‘Voorsprong door techniek.’ Echt waar?, vraagt redacteur Jim Heirbaut zich af in zijn maandelijkse column.

Ineens had mijn dochter van acht een laptop. Tijdens de laatste schoolsluiting kreeg ze een ‘chroomboek’ mee naar huis voor het volgen van thuisonderwijs.

Binnen een dag zocht ze er ook haar favoriete muzieknummers op YouTube mee op. Al snel kende het algoritme haar favoriete tracks en als bij toverslag was een afspeellijst ontstaan. ‘Papa, hoe weet YouTube dat eigenlijk?’

Er was een tijd dat je moest sparen om je lievelingsmuziek te kunnen aanschaffen. Ik weet nog: na uren, dagen, weken vakkenvullen in de supermarkt had ik eindelijk genoeg geld voor die nieuwe van U2. Toen ik die in de platenzaak dan eindelijk in mijn handen hield, wist ik niet hoe snel ik op mijn fiets naar huis moest racen om de cd te gaan luisteren. En nog een keer, en nog een keer.

Toen was daar plotseling duivelskunstenaar Steve Jobs, en die bedacht de iPod, eigenlijk niets meer dan een harde schijf met een hip kastje eromheen en een draaiknop erop. Daar pasten ineens duizenden liedjes op, oftewel: honderden en honderden cd’s. Dat gaf niet alleen gemak, maar we waren ook eindelijk van die foeilelijke cd-rekjes af.

Een misschien nog wel belangrijkere ontwikkeling was al eerder in gang gezet: muziek kwam online te staan en was te downloaden met de computer. Rond de millenniumwisseling was het Napster dat het pad effende, en in het kielzog daarvan verschenen allerlei downloadwebsites, die ofwel illegaal waren, ofwel op slimme wijze de mazen van de wet wisten te vinden. Hele platencollecties trok mijn computer ’s nachts van het web.

Iets waarvoor je geen enkele moeite hoeft te doen om het te krijgen, voelt minder waardevol

Tegenwoordig streamen we met diensten als Spotify, en heb je voor een tientje per maand ‘24/7’ online toegang tot alle muziek die je maar wilt. Alleen denkt mijn dochter nu dat muziek gratis is. Ze hoeft alleen maar de naam van een liedje in YouTube of Spotify in te typen en twee tellen later klinkt die track.

Het is net als met water uit de kraan: het is er altijd en het lijkt gratis, maar dat is het natuurlijk niet. De luxe, wat streamen zeker is, zorgt ook voor een devaluatie van muziek. Want iets waarvoor je geen enkele moeite hoeft te doen om het te krijgen, dat voelt minder waardevol.

Laatst ging ik bij een vriend op bezoek en die had nog (of weer?) een ouderwetse platenspeler staan, met zo’n plastic stofkap erop. Kast met elpees erbij, en maar draaien. Om beurten mochten we een plaat opzetten. Rolling Stones, Paul Simon, Neil Young.

Het gaf een gevoel van onthaasting om steeds zo’n prachtige blinkende zwarte schijf uit het papier te halen, de plaat neer te leggen en de naald te laten zakken. Tik, tok, krak… en daar begon Mick Jagger al te zingen.

Magisch.


Foto Robert Lagendijk