In Zeeland komt de eerste koolstofboer
Met de start van het project Carbon Farming introduceert de Land- en tuinbouworganisatie ZLTO de koolstofboer. Komende drie jaar moet in het Zeeuwse landbouwgebied duidelijk worden of de agrariër kan zorgen voor CO2-opname.
‘We richten ons vooral op langdurige opname van koolstof in de bodem’, zegt Roel Clement, de projectleider van de ZLTO over het Carbon Farming-project dat morgen van start gaat. ‘We slaan daarmee twee vliegen in een klap: met de opname van organische stof verbeteren we de bodemkwaliteit, en we halen CO2 uit de lucht.’
Sponswerking
Het inbrengen van organische stof in de bodem kan door het mengen met resten van gewas, teelt van gewassen die stikstof in de grond brengen en dergelijke. De bodem wordt zo vruchtbaarder, er zit meer (micro)biologisch leven in de bodem, en de draagstructuur verbetert er ook van. Het gevolg is dat gewassen beter gaan groeien en dat de bodem meer vocht vasthoudt en zo een betere sponswerking krijgt. ‘Met de extreme droogte van de afgelopen zomer, en de hoosbuien op andere momenten, ondervinden boeren direct de gevolgen van klimaatverandering. Met een grotere sponswerking van de bodem kan een boer beter overweg met die extremen, terwijl hij zo tegelijk een bijdrage levert aan het tegengaan van die klimaatverandering.’
Macht der gewoonte
Je zou dus verwachten dat iedere boer staat te springen om ermee aan de slag te gaan, maar toch is dat niet zo. ‘Boeren zitten ook vast aan hun gewoonten, en voelen niet direct een aansporing om hun werkwijze aan te passen.’ Zo is de Zeeuwse agrariër gewend dat de grond na het oogsten moet worden omgeploegd, ook al komt dat de bodemkwaliteit niet ten goede.
Ketensamenwerking
Zo’n aansporing om met die bodemverbetering aan de slag te gaan kan komen van een afnemer van de producten van de boer. ‘Ik ken een bedrijf dat zich als klimaatneutraal afficheert en daarvoor nu een project in Argentinië financiert. Wat zou er mooier zijn wanneer hij dat bij zijn buren kan doen, en de agrariër die CO2 in de bodem vastlegt daarvoor een vergoeding geeft. Dat soort samenwerkingen willen we met het project van de grond zien te krijgen.’
Clement benadrukt dat het bij het verhogen van het organische stofgehalte in de bodem gaat om een natuurlijk proces. ‘Allerhande factoren spelen daarbij een rol, en je hebt het ook niet na een jaar voor elkaar. Binnen het project, dat ook in België, Duitsland en Noorwegen van start gaat, willen we daar ervaring mee opdoen.’