Een moment stilte voor het verscheiden van de videorecorder.

Ik dacht dat die sinds jaar en dag niet meer werd gemaakt, maar het Japanse bedrijf Funai Electric verkocht er vorig jaar nog 750 000. Daar stoppen ze nu mee.

Een kwestie van vraag is het niet, merkwaardig genoeg. De componenten zijn niet meer te krijgen.

Die goeie ouwe videorecorder. Ik heb ’m nooit gebruikt om opnames te plannen, want daar ben ik te dom voor, maar wist wel de weg te vinden naar Videotheek De Pinguin (vraag niet waarom die zo heette, ik weet het ook niet).

Vijf gulden kostte het om de nieuwe Woody Allen te huren. Voor ongeveer dat bedrag zit je nu thuis op de bank en laat je ’m via de kabelboer of de Apple TV streamen. Dat is gemak, maar De Pinguin had ook een knipkaart (na elf films de twaalfde gratis) en verkocht Magnums en popcorn.

En het was ook elke keer een bijzonder genoegen om schichtige types te zien rondschuifelen op de afdeling voor 18+, een categorie die in mijn omgeving bekend staat als ‘natuurfilms’.

Waar zijn die 750 000 videorecorders toch heengegaan? Dat kunnen niet allemaal mensen zijn die oude banden over willen zetten op dvd, zoals een Duitse krant suggereert.

En wie brandt nog dvd’tjes? Ik heb ergens in een kast een maagdelijke spindle staan, volgens mij al lang over de uiterste houdbaarheidsdatum, en ik kan me niet voorstellen dat ik er ooit nog eens een gebruik. Foto, film en audio, het gaat allemaal op harde schijven en servers (niet in de cloud, die vertrouw ik niet), en zelfs de blu-rayspeler ligt onder een dikke laag stof te wachten tot ie eens een filmpje mag doen.

Ergens in de wereld kopen mensen gloednieuwe videorecorders en het is een raadsel waarom. Misschien gebruiken ze ze niet eens als opneem- en afspeelapparaat, maar dient het mechanisme iets duisters en onduidelijks. Kan daar niet eens een fijne documentaire over worden gemaakt?

Ergens in de wereld kopen mensen gloednieuwe recorders en het is een raadsel waarom

De videorecorder lokte ons weg van de omroep en uit de bios. Voor het eerst konden we een film bekijken wanneer wij dat wilden, en dat hebben Hilversum en de bioscopen geweten.

Hoewel de recorder in de jaren vijftig werd uitgevonden, werd het pas rond 1975 een product dat de consument in grote aantallen aanschafte. Bioscoopbezoek begon onmiddellijk te dalen.

De dvd- en hardeschijfrecorder volgden en nu huren we films online, bekijken we programma’s wanneer we willen via Uitzending Gemist, en grasduinen we op YouTube. We kijken naar tv over IP, op de computer, de iPad en de telefoon. Bijna alles is online beschikbaar.

Dat wordt nog leuk als er een keer een flinke elektromagnetische storm is en niets meer werkt. Wat moeten we dan? Lezen? Ja, ik wel, maar ik ben dan ook de sigarenbandjesverzamelaar van het informatietijdperk met mijn meer dan vijfduizend boeken.

Soms vergeet ik dat al een hele generatie is opge­groeid zonder videoband of, sterker nog, wat daarvoor was. Ik herinner mij dat mijn dochter, een jaar of zes destijds, een keer vroeg wat wij deden toen we nog geen dvd’s en video’s hadden en dat mijn uitleg een hoog kolenkachel- en koffie-malen-met-de-hand-gehalte kreeg.

Als je bedenkt dat de VHS-recorder van 1975 tot dit jaar een rol van betekenis speelde, dan heeft ie het dik veertig jaar volgehouden. Dat is langer dan zijn opvolgers.

De harde schijf, ook in de jaren vijftig uitgevonden, werd in de jaren tachtig voorzichtig gemeengoed, en begint nu langzaam plaats te maken voor SSD’s.

Ik kocht mijn eerste harde schijf op een computerbeurs in Utrecht. In mijn woonplaats waren geen zaken die dat soort geavanceerde spullen verkochten. Tien megabyte was ie en ik zei tegen een meegereisde vriend, die er ook een had aangeschaft: ‘Dat krijg je dus nooit vol.’

Mechanische opslag verdwijnt langzaam uit ons leven

Nu heb ik geen harde schijf meer, maar een SSD. De harde schijf is nog niet weg, maar de eindstreep lonkt in de verte. Mechanische opslag verdwijnt langzaam uit ons leven en chips en cloud nemen de opengevallen plaats in.

Dat is vooruitgang, maar ik voel toch een lichte vertedering als ik denk aan de videobanden die ik (teruggespoeld!) naar De Pinguin bracht, en de eerste harde schijf die ik hevig transpirerend zelf inbouwde.

Er is volgens mij een wiskundige relatie tussen vooruitgang en nostalgie. Ik werk nog aan een formule.

 

Marcel Möring is schrijver. Zijn nieuwe roman 'Eden' verschijnt op 20 oktober.