Vandaag is in Amsterdam de nieuwe fiets onthuld waarmee de Nederlandse baanwielrenners volgend jaar op de Olympische Spelen van Tokio een gooi doen naar de medailles. De fiets van KOGA koppelt stijfheid aan goede dynamische rijeigenschappen en een beperkt gewicht. Wetenschappers van de TU Delft werken mee aan deze high-tech fiets.

Fabrikant KOGA maakt de fiets van carbon voor elke baanwielrenner van het Nederlandse team op maat. Dat is nodig, omdat de juiste houding het verschil kan betekenen tussen winst en verlies.

Dat heeft enerzijds te maken met de luchtweerstand; die moet zo laag mogelijk zijn. Anderzijds moet de renner de krachten zo goed mogelijk van zijn of haar benen kunnen overbrengen op de wielen. De juiste houding is daarbij cruciaal (zoals iedereen weet die wel eens op een fiets met een veel te laag zadel heeft gereden; dat werkt niet).
 

Te kleine fiets

Wat die laatste factor betreft, waren de Delftse onderzoekers verrast toen ze ontdekten dat de baanwielrenners voorheen vaak op een te kleine fiets zaten. ‘Ik zag Jeffrey Hoogland fietsen, die zat bijna met zijn ellebogen tegen zijn knieën’, vertelt Arend Schwab, fietsonderzoeker aan de TU Delft. ‘Vermoedelijk heeft het te maken met het gewicht van de fiets. Daar zijn baanwielrenners altijd bezorgd over, dat willen ze zo laag mogelijk hebben’, 

De nieuwe fiets is dan ook iets groter dan vorige generaties fietsen. Toch gaat het grotere formaat van de fiets niet ten koste van de luchtweerstand. Volgens fabrikant KOGA is de nieuwe fiets 35 % stijver, 15 % lichter en ondervindt hij 24 % minder luchtweerstand dan zijn voorganger.
 

Nieuwsbrief
Vind je dit een interessant artikel, abonneer je dan gratis op onze wekelijkse nieuwsbrief.
 


Windtunneltesten

Dat laatste cijfer gaat over de fiets alleen; de totale luchtweerstand hangt ook af van hoe de rijder op de fiets zit. De ideale houding – waarbij ze zo weinig mogelijk afgeremd worden door de lucht – hebben de renners gevonden dankzij berekeningen aan de luchtstromen en windtunneltesten bij de TU Delft.

De TU Delft keek ook wat er met de fiets gebeurt als de wielrenner ‘aanzet’, ofwel maximaal hard begint te trappen in volle sprint. Vroeger gaven sommige renners aan dat ze moeite hadden om de fiets overeind te houden als ze veel kracht zetten.



 

Nerveus gedrag

Aan het frame lag dat niet; dat was stijf genoeg. Maar het stuur zorgde voor nerveus gedrag van de fiets. Het frame en het stuur zijn nu afgestemd op de houding en lengte van elke renner, zodat de fiets stabiel blijft, ook tijdens piekmomenten zoals bij de start of volle sprint.

Alle aanpassingen die hebben geleid tot de nieuwe fiets passen binnen de regels van de internationale wielrenunie UCI. ‘Dat was nog wel gepuzzel af en toe, want al die regels bij elkaar is een heel boekwerk’, lacht Schwab.
 

Succesvol op de sprint

Opdrachtgever KNWU is tevreden. ‘Het resultaat heeft mijn verwachtingen overtroffen. Dit geeft ons een extra stimulans om er alles aan te doen om in Tokio succesvol te zijn op de sprintnummers’, zegt bondscoach Hugo Haak in een persbericht.
 

Stadsfiets

Ook fietswetenschapper Schwab heeft veel aan het project gehad. Tot nu toe focuste hij met zijn onderzoek vooral op de gewone stadsfiets (bijvoorbeeld dit project waarbij een hulpmotortje moet voorkomen dat een fiets omvalt). ‘We hadden nog nooit gekeken naar baanwielrennen: fietsen op hoge snelheden in een bijzondere houding. Het is heel interessant te zien hoe het er daar aan toe gaat. Daar leren we weer ontzettend veel van.’
 

Oktober

De renners van de Nederlandse selectie trainen al op hun nieuwe fietsen. Het Europese Kampioenschap baanwielrennen in oktober in Apeldoorn is het eerste grote podium waar de renners de op maat gemaakte fiets in competitie kunnen testen.
 

Foto's KOGA