Bij de zelfrijdende Uber die op 18 maart een voetganger doodreed, was het noodremsysteem uitgeschakeld, zo blijkt uit het voorlopige rapport van de National Transportation Safety Board.

Terwijl de camera’s en radar al zes seconden voor de botsing in de gaten hadden dat er ‘iets’ op de weg was, en het computersysteem voor de botsing concludeerde dat er een noodstop moest worden gemaakt, gebeurde dat niet omdat Uber de noodrem had uitgeschakeld. De computer moest voor de besturing zorgen, en in noodsituaties moest de in de auto aanwezige bestuurder ingrijpen, zo had Uber het bedacht. Probleem was dat de bestuurder haar blik niet op de weg had, en het systeem ook niet in staat was de bestuurder te waarschuwen. Dit alles blijkt uit het voorlopige rapport over Uber van de National Transportation Safety Board.

Wat zegt dit rapport? De zelfrijdende auto waarmee Uber testte, een Volvo XC90, was uitgerust met in totaal tien camera’s, radar en een computersysteem. In geval van nood kan de in de auto aanwezige bestuurder de bediening overnemen.


De City Safety was uitgeschakeld

Daarnaast beschikt het voertuig vanaf fabriek over een systeem dat botsingen moet voorkomen, het City Safety-systeem van Volvo. Dat systeem was tijdens de test uitgeschakeld zodat alleen de computer van Uber de auto zou besturen en om ongewenst gedrag van het voertuig te voorkomen, zo betoogde Uber.

De voetganger stak met een fiets de weg over, zonder gebruik te maken van het verderop gelegen zebrapad. Ze was gekleed in donkere kleren, de fiets had geen zijreflectoren. De plek waar ze overstak werd ook niet direct door een straatlantaarn verlicht.


Voetganger ruim op tijd in beeld

Uit data van het zelfrijdende systeem blijkt nu dat de camera’s en radar de overstekende voetganger zes seconden voor de fatale botsing in beeld hadden. Het voertuig reed toen met 70 km/h. Het voertuig zag de voetganger eerst aan voor een ander voertuig, vervolgens als een fietser, waarbij niet zeker was welke richting die uit zou gaan.
 

Reconstructie 1,3 seconde voor de botsing, met de afstand tot de voetganger in meters, in oranje het door het computersysteem berekende pad van de auto en in groen het daadwerkelijk gereden pad.


Noodstop nodig, maar niet mogelijk

Vlak voor de botsing, op 1,3 seconden, concludeerde het zelfrijdende systeem dat een noodstop nodig was. Dat noodstopsysteem was echter uitgeschakeld. Er werd op vertrouwd dat de in de auto aanwezige bestuurder bij een noodsituatie zou ingrijpen. Het zelfsturende systeem beschikt echter niet over middelen, knipperlichten of geluid, om de bestuurder voor een noodsituatie te waarschuwen. Voorafgaand aan het fatale moment had de bestuurder haar blik naar beneden gericht op de interface van het computersysteem.

Minder dan een seconde voor de botsing greep de bestuurder alsnog het stuur, de snelheid van het voertuig was toen 63 km/h. Een halve seconde voor de botsing trapte de bestuurder op de rem, maar dat was te laat om het fatale ongeluk te voorkomen.

De Safety Board zet zijn onderzoek voort, en komt later met een definitief rapport. Maar de nu bekend gemaakte conclusies zijn al opzienbarend genoeg.