De zelfrijdende testauto’s van Google hebben afgelopen jaar in de staat Californië een kleine 700.000 km afgelegd. Daarbij moest ruim driehonderd keer een bestuurder ingrijpen. Dertien keer is daarbij een botsing voorkomen, zo blijkt uit gegevens van Google.

In september 2014 kreeg Google toestemming van het Californische Department of Motor Vehicles om op de openbare weg te rijden, op voorwaarde dat het bedrijf jaarlijks rapporteert over veiligheidsincidenten. De eerste rapportage is inmiddels beschikbaar (Google Self-Driving Car Testing Report on Disengagements of Autonomous Mode December 2015), en geeft enig inzicht in de prestaties van de autonome voertuigen waarmee Google rondrijdt. Gewoonlijk is Google niet erg mededeelzaam.

Onvoorspelbaar gedrag

De auto’s hebben tot nu toe een kleine 700.000 km gereden (cijfers tot en met november 2015), vooral in voorstedelijke omgevingen. De voertuigen hebben daar te maken met een meer complexe verkeerssituatie dan op de snelweg, met meerbaanskruisingen, niet door stoplichten gereguleerd linksaf slaan, fietsers en voetgangers en minder voorspelbaar gedrag van andere weggebruikers.

Google moet melden wanneer het autonome rijden wordt gedeactiveerd, hetzij omdat de auto dat zelf aangeeft, hetzij wanneer de bestuurder vindt dat hij moet ingrijpen. Google zegt bewust de grens van het mogelijke op te zoeken door de veiligheidsdrempels conservatief in te regelen. Het bedrijf wil zo de gebruikte software optimaal kunnen verbeteren.

Een verkeerssituatie zoals de zelfrijdende auto die ziet.

De auto geeft zelf aan dat de bestuurder het stuur moet overnemen wanneer er sprake is van een technisch mankement, een buitenissige meetwaarde van een sensor of van onverwacht gedrag van bijvoorbeeld het stuur of de remmen. De software voert continu allerhande zelftests uit die dergelijke mankementen aan het licht brengen. Het falen deed zich in ruim een jaar tijd 272 keer voor. Het merendeel (tweederde) heeft te maken met de software; hardwarefouten veroorzaakten slechts een tiende van alle mankementen. Zo’n vijftien procent heeft te maken met onverwacht gedrag van de auto.

Uit de door Google gepresenteerde cijfers blijkt dat dit type fouten in de loop van het jaar is teruggelopen, van een fout eens per ruim 1200 km naar eens per ruim 8000 km in de laatste paar maanden van 2015.

Simulatie achteraf

De bestuurder kan het stuur ook overnemen zodra hij van oordeel is dat de verkeerssituatie daartoe aanleiding geeft. Dat is in een jaar tijd 69 keer gebeurd.

Google meldt dat alle informatie bij een dergelijk ingrijpen achteraf wordt ingevoerd in een simulator om de verkeerssituatie na te bootsen, waarbij ook wordt gesimuleerd wat er zou gebeuren als de medeweggebruikers zich anders hadden gedragen.

Uit die simulaties blijkt dat er in dertien gevallen sprake zou zijn geweest van een botsing indien de bestuurder niet had ingegrepen. Daarvan lag de schuld in drie gevallen bij een ander voertuig, bijvoorbeeld een voertuig dat tegen het verkeer in reed.

In de andere 56 keer zou het niet zijn misgegaan, maar was er wel sprake van een veiligheidsissue, bijvoorbeeld het niet goed interpreteren van een verkeerslicht, onvoldoende ruimte laten voor voetgangers en fietsers, of het overtreden van een verkeersregel.

Lead image: De tv-zender Happening Now bericht afgelopen zomer over een Google-auto die buiten zijn schuld van achteren is aangereden.