Beter bestaande flats op een slimme manier verduurzamen, dan ze slopen om er nieuwbouw voor in de plaats te zetten. Dat is de overtuiging van Team SUM uit Delft. In juni nemen ze het met hun bouwconcept op tegen internationale concurrenten.

 

Nieuwe huizen of flats zijn tegenwoordig behoorlijk energiezuinig, maar hebben als nadeel dat de bouw een hoop energie kost. Aan de andere kant wonen veel Nederlanders nog in relatief oude portiekflats. Het zou een hoop energie schelen als die niet tegen de vlakte hoeven en met wat ingrepen duurzaam te maken zijn.

Dat is, in een notendop, het doel dat het Delftse studenten team SUM (symbiotic urban movement) zichzelf heeft gesteld: verzin een slimme aanpak om bestaande Nederlandse portiekflats duurzaam te maken.
 

Extra laag

Vorige maand presenteerden de studenten hun idee om bovenop bestaande portiekflats een ‘optopping’ te zetten van een of twee woonlagen als de constructie dat toelaat.

In die extra laag zitten ook technische systemen verstopt, waaronder lange rijen zonnepanelen (voor warmtepompen), accu’s om overtollige elektriciteit tijdelijk op te slaan en een systeem om regenwater te verzamelen.

De gebruikte materialen zijn zoveel mogelijk biobased of gerecycled, zoals constructies van hout of isolatiemateriaal van door de shredder gehaald papier of katoen.
 

Woningen toevoegen

Met deze aanpak denkt Team SUM niet alleen bestaande flats duurzaam in energiegebruik te kunnen maken, maar ‘we voegen ook woningen toe aan het woningbestand van een stad.’, vertelt communicatiecoördinator Nikki de Zeeuw.

 

Naam: Team SUM
Aantal leden: 60
Doel: portiekflats energiezuinig maken
Perspectief: technieken bedenken om bestaande woningen te verduurzamen zodat ze weer jaren mee kunnen

 

Twee leden van Team SUM overleggen tijdens de bouw van het prototype.

 

Ervaring opdoen

In Team SUM zitten zo’n zestig studenten die, naast hun studie, ervaring opdoen met een echt praktisch project. De meeste studenten doen een master architectuur in Delft, maar er zitten er ook bij die een master building technology of management in the built environment doen.
 

Leuk artikel hÚ? Wil je elke week technieknieuws in je inbox, abonneer je dan gratis op onze nieuwsbrief.

 

Je verdiepen in installaties

Een van de zeven coördinatoren is project engineer Arne Boenders, ook architectuurstudent. ‘Ik was altijd al geĂŻnteresseerd in de praktische uitwerking van techniek in zo’n gebouw, maar dat komt in de studie niet echt aan bod. Nu moest ik me ineens verdiepen in installaties, zoals een warmtepomp, en dat vind ik echt verrijkend. Ik snap nu zowel de kant van de architect als van de installateur.’
 

Handen uit de mouwen

Het werk van de studenten heeft geresulteerd in een prototype (zie de foto bovenaan), dat ze vorige maand in elkaar hebben gezet op The Green Village, het testcentrum voor nieuwe bouwconcepten op de TU Delft . Hierbij staken de studenten zelf de handen uit de mouwen, onder begeleiding van professionals van enkele betrokken bouwbedrijven.

‘Dat was echt super leerzaam, want niemand van ons had concrete bouwervaring’, vertelt De Zeeuw.

‘Veel onderdelen waren prefab in de fabriek gemaakt, en op de bouwplaats moesten we die zelf in elkaar zetten, best spannend. Ook ontdek je dan hoe het in de praktijk soms kan gaan. Een van de vloerdelen paste net niet in de stalen bodemconstructie en dat moesten we met wat extra schuren alsnog op maat maken. Het leerpunt voor een volgende keer: iets grotere toleranties in je ontwerp aanbrengen.’
 

Een teamlid inspecteert een gevelpaneel van dichtbij .

 

Idealisme

In het studententeam is een behoorlijke dosis idealisme aanwezig, ziet De Zeeuw. ‘Je merkt het aan de inzet. Hoe harder ik iemand zie werken, hoe idealistischer die persoon vaak is.’ Bij dat idealisme gaat het niet alleen over het verduurzamen van woningen, maar ook om de menselijke component.

‘We praten ook met bewoners van die portiekflats en ik merk bij hun vaak de angst dat hun geliefde flat zal worden gesloopt. Die mensen voelen zich dan machteloos. Volgens mij is het een lichtpuntje dat wij laten zien dat het ook anders kan.’
 

Dromers

Bij bouwbedrijven komen de studenten soms scepsis tegen. ‘Sommige bouwprofessionals zeggen dat we dromers zijn. “Dat is toch veel te duur”, zeggen ze dan, of “Je kunt veel beter nieuwbouw neerzetten”.’ Zelfs de bedrijfspartners vonden de plannen vooraf wel erg ambitieus.

Maar die hebben hun mening moeten bijstellen. ‘Inmiddels zien ze echt toekomst in dergelijke plannen. Ze zijn zelfs bezig een consortium op te zetten om samen verder te werken aan dit soort opgaven’, zegt De Zeeuw.
 

Wedstrijd

Eind mei breken de studenten hun prototype weer af. Ze brengen het dan naar Wuppertal in Duitsland waar de Solar Decathlon Europe plaatsvindt, een internationale wedstrijd voor duurzame innovatie in de bouw. De Zeeuw: ‘Het mooie is dat je in praktisch alle Europese landen portiekflats vindt, met maar kleine verschillen.’

Als de bouwsector de goede ideeën van de studenten overneemt, zou het zomaar kunnen dat portiekflats in heel Europa niet meer tegen de vlakte hoeven.


Dit artikel verscheen eerder in het aprilnummer van De Ingenieur.





Foto's Team SUM