De koekenpan, een pillendoosje, een koffiemok of je yogamatje: dankzij een nieuwe technologie die is ontwikkeld aan de University of Michigan kunnen ze allemaal onderdeel worden van het Internet of Things. 

De technologie maakt gebruik van de al langer bekende RFID-chips (radar frequency identification) en maakt het volgens de bedenkers mogelijk om de kloof te dichten tussen de naar schatting 14,2 miljard 'slimme' elektronische apparaten die nu samen het Internet of Things vormen, en de vele honderden miljarden alledaagse gebruiksvoorwerpen die niet 'slim' zijn en tot nu toe niet mee konden doen.


Kleine fluctuaties

RFID-chips worden al jaren gebruikt, onder meer om diefstal tegen te gaan. De chip wordt op een product geplakt en absorbeert net voldoende elektromagnetische energie van een uitgezonden radiogolf om een eenvoudige, unieke code terug te sturen. Tot nu toe kon echter alleen worden vastgesteld of het object met de RFID-chip wel of niet in een ruimte aanwezig was: er kwam een signaal terug of niet. 

Maar de Amerikaanse onderzoekers hebben nu het systeem IDAct ontwikkeld, dat in staat is tot veel genuanceerdere interpretatie van het signaal van de RFID-tags. Het kan de kleinste fluctuaties in het signaal opvangen, zodat het kan vaststellen of het gechipte voorwerp is verplaatst of dat een persoon het bijvoorbeeld heeft opgepakt en in de hand houdt. 


Zelflerend algoritme

Het systeem is daarnaast in staat veranderingen in het elektromagnetische veld in een ruimte waar te nemen die ontstaan wanneer er iemand is binnengekomen. 'Elk object veroorzaakt specifieke elektromagnetische interferentie', zegt Alanson Sample, hoofddocent elektrotechniek en computerwetenschappen en een van de auteurs die de bevindingen deze week presenteerden op de IEEE RFID Conference in Phoenix. 'In combinatie met wat de RFID-chips ons vertellen kunnen we met die informatie een heel precies beeld krijgen van wat er in een ruimte gebeurt', stelt Sample in een persbericht

De informatie die binnenkomt, wordt geanalyseerd door een zelflerend algoritme. In de onderzoeksfase gebeurde dat op een laptop die in de testruimte stond opgesteld, maar volgens Sample is het ook mogelijk dat alle noodzakelijke hardware wordt geïnstalleerd in de RFID-lezer zelf. 

Op het plafond bevestigde RFID-lezers krijgen informatie binnen van IDAct-stickers in de kamer. Foto gemaakt door het onderzoeksteam. 


Gebruiksvoorwerpen

Het team testte de technologie in het appartement van een vrijwilliger. Daar hingen ze een aantal RFID-lezers aan het plafond en voorzagen tal van alledaagse gebruiksvoorwerpen van een RFID-chip. 26 uur lang verzamelden ze vervolgens alle data uit kamers met mensen. Daarnaast verzamelden ze twee uur lang data uit lege ruimten, ter controle. 

Het systeem kon meer dan 96 procent van de bewegingen goed analyseren.


Ouderenzorg

Volgens de makers zijn de toepassingen van IDAct legio. 'Stel je een wereld voor waar je medicijndoosje bijhoudt of je je medicijnen wel hebt ingenomen en je waterglas of je wel voldoende drinkt', zegt Sample. 'Zelfs je yogamatje zal precies weten welke oefeningen je aan het doen bent en kan daarbij voor de juiste verlichting, temperatuur en achtergrondmuziek zorgen.'

In eerste instantie willen de makers het systeem doorontwikkelen voor de ouderenzorg. Zorgverleners zouden met behulp van RFID-chips veel beter toezicht kunnen houden op de dagelijkse activiteiten van ouderen, zonder ze voortdurend op de huid te hoeven zitten. 'Het systeem zal vaststellen of eet- en slaapgewoonten veranderen en of de medicijnen al dan niet worden ingenomen. Dat maakt het mogelijk om tijdig in te grijpen', stelt Sample.

Foto: Depositphotos.com