Megalomane Mark en het Fantastische Facebook
Mark Zuckerberg, oprichter en CEO van het sociale media-bedrijf Facebook, heeft een droom. Hij publiceerde een 6000 woorden tellend manifest, waarin hij stap voor stap uitlegt hoe wij, als mensheid, via een 'community' de wereld beter kunnen maken. Vrede stichten, een einde maken aan honger, terrorisme bestrijden, en dat allemaal dankzij de community.
Het zal u niet verbazen dat deze gemeenschap waaraan Zuckerberg zoveel macht toeschrijft de Facebook-gemeenschap is. Het bedrijf heeft inmiddels miljarden gebruikers en denkt nu dat het tijd is om al die gebruikers samen te brengen, zodat ze zich kunnen inzetten voor een betere wereld.
Het zijn hoogdravende dromen van Zuckerberg, die al eerder grandioze plannen had. Hij voelt duidelijk een drang om de wereld een beetje beter te maken. Dat mag misschien ook wel; Facebook is een van de grootste techbedrijven ter wereld en Zuckerberg verdient inmiddels bakken geld. Teruggeven aan 'de gemeenschap' is een vorm van filantropie waar vrijwel elke grote CEO aan doet.
Maar voor Zuckerberg is een goed doel zoals het Rode Kruis, of zelfs de ook al wat ijdele Bill and Melinda Gates Foundation, niet goed genoeg. Bij hem moet alles via zijn bedrijf beter worden. Zuckerberg noemt in zijn stuk voorbeelden van het succes van Facebook; gemeenschappen waarin mensen met zeldzame ziektes lotgenoten vinden. Waarin mensen hoop putten uit verhalen van anderen. Deze 'betekenisvolle gemeenschappen', waarin volgens de CEO ruim 100 miljoen mensen zitten, zijn de essentie van Facebook.
Content content content
Maar is dat wel waar? Zoals ook andere blogs al aanstippen, draait Facebook, als bedrijf en daarmee als sociaal medium, maar om één ding. Gebruikers moeten content produceren - foto's, posts, likes en shares - zodat Facebook zoveel mogelijk over de gebruikers te weten komt. Die informatie verkoopt het vervolgens aan bedrijven die er, al dan niet via Facebook, klanten mee kunnen winnen.
Dat klinkt niet als het utopische bedrijfsbeeld dat Zuckerberg schetst. Wat zijn intenties zijn met een hoogdravend manifest zullen we nooit weten, maar het komt op zijn minst lachwekkend over. Een bedrijf dat de afgelopen jaren bijna synoniem is geworden voor het misbruiken van persoonlijke informatie, wazige privacyregels en andere twijfelachtige Silicon Valley-bullshit zou nu de wereld gaan verbeteren?
En als we het toch over 'betekenisvolle gemeenschappen' hebben, Mark: hoe zit het met de (extreem)rechtse haatsites, waar mensen elkaar massaal met nepnieuws ophitsen tegen 'de ander'? Hoe brengt dat mensen precies dichter bij elkaar? Gaan jullie daar wat aan doen? Of komt het verdienmodel dan misschien toch wat teveel in gevaar?
Oud hippie-ideaal
Zuckerberg probeert hier eigenlijk iets dat al sinds het begin van het internet leeft: het idee van een losse maar toch hechte gemeenschap, waarin iedereen met iedereen praat, nieuwe inzichten leert en tolerant en vrij wordt. Het internet als tegenhanger van de 'echte' maatschappij, vol regeltjes en met een cultuur die vaak als benauwend wordt gezien. Dit idee leeft al sinds de eerste internetters in de jaren '80 en '90.
Zij hadden niet kunnen voorspellen wat er zou gebeuren met het internet. Bedrijven veroverden het in rap tempo, en inmiddels zijn we zover dat alle belangrijke diensten in handen zijn van multinationals. Niet voor niets riep Zuckerberg's stuk ook reacties op die pleiten tegen zijn idee. Privacyactivist Aral Balkan ageerde tegen een Silicon Valley-oligarchie en voor het ontstaan van een 'commons', een minder strak geregeld en niet-gecentraliseerd systeem waarin mensen hun eigen ding kunnen doen. Dat is een wereld waarin iedereen autonomie heeft en er niet op schimmige wijze wordt gehandeld in persoonlijke informatie. Een wereld zonder, zoals Balkan het noemt, 'people farming'.
Wat doe je eraan?
Dat is een mooie droom van Balkan, maar de cynicus zal zeggen dat het eigenlijk al te laat is voor zijn betoog. Zuckerberg's manifest is onrealistisch, megalomaan en zit vol zelfoverschatting. Maar ondertussen is Facebook wel dé sociale plek van het web geworden. Slechts een minderheid van de internetters vindt dat feit vreselijk. De meerderheid wil – helaas – het liefst zijn op de plekken waar de rest ook zit. Zolang dat nog Facebook is, zal een ander soort gemeenschap, eentje zonder corporate handelsmeesters, moeilijk tot bloei komen.
Dat betekent niet dat de tegenstanders het moeten opgeven. Een strenge controle van wat Facebook is en doet blijft essentieel. Het Rathenau-instituut kwam onlangs (lees: 'Maatschappij niet klaar voor digitale samenleving' met een rapport waarin het overheid, toezichthouders, bedrijven en maatschappij aanspoort om beter na te denken over digitale burgerrechten. Facebook is één van de bedrijven die die burgerrechten constant probeert te schenden. Mensen doen zonder dat ze het zelf weten mee aan psychologisch onderzoek, er wordt een uitzonderlijk gedetailleerd profiel van ze gemaakt en ze worden gemanipuleerd zonder dat ze het door hebben. Allemaal in naam van 'de community' waar Zuckerberg zo over opgeeft. Trap er niet in, en blijf wakker.
Openingsbeeld: William Iven