Ingenieurs van NASA en Boeing werken aan een vliegtuigvleugel die langer, dunner en lichter van gewicht is en toch sterk, zodat de vleugels niet bezwijken. Ter ondersteuning komt een spant tussen de romp van het vliegtuig en de onderkant van de vleugel.

Een vliegvakantie levert een flinke bijdrage aan je jaarlijkse CO2-uitstoot. Een nieuw vleugelontwerp zou die CO2-voetafdruk in de toekomst kunnen halveren.

Nu is het nog zo dat hoe groter vliegtuigen worden, hoe groter ook de vleugels. Het vleugeloppervlak is immers noodzakelijk om voldoende aerodynamische lift te genereren om het toestel van de grond te krijgen.

Grotere vleugels betekenen echter ook meer gewicht en meer luchtweerstand. NASA en Boeing proberen deze trend te doorbreken met een dunnere vliegtuigvleugel.

Naarmate een dunne en lichtgewicht vleugel langer wordt, komt er echter een punt waarop de vleugel gaat doorbuigen onder zijn eigen gewicht of door de luchtstroming tijdens het opstijgen.

Daarom brengen NASA en Boeing ter ondersteuning een spant tussen de romp van het vliegtuig en de onderkant van de vleugel aan. Dat vergroot de vleugelwijdte met 50 % ten opzichte van huidige vliegtuigmodellen, terwijl de vleugel dunner en lichter is.

 

X-planes

NASA maakt momenteel computerberekeningen van de luchtstroming op de vleugels en test schaalmodellen met het nieuwe vleugelontwerp in de windtunnel. Op basis daarvan gaan NASA enBoeing het conceptontwerp verder ontwikkelen.

De bedoeling is om de nieuwe vleugels te testen als onderdeel van de experimentele demonstratievliegtuigen X-Planes, die NASA vanaf 2020 wil gaan bouwen.

Hopelijk kunnen commerciële vliegtuigen met een extra grote spanwijdte straks ook terecht op de luchthavens, die daar vooralsnog niet op zijn berekend.