We kunnen niet zonder kernenergie
Om klimaatverandering tot staan te brengen, moeten we kernenergie verder ontwikkelen. Dat betogen Joshua Goldstein en Staffan Qvist in het boek Een schone toekomst.
Er komt een meteoriet op de aarde af. Hij zal de mensheid vernietigen of op zijn minst enorme verwoestingen aanrichten. Over enkele decennia is het zover.
Dat bedreigende beeld komt uit het recent verschenen boek Een schone toekomst van Joshua Goldstein en Staffan Qvist, als metafoor voor klimaatverandering. De auteurs houden een overtuigend pleidooi voor het inzetten van kernenergie voor het snel terugdringen van de enorme CO2-uitstoot die gepaard gaat met het opwekken van elektriciteit. Met het huidige tempo van verduurzaming bouwen we de CO2-uitstoot bij lange na niet snel genoeg af om de opwarming van de aarde te stoppen.
Wind- en zonne-energie niet genoeg
Klimaatverandering is zo’n taai probleem omdat de ergste gevolgen pas over decennia voelbaar zijn. Het draagvlak om direct stevig in te grijpen is daardoor klein. De auteurs hebben niets tegen wind- en zonne-energie, maar laten duidelijk zien dat we met enkel die vormen van energieopwekking niet de vereiste jaarlijkse reductie van CO2-uitstoot (twee à drie procent) kunnen halen. Daarvoor hebben we toch echt kernenergie nodig, betogen Goldstein en Qvist, een CO2-arme manier om elektriciteit te produceren.
Fukushima
In het westen is de populariteit ervan echter flink teruggelopen na de ramp met de centrale bij Fukushima in 2011. Japan sloot in allerijl een hele trits kerncentrales en begon weer bergen kolen te verstoken. Duitsland koos voor een Atomausstieg. Het land sloot kerncentrales en heeft sindsdien moeite om zijn CO2-uitstoot verder terug te dringen.
De reacties van deze landen zijn weliswaar te begrijpen, maar rationeel zijn ze niet. Kernenergie is namelijk uitzonderlijk veilig. We denken aan rampen in Tsjernobyl en Fukushima, maar de 450 kerncentrales die wereldwijd schone stroom produceren, maken geen slachtoffers. Hoe anders is dat met stroom uit steenkool of, in mindere mate, aardgas. Elektriciteitscentrales op ‘fossiel’ braken continu vervuilende stoffen uit. Volgens de auteurs eist dat per jaar honderdduizenden levens.
Standaardisering
Het boek pleit daarom voor een nieuwe generatie kerncentrales, waarbij de veiligheid nog beter wordt gewaarborgd. Die reactoren moeten nog een ander probleem oplossen: kerncentrales zijn zo ingewikkeld geworden dat het extreem duur is om er één te bouwen. Vooral in het Westen worden zo weinig centrales gebouwd, dat ingenieurs nauwelijks ervaring opdoen. De oplossing ligt in standaardisering; fabrieken die steeds exact dezelfde kernreactor maken, waardoor ook de kosten dalen.
Radioactief afval
Het boek van de twee kernenergie-adepten is soms wat eenzijdig; voordelen worden beter belicht dan nadelen. Hoge kosten, kernwapens, angst voor straling: de auteurs gaan er nauwelijks op in. Zo walsen ze in een hoofdstukje over de kwestie van radioactief afval heen. Stop dat spul gewoon onder de grond en dan hebben we er nooit meer last van, is de boodschap.
Daar zijn echter lang niet alle ingenieurs en wetenschappers het over eens. Over de lange tijdsschalen waarop kernafval radioactief is, kan de bodem vervormen en kunnen vaten gaan roesten en lekken. Toch hebben de auteurs ook daar weer een antwoord op. Het kernafvalprobleem lijkt in ieder geval beter te beheersen dan het teveel aan CO2 in de lucht. Van dat laatste krijgt sowieso de hele mensheid last.
Conclusie
Hoewel af en toe wat al te optimistisch over de vorderingen in nucleaire technologie, zet het boek overtuigend het beeld neer dat het dom zou zijn om kernenergie af te schrijven als onderdeel van de oplossing van klimaatverandering.
Een schone toekomst
Joshua Goldstein en Staffan Qvist
256 Blz. | € 21,99
Het boek is in de meeste boekhandels te bestellen. Vergeet uw kleine, lokale boekhandel niet, die het lastig heeft in tijden van corona.
Openingsfoto: de kerncentrale van Doel, België.