Vandaag heeft ESA de laatste vier laatste satellieten gelanceerd van het Europese Galileo-ruimtenavigatiesysteem. Daarmee is het systeem na dertien jaar compleet. Het systeem draait op in totaal 24 satellieten.

Read this article in English

De satellieten werden zojuist vanaf de basis Kourou in Frans-Gyana met een Ariane 5-raket gelanceerd. Na zo’n vier uur zijn die satellieten in hun omloopbaan op een hoogte van zo’n 29.600 km van het aardoppervlak.

De vier satellieten zijn begin komend jaar operationeel, en dan is het Galileo-navigatiesysteem eindelijk compleet. Het systeem heeft er 24 nodig om te functioneren. Voor de lancering waren er al 22 in de ruimte. Een van de eerder gelanceerde satellieten doet het niet, een ander is in slaapstand gezet om bij te springen als een van de 24 uitvalt.


Europa op eigen benen

De lancering van de satellieten begon in 2005. De Europese Unie startte het navigatieprogramma om niet afhankelijk te zijn van het Amerikaanse GPS- of Russische Glonass-systeem. Ook alle grondstations bevinden zich op Europees grondgebied, met uitzondering van het station in Tokyo, dat aldaar op het dak van de Belgische ambassade staat. Er zijn voor het systeem twee controlecentra: een bij het Italiaanse ruimtevaartcentrum in Fucino en een bij het Duitse ruimtevaartcentrum in Oberpfaffenhofen.

Satellieten moeten na zo’n 15 jaar worden vervangen, vooral vanwege de kwetsbare atoomklokken aan bord. Het systeem zou oorspronkelijk alleen voor civiele doeleinden zijn, maar is er nu ook voor militair gebruik. Over twee jaar moeten de eerst gelanceerde satellieten al weer worden vervangen.


Versleuteld signaal nauwkeurig tot op 20 cm

Het Galileo-systeem heeft een grotere nauwkeurigheid dan de huidige versie van het Amerikaanse GPS. Voor algemeen gebruik is die minder dan een meter (gps drie meter), de high accuracy-service met een versleuteld signaal geeft positiebepaling met een nauwkeurigheid van 20 cm. Zie hieronder het werkingsprincipe van satellietnavigatie.

Omdat de plaats van de satellieten exact bekend is, kan de ontvanger zijn eigen positie berekenen uit het tijdsverschil waarmee hij de signalen van minstens drie satellieten ontvangt. De signalen van de satelliet bereiken de ontvanger in minder dan eentiende seconde. Om het tijdsverschil goed te kunnen meten gebruikt satellietnavigatie een speciaal gecodeerd Pseudo Random Noise-signaal. Atoomklokken zorgen ervoor dat de satellieten hun eigen PRN-code op exact hetzelfde tijdstip verzenden.


Sinds eind 2016 levert Galileo een navigatiesignaal. Er is inmiddels een hele reeks gebruikstoestellen die met Galileo werkt (op de website usegalileo.eu is te zien welke apparaten dat zijn).
 

Op de redactie ontvingen we signaal van drie Galileo-satellieten (op de windroos donkerblauw).


De EU bevordert het ontstaan van nieuwe diensten rond het navigatiesysteem. Zo kan eCall, het noodsysteem dat 112 belt bij een auto-ongeluk, Galileo gebruiken om tegelijk ook de positie van het voertuig door te geven. De nauwkeurige tijdsbepaling waar het navigatiesysteem op is gebaseerd kan ook worden gebruikt om netwerken te synchroniseren.


Brexit gooit roet in het eten

Brexit is een forse inbreuk op de feestvreugde rond het voltooien van het Galileo-systeem. In het Verenigd Koninkrijk staan verschillende stations voor de communicatie met de satellieten, Britse onderzoekers en bedrijven hebben ook een grote bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van Galileo, en juist in Groot-Brittannië ontwikkelen bedrijven de ontvangers voor het versleutelde high accuracy-signaal.

De ruzie tussen de EU en het VK spitst zich toe op de toegang tot dat signaal. De EU redeneert dat dat alleen toegankelijk is voor de EU-lidstaten, en je hoort nu eenmaal tot de club of niet. Tegelijk claimt Engeland zijn bijdrage aan het Galileo-project, ook financieel. De ruzie is een van de vele rond de Brexit, dus wat het uiteindelijk gaat worden valt niet te zeggen.