Hoewel groene startups nuttige producten en diensten ontwikkelen om CO2-uitstoot terug te brengen en daarmee klimaatverandering tegen te gaan, hebben ze het vaak lastig. Dat blijkt uit een analyse van Europese startups door wetenschappers van de Universiteit Utrecht. De overheid kan helpen door fiscale maatregelen te nemen en te zorgen voor gezonde marktcondities.

De onderzoekers van de Universiteit Utrecht analyseerden 197 jonge bedrijven uit Europese landen, die allemaal een dienst of product hebben die klimaatverandering tegengaat. De resultaten staan beschreven in een recent artikel in vaktijdschrift Business Strategy and the Environment (gratis toegankelijk).

Wat deze startups doen loopt nogal uiteen; hun producten en diensten variëren van software die de fluctuerende vraag en aanbod van groene stroom op elkaar afstemt, tot het ontwikkelen van vertical farming en drones voor precisielandbouw. De Utrechtse wetenschappers bepaalden van deze bedrijven twee soorten prestaties: die op het gebied van het klimaat en hun bedrijfsprestaties.
 

Bijdrage aan de transitie

Uit de analyse volgt een aantal conclusies. Zo kunnen startups die een fysieke technologie aanbieden (een tastbaar product) over het algemeen een grotere bijdrage leveren aan de duurzaamheidstransitie dan softwarestartups.

‘Die laatste groep groeit echter sneller en haalt meer omzet’, zegt hoofdonderzoeker en innovatiewetenschapper Jip Leendertse. Heel verrassend is dat niet, want het maken van software vergt minder investeringen en je kan de productie ook makkelijker opschalen. Het is dan ook te begrijpen dat veel groene ondernemers kiezen voor het opzetten van een software-startup.
 

Te risicovol

Startups zijn dé manier om een nieuwe technologie naar de markt te brengen. Dit geldt in het algemeen, maar zeker ook voor technologie die te maken heeft met klimaatverandering en verduurzaming. ‘Het gaat om technologieën waar grote bedrijven geen belangstelling voor hebben, omdat ze te risicovol zijn of niet bij het portfolio van dat bedrijf passen’, zegt Leendertse.

Een startup kan meer risico nemen – er staat immers minder op het spel – maar heeft weer ergens anders last van: de markt en het ecosysteem waarin het jonge bedrijf opereert zijn nog onvoldoende ontwikkeld. ‘Er is nog te weinig vraag naar een technologische oplossing of hij is in het begin nog te duur. Het is vaak lastig voor een startup om de eerste klanten te vinden’, zegt Leendertse.
 

Belastingvoordeel

Daarom pleit hij samen met collega’s voor een actievere rol van de overheid. Die kan bijvoorbeeld fiscale maatregelen inzetten om startups te helpen. ‘Denk aan een belastingvoordeel of het in het leven roepen van een investeringsfonds of een subsidie.’

De overheid kan nog andere dingen doen om startups over de drempel te helpen die ze in het begin ervaren. ‘Een overheid kan de eerste klant zijn van een startup. Ook helpt het als er strengere regels worden opgelegd. Zie Californië met zijn steeds strengere emissieregels voor auto’s. Die hebben de opkomst van elektrische auto’s daar enorm bevorderd.’
 

Een voorbeeld van een duurzame startup is het Nederlandse Hardt Hyperloop, dat razendsnel vervoer door vacuümbuizen mogelijk wil maken. Foto Hardt


Windenergie

Binnen Europa is Denemarken een voorbeeld van een land dat al jaren terug een gunstig ecosysteem inrichtte voor jonge bedrijven op het gebied van windenergie.

Leendertse: ‘Op het moment dat het land daarmee begon, was lang niet zeker dat dit zou lukken. Maar moet je nu eens kijken: het land is leidend op windenergie en uit dat ecosysteem is een gigant als Ørsted voortgekomen.’ Ørsted is inmiddels de wereldwijde marktleider op het gebied van offshore windparken.
 

Tesla

Hoewel veel groene startups in het begin worstelen, zijn er wel bedrijven die er goed in slagen (investerings)geld binnen te halen. Dat zijn dan vooral de bedrijven die de potentie hebben om fors bij te dragen aan het klimaatprobleem én die een technologie aanbieden die op hardware is gebaseerd, zo blijkt uit het Utrechtse onderzoek (persbericht). 

Leendertse: ‘Buiten de EU is Tesla daar een schoolvoorbeeld van, met zijn hippe elektrische auto’s. Binnen de EU kun je denken aan het Duitse Lilium (lees ook: '90 miljoen dollar voor elektrisch vliegtuigje'), dat elektrische vliegtuigjes ontwikkelt. Dat heeft veel investeringen binnengehaald.’


Openingsfoto: IJzerpoeder dient bij een brouwerij van Bavaria als warmtebron voor het brouwproces. Het is een voorbeeld van een nieuwe technologie die de uitstoot van CO2 moet terugdringen. Foto Bart van Overbeeke.