Slooprobot knaagt koeltoren op
Wat moet je doen wanneer je van een grote koeltoren af wilt, maar opblazen geen optie is? In Duitsland besloot men een op afstand bedienbare sloopmachine naar boven te sturen.
Tussen juni 2018 en mei dit jaar heeft een speciaal geconstrueerde graafmachine de wand van de koeltoren van kerncentrale Mülheim-Kärlich bij Koblenz hapje voor hapje van boven naar beneden afgebroken. Dat leverde spectaculaire beelden op.
Prototype
De voor de hand liggende sloopwijze was een gecontroleerde explosie geweest, maar die zou te veel stofoverlast voor de omgeving hebben veroorzaakt. Om de sloopmachine op de rand van de koeltoren te plaatsen, moest een tijdelijke brug worden aangebracht. Met vier kabels werd de machine via de binnenkant van de toren naar boven gehesen. Eenmaal geplaatst kon het gevaarte aan zijn sloopwerk beginnen.
Het prototype draaide, na wat inwerkproblemen, een rondje per week waarbij het telkens drie meter wand wegvrat. De werkzaamheden werden op 90 meter hoogte stopgezet, omdat de helling van de conische vorm te gevaarlijk werd. De slooprobot kon toen met een conventionele telescoopkraan naar beneden worden gebracht. Hij heeft in totaal 15.000 vierkante meter wand ontmanteld met een dikte van zestien centimeter, ofwel 2400 kubieke meter staalbeton.
Geen vergunning
De kerncentrale Mülheim-Kärlich werd tussen 1975 en 1986 gebouwd in opdracht van energiebedrijf RWE, maar heeft nauwelijks echt gedraaid. Op 1 augustus 1987 werd hij in gebruik gesteld, maar een jaar later, op 9 september 1988, moest de centrale weer dicht. De bouw was niet volgens de afgegeven vergunning verlopen en bovendien was onvoldoende rekening gehouden met het risico op aardbevingen. De bouwkosten bedroegen omgerekend 3,5 miljard euro. Tot 2001 stond de centrale paraat om weer te kunnen worden opgestart, maar uiteindelijk bekrachtigde de hoogste rechter het besluit om de centrale definitief dicht te houden.
In 2004 begon het ontmantelingswerk, waarvan de kosten werden geraamd op één miljard euro. Omgerekend kostte iedere daadwerkelijk geproduceerde kWh uit de 1300 MW-centrale uiteindelijk 1,44 euro. Daarbij zijn de administratie-, personeels- en juridische kosten uit de periode tussen 1987 en 2001 niet meegerekend.
Tekst: Judith Stalpers