Innovatiemotor in de prak
De komende jaren hoeven we niet veel meer te verwachten van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. En dat is het gevolg van het huidige regeringsbeleid, stelt columnist Vanessa Evers.
Heeft u zich al psychologisch voorbereid op oorlog? Of misschien zelfs al letterlijk voorbereidingen getroffen? Een knijpradiootje aangeschaft, een volle watercontainer in de schuur opgeslagen, tachtig kilogram broodmix in vacuĂŒmgetrokken kledingÂzakken verstopt, cryptomunten omgezet in goud?
De Nederlandse welvaartsmaatschappij is in gevaar. Voor wie het nog niet doorhad dat we al jaren blijken af te glijden naar een derderangs aardbeienrepubliek: we verdienen niet genoeg, drugskartels maken de dienst uit, de treinen rijden niet en je moet negen maanden op een wachtlijst voor je aan de beurt bent bij de specialist in het ziekenhuis of bij jeugdzorg.
Maar natuurlijk ligt het niet aan ons. De regering heeft het lek boven: het blijkt de schuld van buitenlanders. En daarom gaan we vervelend tegen ze doen. We laten ze niet meer aan onze universiteiten studeren en onze studentenkamers inpikken. Als buitenlandse wetenschappelijke toppers het wagen onze kennisinstellingen te versterken, dan moeten ze binnen twee jaar vloeiend Nederlands kunnen en anders gaan ze maar weer lekker terug naar waar ze vandaan komen. We hebben grote arbeidstekorten in de zorg, in de bouw, in de agrarische sector en de industrie maar die gaan we mooi niet oplossen met buitenlanders.
We gaan die tekorten trouwens ook niet oplossen met goed opgeleide Nederlanders, want de stekker wordt uit het hoger onderwijs en onderzoek getrokken. Het basisonderwijs wordt al sinds vóór Jo Ritzen (OnderwijsÂminister van 1989-1998) uitgeknepen, daar valt geen licht meer uit te doen. Maar de innovatiemotor van Nederland in de prak draaien, dat kan nog wel. Zo moeilijk is het niet om de opgebouwde capaciteit in AI, nanoÂtechnologie, food science, agritech, ethiek, gezondheidswetenschappen, economie enzoÂvoorts af te breken: gewoon even anderhalf miljard bezuinigen en eisen dat alles in het Nederlands moet.
Hoe dan?!
Wederopbouwen zal niet zo simpel zijn. Als het kabinet-Schoof ooit valt of aftreedt, dan kunnen we niet simpelweg de geldkraan weer opendraaien en op hetzelfde topniveau doorgaan waar we waren gebleven.
U hoeft dus niet veel te verwachten van wetenschappelijk onderwijs en onderzoek de komende decennia. Maatschappelijke problemen het hoofd bieden met wetenschappelijke innovatie, de kenniseconomie en de verdienkracht van Nederland op peil houden: het zit er heel waarschijnlijk allemaal niet meer in.
Als er geen mensen zijn om de arbeidstekorten aan te vullen en we ook niet kunnen verwachten dat innovatieve oplossingen de problemen in de zorg, industrie, klimaat en noem maar op aanpakken, dan weet ik al waartoe dat leidt.
Dat moet natuurlijk worden opgelost met robots. Robotverplegers, fabrieksrobots, robotboeren, robottaxichauffeurs, robotbediening, robotleraren, robotsupermarkt, robottandarts, robotyoga-instructeur, robotschoonmaker, robot-maatschappelijk werker, u snapt hem.
Ik ga het druk krijgen de komende jaren om al die technologie te ontwikkelen voor NederÂland. Ik kan maar beter beginnen met het opleiden van jonge mensen en met het onderzoek dat hiervoor nodig is. Maar... hoe dan?!
Tekst: Vanessa Evers is hoogleraar computerÂwetenschappen aan de Universiteit Twente\
Beeld: Depositphotos