Net als aardgas is waterstof van nature geurloos. Omdat dat gevaarlijke situaties kan opleveren, moet ook waterstof een geurtje krijgen, vinden de regionale netbeheerders. Samen met het Franse gasbedrijf GRDF heeft netbeheerder Stedin nu laten onderzoeken welke geuren in aanmerking komen.

Iedereen weet hoe aardgas ruikt: rotte eieren, misselijkmakend, irriterend op de luchtwegen. Lang niet iedereen weet dat die geur van nature helemaal niet bij aardgas hoort, maar er in pas het gasnet aan wordt toegevoegd.

Wat je ruikt wanneer er gas vrijkomt, is namelijk niet gas, maar tetrahydrothiofeen (THT). De Gasunie voegt in ons land achttien milligram van deze zwavelhoudende, kleurloze vloeistof toe aan elke kubieke meter aardgas, puur om ervoor te zorgen dat het gas te ruiken is en het niet ongemerkt kan weglekken, met alle risico’s op een gasexplosie van dien.


Effectieve maatregel

In de energiemix van de toekomst wordt aardgas minder belangrijk (we moeten immers ‘van het gas af’), terwijl waterstof juist een grotere rol gaat spelen. Waterstof heeft vele voordelen, maar ook een nadeel: het is net zo geurloos als z’n fossiele voorganger.

‘De veiligheidsrisico’s zijn vergelijkbaar met die van aardgas’, zegt Tessa Hillen, analist energietransitie bij Stedin, dat dinsdag de bevindingen van het onderzoek publiceerde. ‘Het toevoegen van een geur zien we als een effectieve maatregel om het ongemerkt weglekken van waterstof te voorkomen.’


Zwavelvrije oplossing

Een van de mogelijkheden is om ook aan waterstof THT toe te voegen, zodat het dezelfde, alarmerende geur krijgt als aardgas. Maar dat heeft nadelen, zegt Hillen. ‘THT bevat zwavel en dat is uiterst schadelijk voor brandstofcellen, die elektrische energie opwekken uit waterstof. Zouden we voor THT kiezen, dan zouden we een hoop toekomstige toepassingen van waterstof nu al uitsluiten.’

Maar dat is niet de enige reden. In de ombouwfase van aardgas naar waterstof, legt Hillen uit, zullen beide ook tijdelijk naast elkaar worden gebruikt, in hetzelfde gebied. ‘Voor monteurs die deze ombouwwerkzaamheden verrichten, is het dan handig het verschil te kunnen ruiken tussen een waterstof- en een aardgaslek.’

Een derde reden is dat zwavel niet goed is voor het milieu. ’Het gaat weliswaar om uiterst kleine hoeveelheden die worden bijgemengd, maar een zwavelvrije oplossing zou toch net wat milieuvriendelijker zijn’, zegt Hillen.


Shortlist van drie odoranten

Stedin en het Franse GRDF stelden een lijstje op met de voorwaarden waaraan de nieuwe geur moet voldoen: de belangrijkste: de geur moet een alarmerende werking hebben en uniek zijn. ‘Als lekkend waterstof naar bloemetjes ruikt, dan zou dat niet handig zijn’, zegt Hillen. ‘Maar als het naar benzine ruikt ook niet: dan denken mensen dat er iets met de auto aan de hand is.’

Daarnaast moet de geur niet schadelijk zijn voor het milieu, makkelijk zijn toe te voegen, in lage concentraties waarneembaar zijn en niet duur zijn. 

Op basis van alle voorwaarden kwamen de onderzoekers tot een shortlist van drie mogelijke geur- of stinkstoffen. Zeshonderd proefpersonen moesten daar vervolgens allemaal aan ruiken en hun ervaringen rapporteren. ‘Een van de drie geuren bleek voor de helft van de deelnemers als vervelend te worden ervaren: als die van verbrand plastic’, zegt Hillen. ’Maar de andere helft rook niets. Dus die viel af.’

Een tweede geur werd door de helft als behoorlijk smerig ervaren, maar daarnaast waren er veel proefpersonen die een zoete meloenlucht roken – ook niet alarmerend genoeg.

De derde geur kwamen als meest geschikte uit het onderzoek: 2-hexyne. ‘Mensen vonden hem vies, maar ook moeilijk te omschrijven’, zegt Hillen. ‘Dat is een goed teken, want dat betekent dat de geur niet op een andere lijkt en dus uniek is. Belangrijk voor de herkenbaarheid.’


Nederland loopt voorop

Volgens Hillen loopt Nederland samen met Frankijk voorop op het gebied van de geur van waterstof. ‘We zijn de eerste die hebben bedacht hier eens naar te kijken.’ Dat wil echter niet zeggen dat straks waterstof overal precies hetzelfde ruikt. ‘Elke land bepaalt zelf welke odoranten het toevoegt. Daarom ruikt aardgas in Engeland bijvoorbeeld heel anders dan bij ons.’

Voordat de nieuwe geur in de praktijk kan worden toegepast, is nog meer onderzoek nodig. 'Voordat we 2-hexyne als odorant kunnen toepassen, willen we er nog meer over weten', zegt Hillen.


Foto: Onderzoeksopstelling voor het geuronderzoek. Credit: Stedin

Vond je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.