De regering besloot afgelopen maand fors meer geld uit te trekken voor de bètawetenschappen. Op zich lovenswaardig, betoogt sterrenkundige Frans Snik, maar dat de geesteswetenschappen ervoor moeten bloeden, is desastreus.

Les één van het college meet- en regeltechniek leert dat het opleggen van een plotse verandering aan een complex systeem waarschijnlijk tot ellende leidt. Toch is dit precies wat er gaat gebeuren in het universitaire financieringsstelsel. Minister Ingrid van Engelshoven heeft namelijk besloten dat binnen drie jaar een kwart miljard euro binnen de onderwijsbegroting wordt verschoven naar ‘bètatechniek’ – een lelijk Haags neologisme – zonder dat de negatieve gevolgen hiervan in kaart zijn gebracht.

Helaas wordt het geld weggeroofd bij de overige wetenschappen: alfa, gamma en zelfs medisch

Laat ik vooropstellen dat deze forse investering in de Nederlandse bètawetenschappen en het techniekonderwijs en -onderzoek zeer terecht is. De middelen binnen onze sector zijn afgelopen jaren achtergebleven bij andere disciplines en bij andere landen, terwijl de studentenaantallen explosief zijn gegroeid. Dankzij het besluit van Van Engelshoven zullen komend jaar honderden vacatures worden geopend, met name aan de TU’s. De TU Eindhoven, mijn alma mater, zal voor deze nieuwe posities in eerste instantie zelfs alleen vrouwelijke kandidaten interviewen (ook terecht!). Wel ben ik benieuwd waar al die honderden nieuwe Nederlandse techniektoppers (v/m) zo snel gevonden gaan worden, of waar het geld dan anders naartoe zal gaan.

Ik zou van dit alles totaal geen punt maken als de minister hier extra geld voor had uitgetrokken en zo de R&D-investeringen eindelijk boven de 2 % van het bbp had gebracht. Helaas is de hand op de knip gebleven en wordt dit geld nu weggeroofd bij de overige wetenschappen: alfa, gamma en zelfs medisch. De minister is nog erg schimmig over de precieze consequenties van haar rigoureuze gedraai aan knoppen, maar het lijkt erop dat honderden banen op de tocht staan binnen wetenschapsgebieden van absolute wereldklasse, die overigens al langer een grote onderwijsdruk kennen.

De eerste schade is al berokkend: wetenschappers zijn tegen elkaar opgezet en de algemene en technische universiteiten staan op voet van oorlog met elkaar

Deze voorgenomen afbraak zal niet alleen desastreuze gevolgen hebben voor alfa-, gamma- en medisch onderzoek, maar ook voor de grote uitdagingen die wij bèta’s en technici aangaan. Om één voorbeeld te geven: het moge inmiddels duidelijk zijn dat de energietransitie een faliekante mislukking wordt als bèta’s en ingenieurs niet samenwerken met sociale, politieke, organisatie-, taal- en cultuurwetenschappers, psychologen, economen, ethici, juristen en filosofen.

De eerste schade is al berokkend: wetenschappers zijn tegen elkaar opgezet en de algemene en technische universiteiten staan op voet van oorlog met elkaar. Juist nu interdisciplinariteit en samenwerking meer dan ooit cruciaal zijn voor de wetenschap en het Nederlandse academische systeem. In navolging van vele andere Nederlandse wetenschappers zouden ook ingenieurs dit verdeel-en-heersbeleid moeten verwerpen en zich sterk moeten maken voor de wetenschap als geheel. Met extra investeringen kunnen we er gezamenlijk een fijn afgesteld systeem van maken.

Frans Snik studeerde technische natuurkunde aan de TU Eindhoven en is nu sterrenkundige aan de Universiteit Leiden. Daarnaast is hij verbonden aan de Jonge Akademie.

Beeld: Depositphotos.com