Over vier jaar moeten er weer mensen op de maan rondlopen. De raket die de astronauten daarheen moet brengen, is nog lang niet klaar, maar donderdag presenteerde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA alvast de nieuwste ruimtepakken. Astronauten zouden zich er vrijer in kunnen bewegen dan ooit tevoren. 

Een ruimtepak, zo stelt NASA in een persbericht, is als een privé-ruimteschip, dat de drager alle bescherming biedt die een ruimteschip - of onze planeet met zijn atmosfeer - ook biedt. Het nieuwste pak, specifiek ontwikkeld voor de komende Artemis-missies, heeft de naam Exploration Extravehicular Mobility Unit (xEMU) gekregen, wat zoiets betekent als 'beweegmodule voor verkenningen buiten het voertuig'.


Extreme temperaturen

Veiligheid stond voorop bij het ontwerp van de pakken. Toen Apollo 11 in 1969 op de maan landde, was onduidelijk wat daar precies de gevaren waren. Vooraf vreesde men bijvoorbeeld dat het oppervlak van de maan het gewicht van de landingsmodule of de astronauten niet zou kunnen dragen. Dat bleek evenwel mee te vallen. Maar waar niet op was gerekend, was dat de bodem vol vlijmscherpe splintertjes ligt. In het nieuwe pak zijn daarom extra maatregelen getroffen om het inademen van die minuscule, asbestachtige deeltjes te voorkomen.

Daarnaast kan het pak extreme temperaturen aan. Het is ontworpen om te functioneren in de zon, wanneer de temperatuur op de maan kan oplopen tot 120 graden Celsius, maar ook in de nacht, wanneer het ruim 150 graden onder nul kan worden.
 


Alles in tweevoud

Net als de voorgaande generaties ruimtepakken is ook de xEMU voorzien van een rugzak, het Portable Life Support System. Daarin zit naast batterijen en zuurstof ook een filter dat uitgeademde koolstofdioxide en giftige gassen verwijdert. Omdat veel van de technieken nu veel kleiner kunnen worden uitgevoerd dan vijftig jaar geleden, wordt vrijwel alles in tweevoud meegeleverd: gaat er wat stuk, dan is er altijd een back-up. Ander voordeel voor de dubbele hoeveelheid zuurstof en stroom: een ruimtewandeling kan ineens twee keer zo lang duren.

De Artemis-astronauten kunnen zich bovendien een stuk makkelijker bewegen dan hun voorgangers. Bukken moet voortaan een stuk makkelijker gaan en ook kan de astronaut in het nieuwe pak zijn of haar heupen draaien en de knieën buigen. De armstukken zijn zo flexibel dat de astronaut objecten boven zijn hoofd kan tillen. De schoenzolen zijn niet langer stug, maar soepel. 
 

Astronaut Harrison Schmidt stumbles while picking something up on the Moon.
Apollo 17-astronaut Harrison Schmitt struikelt in 1972 wanneer hij iets probeert op te pakken. 


Makkelijk aan te passen

Het communicatiesysteem in de helm is ook aangepast ten opzichte van de ruimtepakken die astronauten nu dragen wanneer ze vanuit het internationale ruimtestation ISS een ruimtewandeling maken. Ze dragen geen zweterige headset meer, maar in het bovenste deel van het pak en in de helm zijn diverse microfoons ingebouwd die de stem van de astronaut automatisch oppikken wanneer die begint te praten. 

Wat niet zal veranderen is de luier. Astronauten maken er liever geen gebruik van, maar mochten ze 'het' tijdens een urenlange ruimtewandeling niet langer kunnen ophouden, dan vangt speciaal ontwikkeld absorberend textiel de ontlasting op. 

Het pak bestaat uit losse onderdelen. Met relatief eenvoudige aanpassingen is het dus ook geschikt te maken voor toekomstige Marsmissies, stelt NASA. 
 

This rendering shows a digital fit check of astronaut with the xEMU upper torso
Het nieuwe pak kan digitaal worden gepast. 


Raket nog niet klaar

Voordat de eerste astronauten in het nieuwe pak voet op de maan zetten, zal het eerst worden getest door astronauten in het ISS. 

NASA heeft sinds 1972 geen mensen meer op de maan gezet. Eerder dit jaar kondigden de Verenigde Staten aan dat het land in 2024 naar de maan wil terugkeren. De lancering moet gaan plaatsvinden met het Space Launch System (SLS), een draagraket waaraan sinds 2011 wordt gewerkt door onder meer Boeing. De eerste testlancering laat intussen al jaren op zich wachten, waardoor het zeer de vraag is of die wel op tijd klaar zal zijn. 


Beelden: NASA