Voor chirurgen is het vaak lastig om een tumor in de borst goed te vinden en te verwijderen. Daarom ontwikkelde technisch geneeskundige Bram Schermers de techniek MaMaLoc, waarbij een klein magnetisch staafje in de tumor aan de chirurg laat zien hoe die moet snijden.


Voor chirurgen is het vinden en precies wegsnijden van een tumor in de borst behoorlijk lastig. Weliswaar wordt vóór de operatie een scan gemaakt waarop de tumor is te zien, het blijft moeilijk om tijdens het snijden precies de juiste route door het weefsel aan te houden.

Hierbij helpt het om een zogeheten lokalisatietechniek te gebruiken. In 70 % van de operaties bij borstkanker wordt tegenwoordig draadgeleide lokalisatie gebruikt. De chirurg brengt vooraf een draadje in de borst in, dat met een weerhaakje in de tumor blijft zitten. Dit draadje legt de optimale route vast naar de tumor, zodat de chirurg deze alleen maar al snijdend hoeft te volgen. ‘Optimaal is zo’n draadje niet. Dat kan losraken en is ook vaak pijnlijk voor de patiënt,’ zegt technisch geneeskundige Bram Schermers MSc.


Magnetisch

Daarom ontwikkelde Schermers de zogeheten MaMaLoc-technologie (Magnetic Marker Localization). Eerst als afstudeerstage van zijn opleiding als technische geneeskundige, en uitmondend in een promotieonderzoek aan de Universiteit Twente, dat nog loopt. Het dagelijks werk voor zijn promotie doet Schermers bij het Antoni van Leeuwenhoek, een in kanker gespecialiseerd ziekenhuis in Amsterdam. Daar werken de radiologen en mammachirurgen die de techniek zullen gaan gebruiken.


Staafje

De radioloog brengt eerst, onder beeldgeleiding, met een injectiespuit (zie foto) een klein staafje (3 x 1,5 mm) in de tumor. Tijdens de operatie gebruikt de chirurg vervolgens een detectieapparaat om het staafje op te sporen.

Dat gaat op basis van magnetisme: het apparaat zendt een sinusoïdaal magneetveld uit richting het staafje. Omdat dit is gemaakt van een ferromagnetisch materiaal, kaatst dit het veld versterkt terug. Het apparaat meet dit teruggekaatste signaal. Het detectieapparaat is ontwikkeld door de onderzoeksgroep van Bennie ten Haken aan de Universiteit Twente.

In de praktijk kan de chirurg hiermee continu controleren of zij nog op de goede 'route' zit. Daarvoor heeft die twee informatiebronnen: een geluidssignaal, dat hoger wordt naarmate de probe dichter bij de marker komt (denk aan een metaaldetector); en een teller waaruit de chirurg kan opmaken of de probe in de juiste richting wijst. Op basis van de vooraf gemaakt scans weet de chirurg, eenmaal bij de tumor aangekomen, precies hoeveel weefsel zij om het staafje heen moet verwijderen.

 

 

Beste route

‘In de praktijk gebruikt de chirurg het apparaatje een keer of zes, zeven tijdens een operatie. De eerste meting, voor het snijden, is de belangrijkste. Dan bepaalt de chirurg wat de kosmetisch beste route is om te snijden, zodat de borst het beste behouden blijft’, vertelt Schermers.

Een concurrerende methode maakt gebruik van een radioactieve marker. ‘Dat werkt goed, maar heeft als nadeel dat je vanwege de radioactiviteit aan allerlei regels moet voldoen. Dat is voor kleinere ziekenhuizen helemaal niet haalbaar’, zegt Schermers.
 


Studiefase

De MaMaLoc-techniek zit nu in de studiefase, waarbij wordt onderzocht of de techniek effectief en veilig is. Inmiddels is bij acht patiënten een staafje geïmplanteerd; daarvan zijn er vijf succesvol geopereerd. De andere drie gaan vandaag onder het mes. Schermers en collega’s onderzoeken ook of het mogelijk is een spinout-bedrijf te starten vanuit het Antoni van Leeuwenhoek en de Universiteit Twente. Ze zoeken nog partners die hen daarmee kunnen helpen.

Donderdag 26 mei kreeg Schermers de Amsterdam Science & Innovation Award 2016 voor MaMaLoc.


Afbeeldingen Bram Schermers