Shell gaat als partner van het Italiaanse olie- en gasbedrijf ENI olie winnen voor de kust van Noord-Alaska. Het gaat om bestaande velden waar al olie wordt gewonnen. In 2015 besloot Shell niet meer naar olie te zoeken in de Poolzee.
 

Olievelden voor de kust van Noord-Alaska.


De bekendmaking volgt op de goedkeuring die ENI van de Amerikaanse toezichthouder kreeg, het Bureau of Energy Management, om in het Nikaitchuq-Noord-olieveld vlak bij de kust van Noord-Alaska olie te gaan winnen.

Uit het veld wordt al olie gewonnen, zo’n 25.000 vaten per dag. Volgens schattingen bevat het in totaal 220 miljoen vaten olie. Het gebied waar nu olie wordt gewonnen, valt buiten de zone waarvoor president Obama eind vorig jaar een verbod op olie- en gaswinning afkondigde.
 

Geen vergunningen meer

In het project is Shell louter aandeelhouder; het bedrijf heeft er geen operationele bemoeienis. ‘Het aandeelhouderschap stamt uit de tijd dat rond 2005 een concessie in het gebied werd verkregen’, aldus een woordvoerder.

Nieuwe proefboringen ver weg op zee door Shell komen er niet. ‘We hebben daar al onze vergunningen van de hand gedaan.’ Shell maakte in 2015 bekend te stoppen met het zoeken naar olie in de Poolzee nadat een proefboring in de Tsjoektsjenzee niets opleverde. (Lees: ‘Shell stopt olieboringen bij Alaska’.)


Boren in de winter

ENI produceerde in 2011 de eerste olie uit het Nikaitchuq-veld. Het olie- en gasbedrijf heeft nu een vergunning om in drie nieuwe concessiegebieden olie te gaan winnen. Het is de bedoeling dat de boringen eind dit jaar beginnen en in 2019 zijn voltooid.
 

Het werkeiland Spy Island Drillsite.


Het boren gebeurt vanaf de Spy Island Drillsite, een kunstmatig eiland 5 km uit de kust van Noord-Alaska dat ENI eerder heeft aangelegd en vanwaar een deel van de bestaande productieputten is geboord. Ter plekke is de zee nog geen 3 m diep. De nieuwe velden bevinden zich op een diepte van 2,2 km in de zeebodem en worden vanaf het eiland schuin aangeboord. Het boren gebeurt in de wintermaanden, omdat het eiland dan gemakkelijk over ijs is te bereiken.


Olielekken

In zijn vergunningsaanvraag doorloopt ENI alle mogelijke scenario’s, mocht er een olielek ontstaan:

  • De eerste veiligheidsbarrière is als te doen gebruikelijk een blowout preventor. Waar die bij de ramp met de Deep Water Horizon faalde, gebruikt ENI een preventor die op verschillende manieren is te activeren.
  • Faalt de blowout preventor, dan is er tweede beschikbaar om de spuiter af te sluiten.
  • Faalt ook die, dan plaatst ENI een kap om de boorput die de olie moet opvangen.

In het ergste geval, wanneer de bestaande boorput door explosies of brand niet meer is te gebruiken en er een nieuwe moet worden geboord, verwacht ENI dat er gedurende 33 dagen een kleine 500.000 vaten aan olie zal lekken. Volgens ENI is er apparatuur aanwezig om de gevolgen van zo’n lekkage zo veel mogelijk in te dammen. ENI volgt hiermee standaardprocedures die na de ramp met de Deep Water Horizon zijn ontwikkeld (lees ook: 'Hoe denkt Shell een olielek te voorkomen').

Openingsbeeld: het werkeiland Spy Island Drillsite vlakbij de kust van Noord-Alaska. Foto: ENI