Evacuatiehulp bij rampen

Een nieuw voorspellingsmodel voor verkeersstromen helpt beleidsmakers en veiligheidsregio’s betere plannen te maken voor grootschalige evacuaties.

Stel: je woont in een bosgebied, en dat staat in brand. De vlammen slaan om zich heen en blussen is lastig vanwege de hitte en de aanhoudende droogte van de afgelopen maanden. Het gebied moet dus worden geëvacueerd. De autoriteiten roepen iedereen op zo snel mogelijk te vertrekken. Je springt in de auto, draait de dichtstbijzijnde snelweg op en… staat vast in een enorme file. De chaos is compleet.

Om dit soort scenario’s te voorkomen, hebben de TU Delft, de zes zuidelijke veiligheidsregio’s, Rijkswaterstaat en het bedrijf Argaleo een evacuatietool ontwikkeld. Die berekent waar er bij plotselinge evacuaties knelpunten te verwachten zijn, en kan daardoor helpen deze tegen te gaan.

Op grond van de voorspelde opstoppingen kunnen veiligheidsregio’s bijvoorbeeld verkeersseinen anders afstellen, of instructies geven aan de betreffende automobilisten. (‘Als u in gebied x woont, rijd dan eerst via de hoofdweg naar snelweg y…’).

Modelleren en visualiseren

Voor de evacuatietool is een al langer bestaand model voor verkeerskunde van de TU Delft gekoppeld aan een interface en 3D-simulatiesoftware van Argaleo. Met deze nieuwe digitale toepassing kunnen overheden en hulpdiensten realistische evacuatiescenario’s voor zich zien en analyseren. De evacuatietool geeft inzicht in verkeersstromen, knelpunten en de tijd die nodig is om inwoners en toeristen in veiligheid te brengen. De afgelopen periode is de tool uitgebreid voor verschillende situaties getest. Er is onder meer een aantal scenario’s uitgewerkt voor een overstroming in Zeeland, schrijft de TU Delft in een nieuwsbericht. 

Rekenmodel Delft

‘Het model van de TU Delft beschouwt verkeer als een stroom die zich door een netwerk voortbeweegt’, mailt onderzoeker Henk Taale van de TU Delft, die al in 2008 promoveerde op een andere toepassing van dit rekenmodel. 

De snelheid van die stroom is afhankelijk van de capaciteit van het wegvak, het aantal rijstroken, de maximumsnelheid en de drukte (dus de stroom zelf). De waarde die de capaciteit heeft, is verkregen door de eerste gemodelleerde scenario’s te vergelijken met de werkelijke situatie (dus door het model te kalibreren).

Het model wordt gevoed met het wegennetwerk in de regio van toepassing en de ‘verkeersvraag’, die op zijn beurt afhankelijk is van het aantal mensen dat moet worden geëvacueerd. Ook kunnen gebruikers eventueel opgegeven welke wegen zijn geblokkeerd. Het model komt vervolgens met suggesties voor routes, of met tips om het verkeer gespreid te laten vertrekken.

Vervolg

Met de nieuwe tool zien beleidsmakers de voorspelde verkeersstromen voor zich op een soort bewegende kaarten, dankzij de visualisaties. ‘Tot nu toe is dat gewoon in 2D’, zegt Taale, ‘maar 3D voegt zeker iets toe. Denk bijvoorbeeld aan het tonen van de  waterstanden bij een overstroming.’

Het vervolgonderzoek zal zich richten op het koppelen van de tool aan aanvullende modellen, bijvoorbeeld voor overstroming, stroomuitval of weersinvloeden. ‘Zo kunnen veel meer rampsituaties en scenario’s doorgerekend worden’, aldus Taale in het Delftse nieuwsbericht.

De eerste versie van de evacuatietool is nu gereed voor gebruik. De komende periode wordt gewerkt aan landelijke inzet, zodat alle veiligheidsregio’s in Nederland met dezelfde aanpak en informatie kunnen oefenen en plannen.

Openingsbeeld: Depositphotos