Half miljard subsidie voor grootste H2-hub ter wereld
Het energieconsortium Intermountain Power Project (IPP Renewed) in de Amerikaanse staat Utah heeft een subsidie van 504 miljoen dollar (480 miljoen euro) gekregen om een grote groene waterstoffabriek te bouwen, met aansluiting op zoutcavernes voor opslag.
Met 150 gigawattuur aan opslagcapaciteit wordt deze zogenoemde Advanced Clean Energy Storage (ACES) de grootste duurzame 'batterij' ter wereld.
Het project in Utah staat voor een trendbreuk in de ontwikkeling van groene waterstof, van klein- naar grootschalige productie, opslag én verbruik, allemaal op één locatie. Een reeks elektrolysers met een totale capaciteit van 220 megawatt zal met overschot-elektriciteit van de vele wind- en zonneparken in de regio honderd ton groene waterstof per dag leveren.
De waterstof wordt voor opslag in de enorme ondergrondse cavernes geleid. Die staan per pijpleiding in verbinding met een nieuw te bouwen gascentrale.
Vervangt kolencentrale
Dankzij ACES kan de centrale dag en nacht en onafhankelijk van weersomstandigheden elektriciteit produceren. De bufferfuncties van de installaties helpen bovendien frequenties op het net te stabiliseren.
De gascentrale vervangt een stilgelegde kolencentrale op het terrein en wordt aan de bestaande netinfrastructuur aangesloten. In 2025 gaat de eerste fase van 's werelds grootste duurzame waterstofenergie-hub in bedrijf, kondigde Mitsubishi-topman en projectleider Michael Ducker eerder deze maand aan.
Gasturbines op waterstof
Mitsubishi Power Americas, dat de nieuwsoortige hoogrendements-gasturbines (Combined Cycle Gas Turbine, CCGT) ontwikkelt, is verantwoordelijk voor de aanleg van de installaties samen met Magnum Development, de uitbater van zoutcavernes.
In het begin zal de achthonderd-megawatt centrale draaien op een mengsel van aardgas met 30 procent groene waterstof. Dat levert een vermijding van 126.000 ton CO2-uitstoot per jaar op vergeleken met een fictief verbruik van 100 procent aardgas.
100 procent waterstof
Mitsubishi wil het aandeel waterstof aan het brandstofmengsel geleidelijk opvoeren naar uiteindelijk 100 procent waterstof in 2045. Dan is de elektriciteitsopwekking op de IPP-locatie in de stad Delta geheel uitstootvrij.
Begin juni rondde Mitsubishi Power Americas de testfases van zijn turbinetechnologie met succes af in de McDonough-Atkinson-centrale in de staat Georgia.
In het demonstratieproject is een bestaande CCGT omgebouwd. Die draait nu als eerste turbine ter wereld op waterstof, te weten op een mix van 80 procent aardgas en 20 procent waterstof. Voorbereidingen lopen om het waterstofaandeel op te hogen.
Opschaling
Bij de subsidie gaat het om een leengarantie van het Department of Energy, het Amerikaanse ministerie van Energie. Het geld moet helpen de technologieën commercieel haalbaar te maken. De campus in Utah dient daarom als technologie-transferbasis, ook voor andere partijen.
IPP zelf zal zijn capaciteiten fasegewijs uitbouwen om alle kolengestookte units te vervangen. De regio wil bovendien andere energie-intensieve industrieën aantrekken die met groene waterstof hun productie willen decarboniseren.
De mogelijkheden zijn enorm. Want er zijn zo'n vijftig verdere ondergrondse zoutkoepels die als opslag kunnen dienen. Het is dan een kwestie om voldoende windturbine- en elektrolyser-capaciteit te installeren, die naar verwachting dankzij massaproductie scherp in prijs zullen dalen.
Tekst: Judith Stalpers
Beeld: Mitsubishi Heavy Industries