‘Alles staat nog open’, zegt prof.dr. Suzanne Hulscher over het idee om voor de Nederlandse kust een experimenteereiland te ontwikkelen. ‘We willen ruimte bieden om met technologie te experimenteren en creatieve oplossingen te vinden voor problemen die met water hebben te maken.’ Naast hoogleraar Waterbeheer aan de Universiteit Twente is Hulscher de trekker van het thema Water van het Innovatieplatform. Binnen deze thema’s gaat het niet alleen om het stimuleren van nieuwe technologie, maar ook om het economische perspectief daarvan voor Nederland.


Vorm

Duurzaamheid en economie staan hoog in het vaandel bij het ontwerp van het experimenteereiland, dat de naam Tulp heeft gekregen. De vorm van het eiland staat overigens nog niet vast. Er is zelfs niet beslist of het Nederlandse visitekaartje uit één groot of een rij kleinere eilanden moet bestaan. ‘De vorm speelt een rol bij de duurzaamheid en is van grote invloed op het noodzakelijke onderhoud van zo’n eiland. Daarnaast is het eiland ook te gebruiken om de druk van wind en water op de kust, die door klimaatveranderingen zal toenemen, te verminderen.’

Verschillende opties om de Nederlandse kust veiliger te maken voor zeespiegelstijging.

In dat geval lijkt een serie eilanden meer voor de hand te liggen. Het project kan dan bijdragen aan de maatregelen die toch al nodig zijn om de Nederlandse kust ook in de toekomst voldoende veilig te maken. Hulscher ziet vele mogelijkheden voor (een combinatie van) functies op het eiland. Schiphol in zee is weer in beeld, evenals een variant op het plan-Lievense om energie op te slaan met behulp van een waterbuffer en de al dikwijls gewenste getijdencentrale. Windturbines en natuurlijk recreatiemogelijkheden kunnen ook een plaats krijgen op het eiland. Zelfs woningbouw is volgens Hulscher een optie, als het eiland niet te ver uit de kust bij de Randstad ligt. ‘Er zijn ongetwijfeld genoeg mensen die op zo’n eiland vlak voor de kust willen wonen’, verwacht ze.


Voorhaven

Hulscher kan zich ook voorstellen dat het eiland dienstdoet als een voorhaven van Rotterdam. ‘De containerschepen worden steeds groter, wat betekent dat verbreden en verdiepen van de toegang tot de Rotterdamse haven noodzakelijk is. Wat is een betere oplossing dan die reuzenschepen op zo’n eiland te laten lossen? De containers zijn vervolgens op kleinere schepen over te slaan of via een tunnel per trein naar het vasteland te vervoeren.’

Verder kan het tulpeiland aan de buitenwereld laten zien hoe Nederland omgaat met de zeespiegelstijging en de klimaatveranderingen. Voor de Nederlandse waterbouwkundig ingenieurs is relatieve stijging van het zeeniveau immers geen nieuw fenomeen. Door het inklinken van de bodem en de winning van aardgas houden ze daar al langer rekening mee. Bovendien zakt Nederland, omdat de aardschol waarop ons land ligt, bij Scandinavië omhoog wordt gedrukt. ‘Wat dat betreft hebben we in Nederland al een enorme ervaring, die ook voor dit probleem is in te zetten. We kunnen bijvoorbeeld laten zien dat we in staat zijn het eiland slim te laten meegroeien met de veranderingen van het klimaat.’

Hulscher vindt dat Nederland toe is aan iets nieuws op het terrein van de waterbouw. Na de Afsluitdijk, de Deltawerken en de stormvloedkering is het tijd voor een nieuwe proeve van bekwaamheid van de Nederlandse ingenieurs. Het moet iets zijn waarop zij trots kunnen zijn. Het tulpeiland is daarvoor uitermate geschikt. ‘De Nederlanders zijn beroemd om hoe ze met water omgaan. De komende twee eeuwen gaat er op het gebied van het water nog heel wat gebeuren in de wereld en wij willen daarbij voorop blijven lopen. Met dit experimenteereiland laten we weten dat we nog steeds toonaangevend zijn en niet stilstaan.’


Getijverschil

De Noordzeekust is een uitdaging, want het getijverschil is er behoorlijk groot, de wind krachtig en de zeestroming sterk. ‘De dynamiek van de Noordzee is heel groot’, weet Hulscher, die veel onderzoek doet naar watersystemen. ‘Dat heeft consequenties voor de aanleg en het onderhoud van zo’n eiland. Waar bijvoorbeeld is het zand vandaan te halen? Een gat graven van 10 km breed, 10 km lang en 25 m diep in de Noordzeebodem is geen optie. Dat zou het bodemleven verwoesten, maar ook transport van sediment over de bodem veroorzaken. Dat transport wordt bepaald door subtiele evenwichten. Kleine veranderingen kunnen tot grote verschuivingen in sediment leiden. Ook de duinenrijen staan in evenwicht met het transport van sediment voor de kust. Daar willen we geen onherstelbare veranderingen in aanbrengen. Zelfs als het eiland op 10 km in zee ligt, kan dat een ongewenste invloed op de kust hebben.’

Ook de vorm van het eiland heeft invloed; het maakt uit of het rond, langgerekt of uit meer delen bestaat. Hulscher: ‘Er zijn nieuwe rekenmodellen nodig om de effecten van zulke verstoringen van de zeebodem en de stroming te voorspellen. En hoe wordt omgegaan met de te verwachten klimaatveranderingen? Is het eiland voor de komende tweehonderd jaar klaar, of groeit het mee? Vormt daarvoor het aanleggen van dijken, duinen of een combinatie van beide de beste oplossing? Het zijn technische vragen die het Nederlandse bedrijfsleven kan beantwoorden. Met dit experimenteereiland kunnen we dat aan de hele wereld laten zien.’


Kritiek

Natuurlijk verwacht Hulscher kritiek op het initiatief. Vele eerdere plannen zijn immers afgeschoten of gesmoord in regelgeving en inspraak. Maar de Afsluitdijk is er ook niet in een paar jaar gekomen, brengt ze in herinnering. ‘Ik denk dat de omstandigheden nu gunstiger zijn. Ik bespeur een nieuw elan voor dit soort projecten, ook omdat men weet dat op den duur toch iets moet gebeuren om een aantal knellende problemen in Nederland op te lossen. Men realiseert zich ook dat uitstel van de investering de noodzakelijke maatregelen alleen maar duurder zullen maken. Dit eiland geeft Nederland cachet. De tijd is er rijp voor.’ (Maarten Evenbli)