De Londense studio van EMI – 'Abbey Road' – stond bekend om de prachtige galm, de Rolling Stones namen op onder het juten plafond van Muscle Shoals Sound Studio en Led Zeppelin nam voor extra groot geluid zijn intrek in het enorme landhuis Headley Grange. Voor een specifieke klankkleur zijn dure opnamestudio’s nu niet meer nodig. Muzikanten en geluidstechnici kiezen steeds vaker voor opnemen in the box. Drie specialisten aan het woord.

Negentig jaar geleden, in november 1931, opende platen maatschappij EMI aan Abbey Road in Londen de grootste opnamestudio ter wereld, de eerste bovendien waar men in stereo opnam. Dit was mogelijk dankzij het elektrische opnamesysteem van de Engelse ingenieur en uitvinder Alan Blumlein, die zich eerder bij een bioscoopbezoek had gestoord aan het onbeweeglijke monogeluid van een film. ‘Abbey Road’ werd het toonbeeld van innovatie in opnametechniek. Volgens ex-Beatle Paul McCartney is de studio de beste in de wereld.
 

Uitvinders en ingenieurs

Geluidstechniek is al sinds de begindagen van de grammofoon, eind negentiende eeuw, het werk van uitvinders en ingenieurs. Tussen 1877 en 1912 werden in de Verenigde Staten meer dan tweeduizend octrooien toegekend aan zo’n duizend uitvinders die zich met geluid bezighielden. Onder hen Thomas Edison, tevens uitvinder van de gloeilamp, met 81 octrooien.

Er is sindsdien veel en in hoog tempo veranderd. Radio luidde een volgende, elektrische revolutie in de geluidstechniek in. Condensatormicrofoons, buizenversterkers en luidsprekers werden door knappe elektrotechnici uitgevonden en doorontwikkeld.

 

Sound engineers in stofjas

Ook de opnameapparatuur ontwikkelde mee. Met de magneetband kwam er vlak voor de Tweede Wereld oorlog een nieuw soort geluidsdrager beschikbaar. Sound engineers – toen nog steevast in deftige stofjas – waren in de studio’s voortdurend bezig de techniek te verfijnen om de kwaliteit van de opnamen verder te vergroten, continu de grenzen van het hoogst haalbare verkennend.
 

'In the box'

Opnamestudio’s en geluidstechnici, ze bestaan nog altijd. Maar de techniek is vandaag de dag zo veranderd dat muzikanten ook eenvoudig zelf thuis of in de repetitieruimte kunnen opnemen: met de computer, ofwel in the box.

Ook producers werken nu vaker met een computer, microfoons en een set plug-ins – een soort geluidsfiltertjes voor de computer om uiteindelijk de gewenste klankkleur te krijgen. Albums van Adele en Red Hot Chili Peppers worden tegenwoordig opgenomen zonder dat het opgenomen signaal de computer nog verlaat.
 

Om meer leven in de beperkte opnameruimte van Simon Akkermans te krijgen, ontwierp een bevriend kunstenaar een diffuser – een geluidverspreider – van zestig afgekeurde stoelpoten. Want het geluid ketste nogal lelijk van de kale muur boven het drumstel op de tegenoverliggende muur. ‘Hout klinkt goed en geeft een prettige, warme reflectie’, zegt Akkermans.

 

Opnemen op locatie

Ook voor de Amsterdammer Frank van der Weij is ‘in the box’ steeds vaker de dagelijkse realiteit. Hij is inmiddels gespecialiseerd in het opnemen van muziek op locatie, die hij vervolgens monteert en afmixt in de op maat gebouwde studio onder het huis op het Steigereiland in Amsterdam dat hij in 2011 betrok.

‘Ik was toen al klaar met het hebben van een eigen opnameruimte die interessant genoeg was om op te nemen, want dan had ik een kerk of een landhuis moeten kopen. Ik wilde werken met een mobiele opnamestudio: een harddiskrecorder met een goede interface, goede microfoons en converters.’
 

Mengtafel is computermuis geworden

Zelfs de oude, vertrouwde mengtafel is niet meer in de monitorruimte te vinden. ‘Een mengtafel is tegenwoordig eigenlijk een computermuis en gaat gewoon met een netwerkkabeltje in de computer. Als ik de behoefte heb om te schuiven met faders, hang ik hem aan de computer. Dat is het geweldige van deze tijd. Vroeger kon je met alle analoge apparatuur lekker aan schuiven trekken. Maar wilde je een idee opslaan, dan ging dat niet of werd dat erg bewerkelijk. En je kwam handen tekort.’
 

Analoge apparatuur

In de jaren tachtig geschoold aan de Hochschule für Musik in het Duitse Detmold kwam Van der Weij vervolgens terecht bij muziektheatergezelschap Orkater. Hij richtte zijn toenmalige studio in met analoge apparatuur. Hij kon er beeld met geluid synchroniseren, waardoor het mogelijk werd ook filmmuziek op te nemen.
 

Experiment

Pop- en rockmuziek nam hij ook wel op, vooral begin jaren negentig zocht hij daar de uitdaging. Soms in de traditie van bands als Led Zeppelin en Red Hot Chili Peppers die in kastelen en landhuizen opnamen om zo goed en indrukwekkend mogelijk te klinken, zocht Van der Weij het experiment.

Met de Amsterdamse gitaarband Claw Boys Claw nam hij op in een oude filmstudio in Praag en met Kopna Kopna, een alternatieve band uit Roelofarendsveen, nam hij drums op in het trappenhuis van Felix Meritis in Amsterdam. Op elke verdieping hing hij microfoons om zo een natuurlijke galm te krijgen.


 

MEER LEZEN OVER DIGITALE OPNAMETECHNIEK?

Het hele verhaal is te lezen in het septembernummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.

 

Openingsfoto: Frans Hagenaars’ studio huist in een oude portierswoning bij de pont in Amsterdam-Noord. Hij werkt hybride: deels met oude, analoge apparatuur en deels in the box.
Tekst en foto's: Robert Lagendijk