Aanpassen aan morgen
Om klimaatverandering het hoofd te bieden, moeten we ‘op elk niveau buffers inbouwen voor de toekomst’, stelt de Nederlandse watergezant Henk Ovink. De sleutel is om natuurlijke krachten niet langer tegen te werken, maar ze te gebruiken. Mooi voorbeeld van die werkwijze is de kleirijperij in het Eems-Dollardgebied.
Tegen de strakblauwe lucht cirkelen buizerds laag over het uitgestrekte polderland. ‘Heel vruchtbaar, de kleigrond hier. Het zal er wemelen van de muizen’, zegt Erik van Eekelen. Via plaatsen als Hongerige Wolf en Ganzedijk zijn we naar de Carel Coenraadpolder gereden, de meest noordoostelijke polder van ons land.
Inmiddels kijken we vanaf een lage dijk uit over de kwelders van het Eems-Dollardgebied. Oostwaarts, aan de overkant van de Eems, tekenen Duitse schoorstenen de horizon. Aan de westkant wordt het uitzicht begrensd door de hoge Dollarddijk die een kaarsrechte streep door het landschap trekt.
Maar we zijn hier niet gekomen om roofvogels te bestuderen of van het uitzicht te genieten. Het is dat onopvallende dijkje zelf, waar de wind ons haast vanaf blaast, dat ons hierheen heeft gelokt.
Inpolderingen
Beleidsmakers hebben al jaren de mond vol van grotethema’s als klimaatadaptatie en nature based-bouwen.Deze maand culmineren die gesprekken in de grote Klimaatadaptatietop CAS21, waar wereldleiders afspraken zullen maken over nieuwe beleidsagenda’s.
Maar hoe ziet dat nieuwe, klimaatadaptieve bouwen er nu in de praktijk uit? Hoe zet je zo’n project op, hoe voer je het uit en hoe kun je er uiteindelijk nog een goede verdienmodel mee opzetten ook?
Dit dijkje, aangelegd met klei uit de aangrenzende kleirijperij, geeft het begin van een antwoord. Van Eekelen, van oorsprong vloeistofmechanicus en afgestudeerd op baggerpluimen, werkt bij baggerbedrijf Van Oord. Maar twee dagen in de week is hij programmamanager bij EcoShape, een consortium van aannemers, ingenieursbureaus, kennisinstellingen en ngo’s. In die hoedanigheid is hij een van de bedenkers en aanjagers van dit baanbrekende project in het Eems-Dollardgebied.
Graanrepubliek
‘Ze noemen deze streek de Graanrepubliek’, zegt hij. ‘Vanwege de rijke kleigronden is hier zoveel ingepolderd.’
Juist door al die inpolderingen, gecombineerd met excessief baggeren voor de scheepvaart, is het natuurlijke systeem in de Eems-Dollard van slag geraakt. Het areaal aan kwelders waar de rivier sediment kan afzetten, is door de inpolderingen veel kleiner geworden. Het gevolg is dat het sediment geen plek meer heeft om te bezinken en in de waterkolom blijft hangen.
‘Het water is veel te troebel’, zegt Van Eekelen. ‘Dat is niet goed voor de ontwikkeling van het ecosysteem.’
Gekozen voor circulair
Om het water weer schoon te maken, kunnen baggerschepen het sediment opzuigen, naar de Noordzee varen en het daar dumpen. Maar deze klassieke, beproefde methode voor havens en vaargeulen is kostbaar en bepaald niet duurzaam.
‘Jaarlijks moet er een miljoen ton slib aan het water worden onttrokken om de waterkwaliteit in de Eems-Dollard te verbeteren. Wij hebben nu gekozen voor een hedendaagse aanpak waarbij we naar het hele systeem kijken en die bovendien circulair is.’
Van Eekelen wijst naar het noorden. Daar, negen kilometer verderop, werd sedimentrijk water opgezogen. Een pijplijn leidde het vervolgens naar deze kwelder net buiten de Dollardijk. In de kwelder zijn tien vakken van elk ongeveer een hectare groot aangelegd, waar het water via inlaten het sediment inspuit: hetzij in één keer een enorme hoeveelheid, hetzij laagje voor laagje.
MEER LEZEN OVER BOUWEN MET DE NATUUR
Het volledige verhaal vindt u in het januarinummer van De Ingenieur. Koop de digitale versie voor € 7,50, of neem - met een flinke korting van 25 % - een digitaal jaarabonnement van twaalf nummers voor € 69,-.
• Ik koop het digitale januarinummer voor € 7,50
• Ik neem een digitaal abonnement voor € 69,-
Foto: De kleirijperij nabij Delfzijl. Credit: Waterschap Hunze en Aa's