Hoe zinvol is World Cleanup Day?
Dit weekeinde is het weer World Cleanup Day, de dag waarop we massaal naar buiten gaan om gewapend met prikstok en vuilniszak het zwerfafval te lijf te gaan. Maar heeft dat nou wel zin?
Zwerfafval is een grote ergernis. Alleen al in Nederland belandt jaarlijks naar schatting maar liefst 50 miljoen kilo rommel op straat of in de natuur. Dat komt neer op 1,5 % van ons totale afval.
Vooral plastic is een probleem. Het vergaat nauwelijks en kan – al dan niet in verkruimelde vorm - via de rivieren en de kustlijn in zee belanden.Daar is de afgelopen decennia een plastic soep ontstaan, met schadelijke gevolgen voor het zeeleven.
88 miljoen kilo afval
Om de planeet een ‘grote schoonmaakbeurt’ te geven, vindt zaterdag weer de World Cleanup Day plaats. In meer dan 160 landen gaan vrijwilligers de straat of het strand op (in 2018 waren het er 17,5 miljoen), om gewapend met vuilniszak en prikstok de ergste rotzooi op te ruimen. Vorig jaar werd wereldwijd naar schatting 88 miljoen kilo afval opgeruimd, meldt de Plastic Soup Foundation, die de schoonmaakactie in Nederland coördineert.
In ons land werden op één dag 35.524 stuks rommel geteld. Sigarettenpeuken, blikjes en flesjes vormden de top drie van meest gevonden items, maar plastic vormde de hoofdmoot: 61 % van het verzamelde gewicht betrof kunststof.
World Cleanup Day is niet de enige dag waarop we worden aangemoedigd om vuil op te ruimen. Voor de Boskalis Beach Cleanup Tour, georganiseerd door Stichting De Noordzee, gingen in de eerste twee weken van augustus 2568 vrijwilligers het strand op. Van Cadzand in Zeeuws-Vlaanderen tot aan Schiermonnikoog verzamelden ze 10.991 kg afval, net iets meer dan een jaar eerder.
Liefst op het strand
Maar zetten dergelijke acties nu werkelijk zoden aan de dijk? Immers: als één containerschip ten noorden van de Waddeneilanden in de problemen raakt en een deel van zijn lading verliest, drijft er negen maanden later nog altijd 800 ton van de lading rond. Daar valt al niet tegenop te rapen, laat staan tegen de enorme hoeveelheid afval die we met zijn allen jaarlijks achteloos op de grond gooien.
Dr. Erik van Sebille, als oceanograaf en klimaatwetenschapper verbonden aan de Universiteit Utrecht, doet al langer onderzoek naar plasticstromen. Als er dan toch een opruimactie plaatsvindt, dan is het strand daarvoor inderdaad de beste plek, zegt hij. Niet alleen is de kustlijn eenvoudiger bereikbaar dan de Noordelijke Pacific waar zich de plastic soep ophoopt, maar aan de kust heeft het plastic ook de meeste impact: juist vlakbij de kust leven de meeste zeedieren.
Zwerfinator
En er is nog een reden waardoor het strand een geschikte opruimplek is. ‘Stukken zwerfplastic fragmenteren in micro- of nanoplastic. Aanvankelijk dachten we dat dat vooral kwam door zonlicht en golven. Maar recente labstudies wijzen uit dat een flesje dat voortdurend heen en weer schuurt over het strand ook snel verkruimelt.’ En is het kunststof eenmaal uiteengevallen in micro- of nanoplastic, dan is het nauwelijks meer op te ruimen – in ieder geval niet door vrijwilligers op het strand.
Natuurlijk is het goed om met zijn allen rommel op te ruimen, zegt ook Dirk Groot alias de Zwerfinator, de bekendste afvalopruimer van Nederland. Maar een oplossing is het niet. Het idee dat mensen minder gauw geneigd zijn rommel weg te gooien op plekken waar het schoon is, gaat volgens hem niet op. ‘Ik ruim al jaren dezelfde straat op en altijd ligt er evenveel troep.’
Wat wel zou helpen: het aantal verpakkingen reduceren en statiegeld invoeren voor blikjes en flesjes. ‘Produceren we minder plastic, dan belandt er ook minder op straat. En gooit iemand een statiegeldflesje weg, dan is er altijd wel iemand anders die het opraapt en inlevert.’
'Zwerfinator' Dirk Groot houdt exact bij waar in Purmerend hij welk soort afval vindt. Beeld: Dirk de Groot
Nette mensen
Behalve dat de Plastic Soup Foundation een schoner strand en een schonere wereld hoopt te bewerkstelligen, is er ook een ander doel: ‘Het verkrijgen van meer waardevolle informatie over het soort afval dat op straat en in het milieu ligt en de herkomst ervan.’ Dergelijke informatie zou onmisbaar zijn bij het vinden van structurele oplossingen.
Voor onderzoekers als Van Sebille zijn zulke data echter nauwelijks bruikbaar. ‘Ik moedig het verzamelen van informatie aan, maar voor een wetenschapper zijn gegevens pas bruikbaar als ze op basis van een vast protocol tot stand zijn gekomen’, zegt hij. ‘Aan een grote groep vrijwilligers is het lastig uit te leggen dat ze een gebied van 100 bij 100 meter moeten opruimen, maar een flesje even verderop moeten laten liggen.’
Apps als Litterati, waarmee gebruikers elk stukje opgeruimd zwerfvuil fotograferen en geotaggen, bieden wel een vast protocol, maar hebben weer een ander nadeel. ‘Apps die enkel triggeren om een melding te doen wanneer er vuil ligt, leveren gekleurde resultaten op. Wij hebben net zo goed meldingen nodig van plekken waar niets wordt gevonden.’
Heilzaam voor de geest
Wel wijst psychologisch onderzoek uit dat deelnemen aan een schoonmaakactie op het strand heilzaam is voor de geest. Wandelaars die rommel oppikken, voelen zich beter dan wandelaars die dat niet doen, zegt Van Sebille. De kans dat de schoonmakers het ooit nog in hun hoofd zullen halen om rommel op het strand achter te laten, is vermoedelijk ook een stuk kleiner geworden.
Al plaatst de Zwerfinator daar wel een kanttekening bij. ‘90 % van de mensen is al vrij netjes. De groep die rommel op straat gooit, is niet zo groot. Al jaren wordt geprobeerd die groep te bereiken, maar dat blijkt heel lastig. Ook met zo’n schoonmaakactie zal dat niet lukken.’
Maar ook al lost World Cleanup Day het wereldwijde afvalprobleem niet op: elk stukje plastic dat niet in zee belandt, is pure winst.
Meer lezen?
Dit verhaal komt uit het septembernummer van tijdschrift De Ingenieur. De digitale uitgave van het septembernummer is hier voor € 7,50 te koop. Of neem een digitaal jaarabonnement met een flinke korting voor € 69.
Beeld: Depositphoto