Mijn oude jas
Columnist Rolf Hut draagt al 24 jaar dezelfde jas. En hij vindt dat eigenlijk meer mensen dat zouden moeten doen.
Voor de zoveelste keer leg ik mijn jas op zijn toonbank. Voor de zoveelste keer kijkt hij er goedkeurend naar. Hij wel.
Mijn moeder vindt dat ik ‘die jas’ twintig jaar geleden weg had moeten gooien. Na vier jaar mag je wel een nieuwe jas, toch? Ondertussen 24 jaar na de aankoop en ik heb mijn jas nog steeds van oktober tot maart dagelijks aan.
Daarvoor moet ik wel af en toe naar het kleermakertje in de binnenstad dat altijd goedkeurend naar mijn oude jas kijkt. De schouderstukken en de achterkant hebben al een nieuw stuk leer gekregen en hij heeft de uitgescheurde zakken ook al eens hersteld. Over een paar jaar zal hij de hele jas vervangen hebben.
Ik weet dat ik in het tijdperk van Zalando en meerdere modecollecties per jaar een uitzondering ben met jaar in, jaar uit dezelfde jas. Ergens is het jammer dat ík niet de standaard ben. Mijn jas, waar een koe letterlijk zijn huid voor heeft gegeven, die met verbruik van veel energie, water en CO2 is gefabriceerd, wordt niet na één seizoen vervangen door iets dat modieuzer is. Dat mijn jas het al zo lang uithoudt, komt naast het onderhoud, maar door één ding: het is gewoon een goede jas. Ik heb er, mede door de afdingkwaliteiten van mijn moeder, toentertijd 450 gulden voor betaald op de bazaar in Beverwijk.
een product duurzamer maken en zorgen dat het langer meegaat is slecht voor je winst
Ik snap dat zo’n hoog aanschafbedrag niet voor iedereen is weggelegd. Maar als je dit bedrag uitsmeert over 24 jaar en daarbij optelt wat ik jaarlijks aan de kleermaker uitgeef, dan kom je volgens mij uit op een lager bedrag dan wat de meeste mensen jaarlijks aan hun jassen uitgeven. Jassen die kwalitatief minder zijn en veel eerder worden weggegooid. Als je genoeg geld hebt om iets kwalitatief goeds te kopen, ben je goedkoper uit dan wanneer je dat geld niet hebt en elk jaar goedkope troep moet kopen. Het is de theorie van socio-economische oneerlijkheid in de praktijk.
Ook ingenieurs die het goed met de wereld voor hebben lopen hier tegenaan. Een product duurzamer maken en zorgen dat het langer meegaat is ten eerste slecht voor je winst: uiteindelijk wordt er minder verdiend aan mijn jas dan aan een verzameling jassen die telkens na één seizoen uit elkaar vallen. Ten tweede zal je duurzame, maar duurdere, product voor minder mensen beschikbaar zijn vanwege de hoge aanschafkosten.
Een oplossing heb ik zo snel niet. Ons ervan bewust zijn, is al heel wat. En als je het je kunt veroorloven: koop dan een jas die, met een beetje onderhoud tientallen jaar meegaat.
‘De knoopgaten zijn aan het uitscheuren, kan je die verstevigen?’
‘Ja, natuurlijk. Mooie jas man.’
‘Dank je. Vertel het mijn moeder even.’