Op de rioolwaterzuivering in het Gelderse Epe wordt sinds dinsdag een nieuwe grondstof gewonnen uit rioolwater van huishoudens en bedrijven. Uit slibkorrels wordt Kaumera geproduceerd, een stof die grote potentie heeft voor toepassing in de onder meer land- en tuinbouw en in de bouw. 

'Kaumera is een grondstof die bijdraagt aan onze doelstelling om in 2050 volledig circulair te zijn', stelt dijkgraaf Tanja Klip-Martin van initiatiefnemer Waterschap Vallei en Veluwe in een persbericht. Bij de bouw van de installatie is al rekening gehouden met latere uitbreiding. 

De innovatie betekent bovendien een reductie van de hoeveelheid slibafval en van de CO2-uitstoot van de rioolwaterzuivering. 
 


Kameleon

Het biopolymeer Kaumera wordt gewonnen uit slib dat ontstaat bij het Nereda-zuiveringsproces. In Nereda-installaties groeien de zuiverende, aerobe bacteriën niet in zwevende vlokken maar in korrels die snel bezinken. Dat maakt een compacte zuivering mogelijk, die 40 procent energie bespaart en de bouw van een nieuwe zuiveringsinstallatie miljoenen euro's goedkoper maakt.

Bovendien zijn uit die bezinkende korrels ook nog eens nuttige producten te maken, zoals alginaat. De naam Kaumera is daarom ook niet toevallig gekozen: het betekent kameleon in het Maori en de stof gedraagt zich volgens de makers net als de leguaanachtige. Wordt Kaumera gecombineerd met een andere grondstof, dan verandert de stof van karakter. Zo kan Kaumera water vasthouden, maar net zo goed afstoten.


Isolatiemateriaal

Toepassingen zijn er legio, zeggen de partners in een groot samenwerkingsverband, waaronder ook ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en zes waterschappen. Kaumera kan een duurzaam alternatief vormen voor chemische bind- en lijmmiddelen, maar zou ook geschikt zijn als coating voor zaden en mestkorrels. Ook zijn er brandvertragende bioplastics van te maken, ideaal voor stoelbekleding van vliegtuigen of isolatiemateriaal.. 

Afgelopen jaar ging de eerste Kaumerafabriek open, in Zutphen bij Waterschap Rijn en IJssel (lees: 'Veelzijdig biopolymeer uit slib') . Daar wordt de stof geproduceerd uit uit het proceswater van de zuivelindustrie. De installatie in Epe bij Waterschap Vallei en Veluwe draait op rioolwater van huishoudens en bedrijven in de omgeving.


Veiligheidsnormen

Waar de installatie in Zutphen mikt op een jaarlijkse productie van driehonderd ton Kaumera, daar zal de productie in Epe met rond de vijftig ton een stuk lager uitvallen, zegt Yvonne Vlek van het Waterschap Vallei en Veluwe. 'We zitten hier duidelijk nog in de onderzoeksfase waarin we op zoek gaan naar mogelijke afzetmarkten.'

Kaumera uit Epe zal namelijk anders van samenstelling worden dan Kaumera uit Zutphen. Het restwater uit de zuivelindustrie dat in in Zutphen wordt gebruikt bestaat uit een constante stroom van constante kwaliteit. Huishoudelijk afvalwater is juist van uiteenlopende kwaliteit en bovendien fluctueren de hoeveelheden. Anders dan het Zutphens proceswater kan het bovendien zijn vervuild met medicijnresten en metalen, wat het onwaarschijnlijk maakt dat Kaumera uit Epe direct in meststoffen wordt verwerkt.

'Zutphens Kaumera wordt met name verwerkt als biostimulant in de vorm van coating van meststoffen', zegt Vlek. 'Voordat Kaumera uit Epe voor datzelfde doel kan worden ingezet, moeten we eerst zeker weten dat het veilig is.'


Foto's: Waterschap Vallei en Veluwe