Rolf Hut lanceerde samen met kleuters raketten en probeerde uit te vogelen hoe hij ze nóg hoger kon laten komen.

Wooooooow! 25 kleine gezichten kijken hoe een papieren raket 30 m de lucht in schiet, tot ruim boven het dak van hun school. De raketjes hebben de kleuters van groep 1 en 2, allemaal vier of vijf jaar oud, zelf gemaakt. Dat kunnen ze makkelijk in een minuut of tien: papier oprollen, plakband eromheen, klodder klei erbovenop en klaar.

Wat de raket omhoog doet schieten, is geen raketbrandstof, maar luchtdruk, geleverd door een fietspomp. Een stuk slang van 3 m heeft aan de ene kant een fiets­ventiel en aan de andere kant een afsluiter. Na de afsluiter zit een rechtopstaande pvc-pijp waar de raketjes ­omheen passen. Even pompen, kinderen op afstand, ­afsluiter open en woesj: lancering!

Mijn eerste gedachte is: hoe kan dat beter? Hoe kan die raket nog hoger?

Deze manier van raketjes afschieten heb ik geleerd van Per Ivar Kloen, docent aan een middelbare school. Net als bij elk ander apparaat dat ik zie, is bij deze lanceer­installatie mijn eerste gedachte: hoe kan dat beter? Hoe kan die raket nog hoger?

De slang tussen pomp en afsluiter is een drukvat dat wordt gebruikt om de lucht op te slaan die de raket voortstuwt. Een groter drukvat, dus meer lucht, lijkt een goed idee.

Twee seconden langer nadenken en ik realiseer me dat de raket alleen maar wordt voortgestuwd in de fractie van een seconde dat hij op de pijp zit. Zodra hij eraf is ­geschoten, gaat de rest van de overdruk in de pijp verloren. Door het drukvat (de pijp) groter te maken, gaat de druk tijdens de lancering iets minder snel omlaag, maar moet je wel langer pompen om dezelfde druk op te bouwen. Met een rij van 25 ongeduldige vier- en vijfjarigen is minder lang pompen een pluspunt.

Ik weet niet zeker of het hun intuïtie voor ­natuurkunde is of gewoon hun enthousiasme, maar ze hebben gelijk.

Ik wil stoppen met pompen om deze natuurkundige ­overwegingen even aan de kleuters uit te leggen, maar zie aan hun gezichten dat dit niet is waar ze nu op zitten te wachten: ‘Meer pompen, pappa van Luuk! De raket moet nog hoger!’ Ik weet niet zeker of het hun intuïtie voor ­natuurkunde is of gewoon hun enthousiasme, maar ze hebben gelijk: meer pompen is de beste optie om de ­raket hoger te krijgen.

Dus pomp ik steeds harder en inderdaad: de raketten gaan nog hoger. Zo hoog dat we de laatste niet meer naar beneden zien komen. Teleurgesteld gezicht bij de kleuter die haar raket niet mee naar huis kan nemen. ‘Die van jou ligt op de maan!’, troost een klasgenootje. Dat maakt het helemaal goed: zelf een maanraket ­gemaakt en dat in groep 1. Als zij later geen ingenieur wordt ...

Rolf Hut is universitair docent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver. In zijn column voor De Ingenieur kijkt hij naar dingen die misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uitstralen, maar wel getuigen van denken als een ingenieur.

Foto: Hans de Lijser