Tot zijn grote vreugde kon Rolf Hut de IKEA-lampen onder zijn keukenkastjes zelf repareren. 'Moderne apparaten worden doorgaans zo gemaakt dat ze niet door consumenten zijn te openen.'

‘Schat! We moeten weer een nieuwe keukenlamp!’ Ik frons. Ik wil dingen die stuk zijn niet vervangen. Ik wil ­dingen die stuk zijn repareren. Twee van de drie IKEA-led-lampen onder onze IKEA-keukenkastjes doen niets meer wanneer je wrijft over de ‘wrijf hier om aan te gaan’-plek. ‘Ik probeer ze vandaag te repareren en als dat niet lukt halen we nieuwe, oké?’

Op de printplaat is aangegeven welk draadje de plus en welke de min is. Ideaal

Een halfjaar later leg ik mijn Dremel, multimeter en ­soldeerbout klaar en ga ik met tegenzin aan de slag. De meeste massaproductiespullen zijn namelijk niet open te krijgen. En als je ze wél open krijgt, is de elektronica ­onbegrijpelijk omdat niets is gelabeld.

Ik val dan ook bijna van mijn stoel wanneer het me lukt om de lamp te openen door één palletje weg te duwen. Mijn verbazing wordt nog groter wanneer ik zie dat de lamp een adapter bevat waarop netjes staat dat hij de stroom van 220 V naar 12 V transformeert. Verderop zit een kleine printplaat waarop is aangegeven welk draadje de plus en welke de min is. Ideaal.

Als je zelf je lamp kunt repareren, koop je ­minder vaak een nieuwe

Met mijn ­multimeter kom ik er snel achter dat de adapters zijn doorgebrand: er komt geen 12 V meer uit. Op de adapter staat hoeveel stroom deze zou moeten kunnen leveren en dat is meer dan ­genoeg om niet één, maar drie led-balkjes van energie te voorzien. Ik lus de 12 V-­draden van de ene nog wel ­werkende lamp door naar de twee niet meer werkende en voilà: alle lampen doen het weer.

Dat dit kon, is uitzonderlijk. Moderne apparaten worden doorgaans zo gemaakt dat ze niet door consumenten zijn te openen. Dat kan met veiligheid te maken hebben, maar vaak is het ook onderdeel van het businessmodel van de producent. Als je zelf je lamp kunt repareren, koop je ­minder vaak een nieuwe.

Oké, er is één verschil. Als we nieuwe lampen hadden ­gekocht, hadden we die na één dag gehad en niet pas na een halfjaar

Ik vind dat een nogal cynisch businessmodel. We moeten op alle mogelijke manieren duurzaam met grondstoffen en energie om gaan, willen we de wereld een beetje leefbaar houden. Apparaten die makkelijk zijn te repareren moedwillig dichtlijmen zodat klanten bij een defect een nieuwe moeten kopen is dan onverkoopbaar.

Of de ingenieurs bij IKEA bewust hun lampen wél repa­reerbaar hebben gemaakt, of dat het voor het IKEA­-productieproces beter is dat er niet wordt gelijmd: ik weet het niet. Maar het resultaat is hetzelfde: ik kan mijn lamp fixen. En mocht ik in de toekomst een extra lamp nodig hebben, dan staat IKEA bovenaan de lijst met producenten omdat hun spullen repareerbaar zijn.

Oké, er is één verschil. Als we nieuwe lampen hadden ­gekocht, hadden we die na één dag gehad en niet pas na een halfjaar. ‘Een halfjaar met minder lampen geleefd, dat is ook goed voor het milieu, toch schat?’ ‘Grrr …’

Rolf Hut is universitair docent aan de TU Delft, maker, spreker en schrijver. In zijn column voor De Ingenieur kijkt hij naar dingen die misschien geen hoogwaardig ingenieurswerk uitstralen, maar wel getuigen van denken als een ingenieur.

Foto: Hans de Lijser