ontstaan soms heel hechte banden. Voor het goed functioneren van het talentprogramma is dat onwijs belangrijk.’
Duidelijk signaal
Voor Tuinte leidde die verruiming van het blikveld ertoe dat hij voor zijn master de richting Philosophy of Science, Technology and Society koos. ‘Heel leuk. Ik verwacht dat filosofie me een bredere blik op werktuigbouwkundige zal geven en daar houd ik van.’
Van der Eijk denkt in stappen, waarbij met het talentprogramma nu een eerste stap is gezet en in de toekomst het traject naar Chartership wacht. Die internationaal erkende titel, ook door KIVI verstrekt, vereist eveneens veel inzet van de kandidaten – en aantoonbare ervaring op gebieden als vakbekwaamheid en leiderschap: zowel de soft als de hard skills.
De boodschap van het YKE Talentprogramma is duidelijk: groei stopt niet bij een diploma. Het echte leerproces begint daarna pas. YKE geeft daarmee een helder signaal af: de ingenieur van morgen heeft meer nodig dan technische kennis alleen. Door soft skills, reflectie en coaching structureel een plek te geven, legt KIVI de basis voor een generatie die niet alleen technisch, maar ook persoonlijk en maatschappelijk sterk staat. Of in de woorden van Van der Eijk: ‘Je weet niet wat je niet weet. Tot iemand je erop wijst. Dáár zit de waarde van dit programma.’







