Proef met klei uit zeeslib
Vanaf vandaag proberen ingenieurs in Groningen zeemodder om te zetten in klei. Bij de riviermonding van de Eems-Dollard zal een baggerschip slib ophalen en naar depots brengen, waar het de komende drie jaar moet rijpen tot klei die goed genoeg is om dijken mee te versterken.
De proef is een samenwerking van het kennisconsortium EcoShape, de provincie en Rijkswaterstaat. 'Klei moet nu vaak van elders in het land komen, terwijl er juist teveel slib aanwezig is in de riviermonding hier' vertelt Jannes Boer, projectmanager bij EcoShape, aan de telefoon. 'Als we het lokaal kunnen produceren, hebben we een oplossing voor het sliboverschot en slaan we dus twee vliegen in één klap.'
Het slib heeft namelijk een negatief effect op de waterkwaliteit. Daardoor verandert het ecosysteem, komt er steeds minder leven voor in de Eems-Dollard en neemt de biodiversiteit af. Ondertussen moeten de dijken versterkt worden om ook in de toekomst weerstand te kunnen bieden tegen het water in de Waddenzee. Voor die versterking is veel klei nodig.
Unieke vakken
Het slib wordt gestort in een depot dat uit 15 vakken bestaat, elk ongeveer 1 hectare groot en 1,5 m diep. Elk vak is uniek en gebruikt een andere techniek om het slib zo snel mogelijk te transformeren tot klei. 'Het eerste vak dat we deze ochtend vullen heeft nog geen bijzondere rijpingstechniek. Maar in andere delen hebben we bijvoorbeeld drainagesystemen aangebracht, kleine slootjes gegraven om het water snel weg te laten stromen of zeekraal geplant om de klei te ontzilten.
Hoewel het maken van klei uit slib niets nieuws is, werd het proces nooit echt onderzocht. Bovendien duurt het vaak langer dan vijf jaar voor de klei klaar was. Daarnaast komt het slib uit een zoute Waddenzee, terwijl klei meestal van rivierslib komt. Te zoute klei is ongeschikt voor dijkversteviging, dus dat zout moet er op de één of andere manier uit tijdens het drogen.
'Wij willen het proces uitgebreid monitoren om precies te zien wat er gebeurt en wat het effect is van de verschillen tussen elk vak.' Drones zullen overvliegen en opnames maken, en er zitten zakbakens en peilbuizen in het depot om de ontwikkeling van de klei te volgen. Na drie jaar hoopt het consortium een goed beeld te hebben van het rijpingsproces van klei. 'Dan weten we wat het beste werkt en kunnen we dat in de toekomst op andere plekken toepassen.
Geluk
Het rijpen van klei vraagt, zelfs met zeekraal en drainagesystemen, om wat geluk. 'Idealiter is het de komende drie zomers heel mooi weer. Dan verdampt het water snel en weten we zeker dat de klei goed wordt', zegt Boer. Als het slaagt, denkt Boer dat het idee op veel plekken toegepast kan worden. 'Rivieren en havens met teveel slib heb je overal, net als dijken die verstevigd moeten worden. Daarom hopen we hier een manier te vinden om die twee issues tegelijk aan te pakken.'