Mini-satelliet van TU Delft gelanceerd
Sinds donderdag cirkelt er een mini-satelliet van de TU Delft om de aarde. Deze ging mee met de Transporter-3 die op 13 januari door SpaceX vanaf Cape Canaveral werd gelanceerd.
‘Hij doet het!’, mailt satellietonderzoeker Alessandra Menicucci van de TU Delft. Ze doelt op de DelfiPQ, een mini-satelliet waar zij en haar collega’s afgelopen vier jaar aan werkten, en die nu dan eindelijk om de aarde heen cirkelt. Donderdag is hij in de ruimte afgeleverd door de Transporter-3, een raket van het type Falcon 9 van SpaceX.
En het eerste is signaal kwam vrijdag binnen, schrijft Menicucci, al is de locatie nog niet exact bekend. ‘Misschien richten we de antenne van ons grondstation nu nog enigszins in de verkeerde richting, maar dat zal snel beter worden.’
Klein
De DelfiPQ is vijf bij vijf bij achttien centimeter en weegt ruim een pond. Daarmee is het een van de kleinste satellieten ter wereld. Satellietonderzoekers Alessandra Menicucci, Stefano Speretta en Sevket Uludag van de TU Delft ontwierpen en bouwden de satelliet om te kunnen aantonen dat technologie op zo’n kleine schaal daadwerkelijk kan functioneren in de ruimte. Dat zou gunstig zijn, want zwermen van deze kleine satellieten zijn beter dan de grote satellieten van nu in staat om de aarde te observeren. Ze kunnen onder meer een belangrijke rol spelen bij het monitoren van klimaatverandering, meldt de TU Delft in een persbericht over de lancering.
Voordelen
Kleine satellieten kosten veel minder dan grote, waardoor je er tientallen of zelfs honderden kunt lanceren. Ze kunnen vanaf meerdere locaties waarnemingen doen en gezamenlijk data verzamelen en verwerken. ‘De kosten om een zwerm kleine satellieten te ontwikkelen, te bouwen en te testen zijn zelfs minstens een orde van grootte lager dan voor één grote satelliet’, zegt Menicucci. Een weersatelliet kost al gauw een paar honderd miljoen euro, terwijl je voor 1 miljoen al 25 mini-satellietjes hebt– al is dat allebei héél ruw geschat.
Daarnaast kan je met een zwerm satellieten een veel groter stuk aardoppervlak bekijken – of hetzelfde stuk met hele korte tussenpozen meten. ‘Dat is interessant als je gebeurtenissen wilt bekijken die heel snel gaan, zoals sommige natuurrampen.’
De derde
DelfiPQ is de derde satelliet die de TU Delft in de ruimte heeft gebracht. Zijn voorganger heetten DelfiC3 en DelfiN3xt. DelfiC3 reist al 12,5 jaar door de ruimte en doet het nog steeds. DelfiN3xt, gelanceerd in 2013, is een tijdje kwijt geweest, maar sinds kort is het contact weer hersteld. Maar bij de huidige mini-satelliet is het nóg spannender of alles wel zal werken. DelfiPQ is namelijk ongeveer acht keer kleiner dan zijn voorgangers. Menicucci, in het persbericht: ‘En die waren al niet groter dan een melkpak.’
Afval?
Wel kun je je afvragen of satellietzwermen niet extra veel bijdragen aan het groeiende probleem van afval in de ruimte. Wat gebeurt er, als hun levensduur ten einde komt? Menicucci: ‘Dat ligt er aan, maar als ze net als onze DelfiPG in een lage baan om de aarde worden gebracht, dus op 500 tot 600 kilometer afstand, zullen ze uiteindelijk verbranden in de atmosfeer.’
Openingsbeeld: TU Delft